Foto bij Day O7

7. Laat 2 van je favoriete personages uit boeken elkaar ontmoeten op een rare manier. [600 woorden]

De twee personages die ik heb gebruikt zijn Percy Jackson uit de Percy Jackson en de Olympiërs-serie van Rick Riordan en Gwendolyn Shepherd uit de Edelsteen-trilogie van Kerstin Gier.

Korte uitleg: De Griekse goden zijn echt en de Amerikaanse Percy Jackson is een halfgod, de zoon van Poseidon. Hij krijgt te maken met allemaal monsters en stuff die hij moet verslaan, zoals je hier ook gaat lezen. De Engelse Gwendolyn Shepherd is een tijdreiziger en heeft dus, net zoals Percy, niet echt een normaal doorsnee tienerleven. Dit stuk is ook een soort van vanuit haar perspectief geschreven.

Ik denk dat dat alles is wat je moet weten. Veel plezier met lezen (:


Het was voor zover mogelijk een normale dag voor Gwendolyn Shepherd. Na eerst drie uur in het jaar 1956 te hebben gezeten, een geheim gesprek met haar allang overleden grootvader te hebben gehad en wat danslessen zat ze nu eindelijk in Starbucks. Haar beste vriendin Leslie Hay was er nog niet, maar dat was ze gewend. Leslie had al een sms gestuurd met dat ze wat later kwam.
      Gwendolyn had niet verwacht dat er opeens iemand tegenover haar zou gaan zitten. In ieder geval niet met zo veel lawaai.
      Ze keek op van haar krant. Ze verwachtte half dat Leslie met een enorme grijns naar haar zat te staren, enorm enthousiast omdat ze haar nieuwtje wilde vertellen, de werkelijke reden van hun afspraak in de Starbucks. In plaats daarvan was het een jongen.
      Een knappe jongen ook nog. Hij scheen zich niet te schamen omdat hij zomaar op een bezette plek ging zitten. In plaats daarvan keek hij nogal angstig naar de deur, alsof hij iets of iemand verwachtte die hij absoluut niet wilde zien.
      Een normaal mens zou tegen hem zeggen dat hij weg moest gaan. Het jammere was dat Gwendolyn geen normaal mens was.
      Ze schraapte haar keel. 'Eh,' zei ze. Ze frummelde ongemakkelijk aan haar haar, wat ze in een vlecht had gedaan.
      De jongen keek haar voor het eerst aan. 'Oh, sorry. Deze tafel is bezet?'
      Gwendolyn knikte en bekeek de jongen wat beter. Hij had net zoals haar zwarte haren. Zijn ogen waren groen, niet zoals die van Gideon die op smaragden leken, nee, ze waren eerder zeegroen. Hij droeg een oranje shirt met een vervaagde tekst erop. Ze kon nog net 'Kamp' lezen. 'Je mag hier wel blijven zitten, hoor,' zei ze. 'Maar dan moet je eerst je naam vertellen.'
      'Percy,' zei de jongen na nog een snelle blik op de deur geworpen te hebben. Hij keek haar weer aan. 'Ik heet Percy Jackson. Jij bent...?'
      'Gwendolyn Shepherd. Aangenaam om kennis met je te maken.' Het was haar opgevallen dat hij anders sprak dan zij. Hij had een accent. 'Ben je Amerikaans?'
      'Ja,' zei Percy afwezig. Hij tuurde nu door het raam.
      Gwendolyn moest lachen. Misschien kwam het door de ongemakkelijke situatie, ze wist het niet zeker. 'Waarom doe je zo zenuwachtig? Het is niet dat er opeens monsters tevoorschijn komen.'
      Percy keek haar aan met een blik die wat anders zei. 'Wees maar blij dat jij je daar geen zorgen om moet maken.'
      'Hoe bedoel je?'
      Percy had net zijn mond open om een antwoord te geven toen er buiten op straat gegil klonk. Piepende autobanden klonken en toen Gwendolyn naar buiten keek zag ze iets groots lopen ergens naartoe lopen. Om iets preciezer te zijn liep het naar de Starbucks waar zij waren.
      Percy vloekte in een vreemde taal en Gwendolyn wist dat het Oud Grieks was, al had ze geen idee hoe ze dat kon weten. 'Een vriend van je?' vroeg ze aan hem.
      Met een luid kabaal ging de deur van de Starbucks open. Je kon eerlijk gezegd beter zeggen dat de deur uit zijn scharnieren werd gerukt. Voordat Gwendolyn goed en wel doorhad wat er gebeurde lagen alle klanten en bedienden op de grond. Ze verschuilden zich en misschien was het een goed idee als zij dat ook deed.
      Toen pakte Percy haar arm en sleurde haar van haar stoel af. Ze kon nog net haar tas pakken. 'Kom mee,' zei hij en ze had hem graag achterna gegaan, totdat ze het wezen zag.
      Het was meer twee meter lang en had best een mens kunnen zijn, totdat Gwendolyn omhoog keek, naar zijn hoofd. Met een mond vol tanden bleef ze staan. 'Het heeft maar één oog,' merkte ze op.
      'Het is een cycloop.' Percy trok zijn zwaard die Gwendolyn eerst niet had opgemerkt, wat nogal vreemd was. Toen keek hij haar aan, alsof hij zich opeens iets besefte. 'Meekomen,' beval hij haar. Hij rende weg en Gwendolyn ging hem achterna.
      'Is er nog een uitgang?' vroeg Percy.
      'Daar zo.' Gwendolyn rukte een deur open en ze tuimelden een steegje in. Ze hoorde nog net dat de cycloop iets als 'Perseus Jackson!' riep.
      Zo snel als ze konden liepen ze weg. 'Je kan door de Mist heen kijken,' zei Percy en hij keek haar aan.
      'De Mist?'
      'Dat zorgde ervoor dat de overige mensen niet zagen dat er een cycloop was,' zei hij. Vlug legde hij Gwendolyn uit over de Griekse goden en het feit dat hij een halfbloed was. 'Je bent helderziend,' sloot hij af. 'Niet alle stervelingen zien wat jij ziet.'
      Dat klonk Gwendolyn wel heel bekend in de oren. 'Oh, oké,' mompelde ze. Wat moest ze anders zeggen?
      'Ik denk dat ik maar ga,' zei Percy terwijl hij achterom keek. Geen cycloop te bekennen. 'Mijn vrienden wachten op me. Eh, veel succes verder.'
      'Jij ook,' zei Gwendolyn. Hun wegen scheidden en Gwendolyn vroeg zich af hoe het kon dat haar leven nog raarder werd. Blijkbaar was het dus toch mogelijk.

Reageer (1)

  • Derks

    Lol

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen