Hoofdstuk 1

Onderweg zag ik vreselijke dingen. Mensen die doodsbang wegrenden voor de engelen en een heleboel lijken. In het bos was niemand. 'wat nu?' vroeg ik in het bos. 'ik heb geen idee. We moesten van je moeder toch die anderen halfgoden vinden?' antwoordde Charlotte. Ik dacht na. Charlotte had gelijk mijn moeder had gezegd dat ik die anderen wat ze ook waren moest vinden maar hoe? 'wat hebben we bij ons?' vroeg ik aan Charlotte die haalde de tas van haar schouder haalde en begon die te doorzoeken. Ze haalde er een kaart uit en gaf die aan mij. Ik vouwde hem open en keek. Er stond niks op! Maar wacht voor mijn ogen tekende de kaart zichzelf! het eerste wat er verscheen was de zin "je bent nu hier" aan de rand van het loofbos. Dat klopte want we stonden in een loofbos. Ik keek verder. Een stippellijn trok een route door het bos naar een veld. Erboven vormden zich de woorden 'the field' ik las ze hardop. "wat is er?' vroeg Charlotte. "daar moeten we naartoe volgens de kaart.' zei ik. 'oké dan gaan we daarheen. Het is beter dan gewoon hier blijven.' zei Charlotte. Dus klommen we weer op mijn scooter en reden we weg. we kwamen niet snel vooruit door alle takken, en al snel was het donker. Ik haalde de kaart tevoorschijn. We waren verder dan ik had gedacht. We waren bijna op de helft. Dan moest het wel dichtbij zijn. 'Yes!' riep Charlotte 'Wat is er?' vroeg ik. 'Er zit een tent in de tas. Dan hoeven we dus niet buiten te slapen.' zei ze. Ik lachte en hielp haar met de tent opzetten. Toen dat klaar was kropen we naar binnen en vielen snel inslaap.
De volgende morgen had ik pijn in mijn rug. Ik tastte met mijn hand op mijn rug, en schrok me rot. Op mijn rug zaten twee bulten tussen mijn schouders. Een gil ontsnapte mijn mond. Charlotte werd wakker. "wat is er?' vroeg ze slaperig 'niks, niks' mompelde ik. 'hmm, oké. zal ik ontbijt maken?' vroeg ze 'ja doe maar' zei ik verstrooid. Charlotte kroop de tent uit. Ik bleef nog even zitten. Even later dacht ik dat het wel handig was om mijn pyjama te vervangen voor mijn gewone kleren. Ik kleedde me aan, en kroop de tent uit. Charlotte was bezig met het ontbijt. IK liep naar de tas en pakte de kaart eruit. 'Vandaag moeten we over een rivier.' zei ik 'Kan dat wel met de scooter?' vroeg Charlotte 'Ik hoop het' zei ik twijfelend. 'Hier is je ontbijt.' zei Charlotte terwijl ze mij een bord met daarop twee broodje met kaas. 'dankje' zei ik. Toen we klaar waren met eten brak ik de tent af, en Charlotte ruimde het eten enzo op. Toen alles klaar was gingen we weer opweg. Halverwege de dag kwamen we bij de rivier.