Foto bij 2. In het bos

Dit is het bos

De zon scheen door de bladeren van de bomen. Mauro was al dichtbij de krijsende kat. Hij ging wat sneller lopen. Plotseling hoorde hij geritsel in de struiken. Het was niet een kat, maar een lekkere mollige muis. Hij twijfelde, ging hij die muis proberen te vangen, of ging hij naar de kat in nood. Hij rende maar door naar de kat. Ik krijg vast nog wel een keer de kans om een muis te vangen. Dacht hij. Uiteindelijk rook hij de kat heel sterk, en rook hij de geur van bloed. Mauro rende nu zo snel als hij rennen kan. Plotseling stond hij stil, want vlak voor hem lag een rode kat. De rechter achterpoot van de kat was gewond. Hij keek Mauro aan, en zei: ,Ik vroeg geen hulp van een poesiepoes! Nou, help me nu maar!' Mauro vroeg: ,Wie ben jij? Ik ben Mauro, ik woon aan de rand van het bos, in het huis van mijn tweebeenmensen. En, waar woon jij?' ,Niet zo kletsen! Maar, ik ben Goudklauw, commandant van de Bladclan.' Zij de rode kat. ,De Bladclan? O, daar heb ik wel eens van gehoord, van de clan's in het bos, maar ik dacht dat het sprookjes waren!' Zei Mauro. ,Ja, help me nu maar naar het Bladclankamp, ik heb een medicijnkat nodig!' ,o, ja natuurlijk,' Zij Mauro, ,Maar, hoe kom je aan die gewonde poot?' ,Een muis heeft me aangevallen, nou goed! Nee, er zijn zwerfkatten in ons territorium, ik probeerde ze weg te jagen, maar ze waren met te veel en er beet een zwerfkat in mijn poot.' Zei Goudklauw. ,En breng me nu naar het kamp!!' Gromde Hij.

Reageer (3)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen