Foto bij hoofdstuk 19

Aan de rand van het Windterretorium bleven de 2 katten staan. Voor hen strekten zich links wat tweebeennesten uit en recht waren grote grasvlaktes met een hek eromheen en een stuk of 4, 5 paarden erin. Voor hen waren de Hoogstenen al in zicht.
Daar! Goudsbloem wees met haar poot naar de grote rotsen waar de Maansteen in verborgen was. Zandstorm keek naar de Hoogstenen, en zag de lucht rood-roze kleuren, en de zon wegzakken achter de stenen. We moeten wel opschieten, merkte ze op. Goudsbloem volgde haar blik naar de wegzinkende zon. Je hebt gelijk, antwoordde ze. De bleekrode poes gaf een teken en begon te rennen. Zandstorm volgde haar. Er is nog iets waar we rekening mee moeten houden, hijgde ze. Wat dan? reageerde Goudsbloem. Ben je het soms vergeten?? mauwde Zandstorm. 's nachts laten de tweebenen hun honden los, dus hebben we nog een reden om voort te maken! Das waar ook! riep Goudsbloem uit. Hoe had ik zoiets belangrijks kunnen vergeten? Een eind achter de 2 katten klonk zwak hondengeblaf dat bij de tweebeennesten wegkwam. Rennen!!!!! schreeuwde Zandstorm, en ze ging van rennen op sprinten over. Goudsbloem keek nog even snel achterom, en zag in de verte een aantal honden naderen. Ze draaide zich met een ruk om en sprintte zo hard ze kon achter Zandstorm aan.
Na een poosje begon Goudsbloem vaart te minderen. Wat is er?! Riep Zandstorm achterom. Ik... ik kan niet meer...!!! hijgde Goudsbloem en het rennen ging over in lopen. Maar we zullen wel moeten!!! spuugde Zandstorm. Anders worden we kraaienvoer!! Ga maar verder zonder mij, pufte Goudsbloem. Ik offer me wel op, jij zult een veel betere leider zijn.
Ze ging liggen. Nee!!! brulde Zandstorm. Dat sta ik niet toe!!! En jij zult net zo'n goede leider zijn als ik!! Zandstorm minderde vaart tot ze stil stond, greep Goudsbloem bij haar nekvel en begon zo hard als ze kon te rennen met de uitgeputte lichtrode poes tussen haar kaken. In de verte werd het hondengeblaf luider en luider. Zandstorm rende zo hard als ze kon. De Hoogstenen kwamen steeds dichterbij, maar Zandstorm begon steeds zachter te rennen, totdat ze stilstond. De honden kwamen dichter en dichterbij. We gaan eraan, mompelde Zandstorm. SterrenClan, heeeeelp!!!!!!!!!!!!!! Opeens bewoog Goudsbloem zich weer. Ze stond op, pakte Zandstorm bij haar nekvel en begon te sprintten naar de veiligheid van de Hoogstenen. Zandstorm begon te mauwen. De SterrenClan zij dank dat jij weer uitgerust was, Gousbloem!! Ze probeerde Goudsbloem onder het rennen een lik over haar neus te geven maar Zandstorm kon er niet bij. Dan zometeen maar, murmelde ze.
Ze waren nu nog maar een paar vossenlengtes van de ingang van de moedermuil af. Goudsbloem zette zoveel kracht als ze kon en sprintte de opening door naar binnen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen