Het boekje was licht vergeeld en de omslag was bedekt met een dun laagje stof. Na diep in te ademen, blies hij alle zuurstof uit zijn longen en joeg hij het vuil weg van het boekje. De kaft was marineblauw en in gouden letters stond er “notebook” op, met sierlijke krullen. Charlie had het boekje echter niet gebruikt voor aantekeningen of verhalen. Hij zette er geen dagelijkse gebeurtenissen in, vertelde niets over zijn levensverhaal. Het had voor hem een andere betekenis, een hele andere. Vaak had de jongen het gevoel dat hij zijn eigen emoties niet kon uiten. Altijd stond hij voor anderen klaar, was hij afhankelijk en bang anderen te verliezen. Dit boekje was zijn persoonlijke uitlaatklep. Zijn psychologe – waar hij eigenlijk niet graag naartoe ging, hij wilde haar immers niet belasten met zijn zogenaamde “problemen” – had het hem aangeraden, zodat hij zichzelf niet zou opvreten en hij toch geen mensen hoefde te bezwaren. Maar waar zij had voorgesteld zijn dagelijkse gevoelens erin te verwerken, had hij er iets anders mee gedaan.
Charlie klapte het boekje open. Een boekje waar hij tijden niet meer in gekeken had. Het ging nu eindelijk weer een beetje goed met hem. Op jonge leeftijd was hij zich al gaan hechten aan personen om hem heen, deed hij te veel zijn best en liet hij blijken dat hij er niet alleen voor wilde staan. Op zijn twaalfde was het zelfs zo erg, dat zijn moeder haar twijfels kreeg. Ze had hem laten testen en uit één van die subjectieve testen bleek dat hij een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis had. Hij was compleet afhankelijk van andere mensen.
“You don't have to feel like a waste of space
You're original, cannot be replaced
If you only knew what the future holds
After a hurricane comes a rainbow.”
Het eerste citaat. Het werd zo vaak tegen hem gezegd. Mensen probeerden hem ervan te overtuigen dat hij er bovenop zou komen en dat er na de storm inderdaad een regenboog kwam. Toen had hij het niet geloofd, toen had hij zijn hoofd geschud. Maar de tekst voelde persoonlijk, het hielp hem. Hij hield van de omschrijving, omdat het precies was hoe hij zich voelde.
De jongen bladerde verder, tot hij een blauw gemarkeerde tekst tegen kwam. Blauw, de kleur van verdriet.
“I'm still alive but I'm barely breathing.”
De rest van het liedje deed hem niet veel. Het ging hier niet om een vrouw die beter af was dan hij, maar destijds viel hij wel in stukjes. Hij had zich slecht gevoeld, alsof hij echt nauwelijks adem kon halen. De frustratie om altijd anderen om zich heen te hebben waar hij dan ook alle moeite voor deed, irriteerden hem mateloos. Hij had geen weerstand kunnen bieden. Hij was te bang dat mensen hem dan wél zouden verlaten. Hij had het niet gekund.
Eén paar handen gleden over zijn schouders, naar beneden over zijn schouderbladen om daarna van achteren over zijn buik te schuiven, zodat ze in een eenzijdige omhelzing stonden. Een kin rustte op zijn schouder en keek eroverheen om een blik te werpen op de verschillende quotes uit liedjes. Zijn handen trilden. Het was zijn grootste geheim, niemand had het ooit gezien en het voelde verkeerd dat iemand het zag. Het was van hém. Zijn enige uitlaatklep.
‘I don't know why. I guess it's just a matter of time. But there's no surrender, no, no surrender.’ De woorden klonken enkel mooier uit haar mond. Het was een zin die op dezelfde bladzijde stond, met intense betekenis voor hem, maar bijna onmogelijk waar te maken.
Charlie sloeg zijn ogen neer en het boekje viel uit zijn hand op de grond. Hij draaide zich om in haar omhelzing en keek haar verward aan. ‘Ik dacht dat je niet thuis was.’
‘Ik wilde je verassen.’ Haar handen lieten zijn middel los, pakten zijn gezicht vast en ze keek hem verzekerd aan. ‘Ik ben er, Charles. Voor jou zal ik er altijd zijn.’ Hoe ze het wist, wist hij niet. Hoe ze altijd het juiste wist te zeggen, wist hij ook niet. Waarom ze al die beloftes en zekerheid gaf, was evengoed een raadsel. Maar wel wist hij dat het precies was wat hij nodig had. Sinds zij in zijn leven was, ging het goed en voelde hij zich losser, vrijer. Zij zou er voor hem zijn, maar hij moest ook voor zichzelf zorgen en dat deed hij, met haar aan zijn zijde.
Een kleine glimlach sierde zijn gezicht en hij boog zich voorover om zijn lippen op die van haar te drukken. Niet wetend op welke bladzijde het boekje achter hem lag. De dag dat hij haar ontmoette, twee jaar geleden. De laatste tekst die hij erin geschreven had, roze gemarkeerd.
“You raise me up.”

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen