Foto bij Day O5

5.Er is een apart, niet alledaags ongeluk gebeurd op straat. Schrijf op hoe je personage reageert. [500 woorden]

Voor zover je kon zeggen was het eigenlijk best wel een normale dag. Ik liep vanaf school naar mijn huis, wat maar tien minuutjes duurt. De lessen waren zoals altijd doodsaai en slaapverwekkend. Maar zelfs daar was niets ongewoons aan. Nee, het rare begon pas toen ik halverwege was, vlakbij een rustig parkje met een vijver. Ik had niet geweten dat mijn dag zo raar zou verlopen.
      Een enorme klap. Geschreeuw in de verte.
      Onbewust bleef ik staan. Er klonk rumoer en ik begon in de richting van de klap te lopen. Het week af van mijn route, maar dat maakte me niets uit. Ik wilde weten wat er aan de hand was.
      Ik liep een zijstraatje in en sloeg toen rechtsaf. Bij een splitsing bleef ik staan. Het rumoer leek van beide kanten te komen, dus ik twijfelde. Ik stond op het punt om naar rechts te gaan toen er op het linkerkant een jongen aan zag rennen. Ik rende zo snel langs me heen dat ik niet goed kon zien wat hij in zijn handen had, maar zijn gezicht stond verrukt en... blij? Ik besloot toch naar de linkerkant te gaan.
      Een paar bochten, gebouwen en gevloek - ik dacht dat ik in een drol was gestapt, maar dat bleek toch niet zo te zijn - later stond ik op een tweebaansweg. Er reden geen auto's en dat was logisch ook, want midden op de weg lag een kleine vrachtwagen (het kon ook een grote bestelbus zijn, geen idee eigenlijk) op zijn zij wat ervoor zorgde dat er geen auto langs kon. Er liepen wat mensen rond, vooral kinderen en tieners van mijn leeftijd, en er lag wat op de grond verspreid.
      Ik liep dichterbij en raapte het op. Het was een chocoladereep. Vandaar dat de mensen rondliepen en dingen van de grond weggristen. Gratis chocola kon niemand weerstaan. Tieners al helemaal niet. Ik vroeg me alleen af waarom ze geen hulp zochten of keken of er gewonden zijn.
      Tussen de mensen door zag ik een jongen zitten. Hij zat op de grond en leunde met zijn rug tegen de onderkant van de vrachtwagen, die nu bloot lag. De jongen keek mistroostig, misschien ook een beetje teleurgesteld. Hij had donkerblond haar en was misschien een paar jaar ouder dan ik.
      Ik liep naar hem toe. Hij keek niet op toen ik voor hem stond. 'Eh, hoi,' zei ik. Ik maakte de chocoladereep open die ik nog steeds in mijn hand had. Ik brak er een stukje vanaf en hield het in zijn zicht. 'Wil je een stukje?'
      Eindelijk keek hij op en ik zag dat hij helderblauwe ogen had. 'Je kan niet zomaar een chocoladereep pakken.'
      Ik hurkte voor hem neer. 'Er is niemand die me tegenhoudt,' zei ik, 'en waarschijnlijk gaat dit toch niet naar de winkel. Wat doe je hier?'
      'Dit is de eerste dag van mijn nieuwe baan en meteen gaat het mis,' mompelde hij. Hij vertelde me dat hij net zijn baan had, maar door een spookrijder op zijn rijstrook moest hij plotseling uitwijken. Van het één kwam het ander en zijn wagen kantelde waardoor de deuren openvlogen en de inhoud, iets van duizend chocoladerepen, over de weg werd verspreid. Het was een geluk dat hij er zelf ongeschonden vanaf was gekomen. Wat gezellig toch.
      'Ik ben zeker weten mijn baan kwijt,' zei hij. Nu pas viel de kleine schram op zijn rechterwang me op. Toch niet helemaal ongeschonden.
      'Hoezo?' vroeg ik. 'Het is toch niet jouw schuld dat er een chocoladeparadijs op de weg is ontstaan. Je houdt echt wel je baan hoor.'
      Hij grinnikte. 'Ik hoop dat je gelijk hebt,' zei hij. Hij stond op toen hij zag dat er politieagenten aankwamen lopen. 'Ik heet Eric, trouwens.'
      'Ik heet Clarisse,' zei ik. Ik glimlachte. Misschien was dit ongeluk toch niet zo heel erg. We hadden inmiddels nog steeds gratis chocola.

Reageer (1)

  • Derks

    ZE WORDEN VERLIEFD EN GAAN TROUWEN EN KRIJGEN CHOCOLADEKINDJES

    mja.
    Ik kan gratis chocola weerstaan.
    Ik kan alles.

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen