Foto bij 001

Het eerste licht van de Dageraad scheen het leerlingenhol binnen. Roetpoot werd wakker en rekte zich uit. Hij porde Graspoot in haar zij. Graspoot! Graspoot! fluisterde hij. Wakker worden! Het is een belangrijke dag vandaag! we gaan voor het eerst trainen, weet je nog? Graspoot werd wakker, rekte zich uit en ging overeind zitten. Rustig, ja? snauwde ze. Ze begon zich te wassen terwijl Roetpoot door het leerlingenhol liep. Schiet op, murmelde hij. Als je zo doorgaat is het avond voor je het hol uitgaat.
Grijshart en Stormstaart waren beste vrienden, daarom gingen ze samen trainen. Ze hebben daarvoor toestemming van Roodster.
Roetpoot racete het leerlingenhol uit naar het krijgershol waar de 2 katers nog lagen te slapen. Hij stormde het hol binnen. Wakker worden! We gingen vandaag trainen! Roetpoot sprong op zijn mentor, Stormstaart. He, rustig aan! Stormstaart schudde zijn leerling van zich af en rekte zich uit. Intussen was Graspoot klaar met wassen en kwam ze het krijgershol binnen. Maak Grijshart maar wakker, miauwde Stormstaart tegen Graspoot. Graspoot knikte en sprong tussen de krijgers door naar Grijshart en maakte hem wakker. Grijshart! riep ze vlak bij zijn oor. We gaan trainen! Grijshart schrok wakker en duwde de jonge poes van zich af. Waarom doen jullie dat nou? miauwde hij. De 3 katten grijnsden. We zouden gaan trainen, weet je nog? riep Graspoot van opwinding. Oh, ja, das waar ook, miauwde Stormstaart. Hij stond op en rekte zich uit. Gaan jullie maar vast eten, murmelde hij. Ik was me eerst even. Stormstaart begon zijn borst snel en krachtig te wassen, terwijl Grijshart, Graspoot en Roetpoot het Krijgershol uitliepen naar de prooihoop. Graspoot pakte een muis, Roetpoot ook en Grijshart een vis. Ze namen de prooi mee naar de brandnetels naast het krijgershol, ploften neer en begonnen te eten. We moeten wel opschieten, miauwde Grijshart. Het is zowat Zonhoog. Graspoot en Roetpoot keken naar de lucht en zagen dat de zon al bijna zijn hoogste punt had bereikt. Ik schat nog een uurtje. De 3 katten keken om naar wie dat miauwde. Het kwam van Stormstaart, die net klaar was met zich te wassen, en hij keek nu ook naar de lucht.
Het was onbewolkt en zonnig weer, perfect voor de jacht.
Stormstaart liep intussen naar de prooihoop en pakte net als Grijshart een vis, en kwam bij de katten zitten naast de brandnetels. Hij begon te schrokken. Schiet op, Roetpoot, miauwde Grijshart naar zijn leerling. Ja ja, mompelde de donkergrijze kater met zijn bek vol prooi. Hij slikte zijn laatste hap door, en intussen had Stormstaart zijn vis al op. Kom, mauwde hij, en ging de 2 leerlingen en zijn beste vriend voor naar de doorntunnel. De 3 katten volgden hem en ze verdwenen het woud in.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen