De ochtend brak aan en ik liep al gaapend naar beneden en ging met vermoeide ogen aan tafel zitten. Ik had de hele nacht niet geslapen door de hoorns in mijn kop. Ik gaapte en leg mijn hoofd op tafel en sloot mijn ogen weer.
'Goedemorgen Keyte, goed geslapen?' vroeg de stem van Elias die zelf ook in zijn kleding naar beneden kwam en aan tafel ging zitten.
'IK heb behoorlijk slecht geslapen, die hoorns deden vervloekt veel zeer,' beantwoorde ik zijn vraag en Elias knikte begrijpend.
'Mag ik anders eens voelen, het ziet er gaaf uit,' zei hij en ik gaf hem de toestemming om het aan te raken. Elias stak zijn hand uit en streek zachtjes over de ruwe hoorns en trok ver vervlogens weer terug.
'Ze voelen appart, gelukkig dat ze niet groter worden, dat zou echt irritant zijn. Ik vraag me af of Paps ook hoorns had...'
'Dat had ie, toen zijn lichaam overgenomen werd door zijn vader.'
Elias en ik keken geschrokken naar Briz die bij de deur stond.
Het idee dat het wel met mij of Elias kon gebeuren, gleden de rillingen over mijn rug.
'Ik moet er niet aan denken,' zei ik en toen schoot mijn moeder iets te binnen. Ze schoot de trap op naar boven en kwam even later terug met een doos. Ze zette die op tafel en trok de deksel ervanaf en pakte een klein papiertje eruit.
Het was niet groter dan haar hand en liet het aan ons zien. Ik keek naar een jong gezicht, een jongen van hooguit mijn leeftijd en hij had precies hetzelfde haar als ik. Zijn ogen hadden een opvallende kleur en hij leek te glimlachen.
'Dit is je vader, toen hij jouw leeftijd had Keyte,' zei ze en ik voelde dat ik brak.
'Dit is de enige foto die ik van je oma had gekregen. Ik denk als je meer over hem wilt weten dat we een reisje naar de benedenwereld wel waard zijn.'
Elias die zwijgend had staan luisteren keek op.
'Mag ik mee?' vroeg hij en Briz knikte.
'Pak genoeg kleding, want het is een lange reis, ik ga Caine inlichten,' sprak ze en verdween de kamer uit.
Ik keek Elias aan en het voelde geweldig om eindelijk ondergronds te mogen. We schoten van tafel en rende de trap op om spullen te pakken.

Half uur later liepen we over het pad richting een enorme grot. Ik keek omhoog naar de rand en besefte dat ze hier begonnen waren. Dit was het begin van hun reis.
En dan maar te bedenken dat ik geboren ben boven de grond, een plek waar de zon de bron is van het leven.
Ik liep achter Briz en Caine de grot door en al snel kwamen we bij een smalle houten trap. Het kraakte behoorlijk toen Caine de eerste stap nam, maar het stierf al gelijk weg.
Met briz achter ons liepen we de tredes af naar beneden en ik zag hoe diep we gingen. Stalagtieten groeide tegen de want naar beneden en druppelde door het water.
Ik lette even niet op of ik voelde dat er een trede onder me brak en ik met mijn voet erdoorheen zakte en bleef vasthaken.
Mijn hele been begon behoorlijk zeer te doen en ik beet op mijn tanden om niet in huilen uit te barsten. Geschrokken haalde Caine en Briz me overeind en ik probeerde op mijn been te leunen, maar bij iedere stap voelde ik de pijn omhoog komen.
Briz gebaarde dat ik moest zitten, waarbij Caine mijn broek openscheurde.
'Keyte gaat het?' Vroeg Elias, maar ik kon niet antwoorden, want mijn voet was volledig gespiest door iets. Bloed vloeide uit het behoorlijke grote gat en druppelde op het hout.
Ik begon me misselijk te voelen en probeerde om niet over te geven.
'Briz heb je verband?' vroeg Caine en mijn moeder haalde gelijk uit de verbandtrommel uit haar tas. 'Maar goed dat ik dit niet vergeten ben, het is een tijd geleden dat we... Keyte,' schreeuwde mijn moeder en ik keek naar mijn voet waar nog maar een rode plek over was. Ik raakte het aan en voelde totaal geen pijn, maar wel een merkwaardig gevoel in mijn lichaam.
De geur van brandend hout vulde de grot en ik voelde dat ik weg begon te vallen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen