Foto bij Wonder

Het was dinsdagmiddag na school. Roos liep vrolijk de stallen in. Vandaag was het veulen precies vijf weken oud.
Ze glimlachte even toen ze haar tekeningen aan het prikbord zag hangen. Op de tekeningen stonden de paarden van Sunshine Valley. Meneer Brown had ze daar opgehangen.
Ze aaide Jolly even, die haar hinnikend begroette. "Hee Jolly! Nee sorry lieverd, deze appel is niet voor jou." zei ze, toen Jolly de appel probeerde te pakken. "Deze is voor het hengstje. Hij is vijf weken vandaag."
Roos trok een verbaasd gezicht toen de stal van Polly en haar veulen leeg was. Roos tikt Joey aan. "Waar zijn ze?" Roos wees op de lege stal.
Joey lachte geheimzinnig. "Jessey zal je het wel vertellen. Ze is buiten, achter de stallen."
Roos liep, met de appel nog steeds in haar hand, naar buiten.
Wacht eens! Achter de stallen waren de weides. Zouden Polly en het hengstje...
Roos begon te rennen.
Ze vond Jessey en meneer en mevrouw Brown bij een van de weides. Jessey zat op het hek. Ze praatte met mevrouw Brown.
Toen meneer Brown haar aan zag komen, kreeg hij meteen een grote lach op zijn gezicht. "Kijk eens!" Hij wees naar de wei.
Polly en haar veulen stonden in de wei.
Ik sprong naast Jessey op het hek.
Joey kwam met een bezem in zijn hand aangelopen. Hij leunde over het hek.
"Niet gek hè," zei hij lachend. Zijn witte tanden schitterde in het felle zonlicht. Maar Roos had deze keer alleen maar aandacht voor Polly en haar veulen.
"Hij is de laatste tijd zo veel en snel ook vooruit gegaan dat we vinden dat hij wel in de wei mag," zei meneer Brown.
"Hij blijft nog veel in de buurt van zijn moeder, maar zo nu en dan gaat hij wel op verkenning. Maar hij gaat zeker niet te ver van zijn mammie vandaan hoor, lachtte mevrouw Brown.
"Het hengstje is nog steeds klein en nog steeds vatbaar voor ziektes. Daarom hebben we hem ook een minidekentje omgedaan. Het is het kleinste dekentje die we konden vinden hier op stal, zei Jessey. Ze had pretlichtjes in haar ogen.
Meneer Brown knikte. "We zetten ze ook nog niet bij de andere merries en veulens in de wei. Het hengstje moet eerst nog even wennen aan zo'n grote ruimte."
Polly en haar veulen kregen in de gaten dat Roos er was. Het hengstje hinnikte, en kwam samen met zijn moeder aandraven.
Het veulen was nog steeds een beetje stuntelig maar het deed erg zijn best.
"Hee lieverdjes," zei Roos opgewekt.
Ze voerde Polly en haar veulen ieder een helft van de appel.
Ze kroelde het veulen tussen zijn manen.
"Heeft hij eigenlijk al een naam?" vroeg Joey.
Niemand antwoorde.
"Hoe wilt u hem noemen meneer Brown?" vroeg Roos.
Meneer Brown keek haar verbaasd aan.
"Ik? Jij moet hem een naam geven! Dankzij jou leeft hij nog. Aan welke naam zat je te denken?"
Roos was verbaasd, maar ook blij. Ze voelde zich vereerd. Ze wist even geen woord uit te brengen. Jessey stootte haar aan.
"Hoe wil je haar noemen?"
Roos dacht even na. Ze had nog helemaal geen namen verzonnen. Ze had nooit durven hopen dat meneer Brown háár een naam liet kiezen.
"Uhh..." Iedereen keek haar afwachtend aan.
Opeens kreeg Roos een geniale naam in haar hoofd. "Het is een wonder dat ze nog leeft, dus uhm... Wonder leek me wel een leuke en bijpassende naam. Als u het goed vind natuurlijk..." Roos bloosde.
"Kind, het is een geweldige naam!"
Roos glimlachte. Ze keek naar het veulen. Ineens had hij een naam. "Wonder... Zo heet je dus vanaf vandaag. Vind je dat een mooie naam?"
Wonder hinnikte.

Reageer (1)

  • Nagusamu

    Wat een leuk hoofdstuk en een leuke naam ;D

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen