Bedankt voor de nieuwe abo's en de comments, superleuk!

Thomas legde de brieven in de la van zijn bureau, onder een stapel onderzetters en formulieren die hij twee weken geleden naar zijn studiecoördinator had moeten sturen. Een normaal mens zou ze lezen, zou gebruikmaken van de rust die de nacht bood, maar hij haatte de rust. Zijn ouders sliepen allebei, nog geen tien meter verderop, zo rustig en onschuldig als kinderen, niet wetend wat hun zoon had gedaan.
Hij had dat wijf kunnen vermoorden.
‘Dat wijf’ klonk in zijn hoofd beter dan ‘die vrouw’, afstandelijker, minder respectvol, misschien zelfs alsof ze het verdiende, alsof alle vrouwen het verdienden. Mannen waren niet meer dan speeltjes in hun listige klauwen; wekelijks wilden ze een nieuw exemplaar en na de eerste minuten was de lol er al af.
Hij kleedde zich uit. Zijn lichaam was goed, dat wist hij; meerdere keren per week was hij met zijn vrienden in de sportschool te vinden. Livia had het zo mooi gevonden dat ze minutenlang zijn spieren kon aanraken, om dan totaal onverwacht in zijn buik te prikken en te giechelen om zijn verontwaardigde kreet.
Zou zij al slapen?
De vraag doemde geheel onverwacht in zijn hoofd op en Thomas trok kreunend zijn dekbed over zich heen en liet zich daarna in bed vallen. Waarom bestond er niet gewoon een soort tegenspreuk, een bescherming tegen de betovering die elke vrouw in haar vingers had? Wanneer zouden haar nagels uit zijn vel verdwijnen?
Maar toch… ze was in die kille gevangenis, ze droeg vast zo’n lelijk uniform… zouden ze haar gefouilleerd hebben, haar betast alsof ze een crimineel was die nog meer pistolen bij zich droeg? De politie was ongetwijfeld chagrijnig geweest. De zeldzame medewerkers die konden glimlachen werden bewaard voor de slachtoffers, voor degenen die aangifte kwamen doen.
‘Het kan me niet schelen,’ zei hij hardop en hij duwde zijn hoofd hard in zijn kussen, alsof hij de gedachten kon verbrijzelen.
Het was zijn taak om haar daar weg te halen. Ze hoorde niet achter tralies, ze hoorde niet opgesloten te zijn, ze hoorde niet in een wereld vol figuren zoals hij, mensen die genadeloos een ander pijn konden doen omdat ze daar zin in hadden.
Hij draaide zich op zijn buik en dacht aan de vrouw die hij had neergeschoten. Dat wijf lag nu in het ziekenhuis, ongetwijfeld stoned van de pijnstillers, misschien zelfs nog onder narcose van een operatie. Als ze al gehoord had dat de zogenaamde dader was opgepakt, zou ze onbewust zowel Livia als Thomas vervloeken.
Hij glimlachte zonder vreugde. Ze zouden altijd samen zijn, al was het slechts in de gedachten van een gewonde vrouw.
Ze verdienden het, dacht hij en hij voelde zich eindelijk zwaar en warm worden, ze verdienden het alle drie.

Reageer (1)

  • Baudelaire

    Ik vind zijn gedachtegang echt behoorlijk verontrustend. Bovendien doet dat stuk over dat alle vrouwen het verdienen me echt denken aan de jongen van de Santa Barbara schietpartij. Brr...

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen