De queeste
Ik wil er wel graag een aanvragen, en het liefst over PJO, dus is mijn vraag: ken je Percy Jackson?
EDIT:
Naam: Anne
Leeftijd: doe maar 15 of 16
Karakter: vrolijk, rustig
Met wie: Percy Jackson of Nico Di Angelo of Leo Valdez, the choice is yours (:
Verhaallijn: Anne is op queeste met Percy, Nico of Leo. Een van beiden is behoorlijk gewond (of iets dergelijks) door een of ander monster en ehm, die ander is bang dat die ene doodgaat, dus geeft die ander zijn/haar gevoelens voor die ene toe. (Volg je het nog?)
Uiteindelijk zitten ze samen in Kamp Halfbloed en blijkt dat die ene nog weet wat die ander heeft toegegeven... en wat er dan gebeurt mag je zelf weten.
Percy pov
Het was lang geleden dat ik zo blij was om met iemand op missie te gaan. Iedereen wilt met Anne op missie gaan. Het geluk lag dit keer aan mijn kant. Zelf trok ze zich niet veel aan van de jongens. Ze lachte vrolijk met hun mee als ze een grap maakte maar ze was nog nooit op een jongen ingegaan. IK weet zelfs niet of ze al eens een jongen gekust heeft. Maar ik moet niet veel zeggen, ik heb ook nog nooit iemand gekust. We moesten bij zonsopgang klaarstaan om te vertrekken . Ik was ruim op voorhand op de afgesproken plaats gaan wachten. Ik was altijd overal op tijd. Morgen zou ik 16 worden. Normaal had je dan een heel groot feest op school. Maar ik heb dan een queeste. Gelukkig met Anne. Veel weet ik eigenlijk niet over haar. De zon kwam op en Meneer Valdi kwam aangewandeld. Een stuk achter hem zag ik Anne wandelen. Ze zag er weer prachtig uit. Hij gaf ons nog een paar tips en tricks en dan moesten we samen op pad. Te voet, we gingen op paden lopen waar de paarden onmogelijk konden wandelen. Na een kwartier was ik te stilte beu. ' Wanneer word jij 16?' Vroeg ik haar. Ze keek even op. Het leek alsof ze niet ging antwoorden tot dat ze zei: ' Over 1 maan. Wanneer word jij 16? ' Kaatste ze de vraag terug. Ik fluisterde zacht: 'Morgen.' Ze keek verbaasd en moest toen lachen. ' Je bent morgen 16 en ze sturen je op queeste?! Dan moet je wel iets serieus mis gedaan hebben dat ze je zo haten.' Zei ze met een lach. IK slikte even. Zou ik het haar vertellen of niet? Ze ging stilstaan. 'IK wandel niet verder voor je verteld wat je hebt gedaan.' Zei ze tegen me. Ik zuchtte diep. Ze zou er toch achter komen. 'Ik heb de bliksemschicht gestolen van Zeus.' Ze keek zo verbaasd als ze maar kon. 'Maar, Hoe?' Vroeg ze. Ik wandelde verder. Keek even achterom en zag dat ze nog stil stond. 'Ik heb het je verteld, je kan nu verder wandelen.' Ze keek even achter zich en wandelde dan toch naar me toe. 'Wie is je beste vriend?' Vroeg ze zacht. Ik hief mijn schouders op. IK zou niet weten wie ik moest antwoorden. 'Het was altijd mijn vader totdat ik hem zo kwaad maakte dat hij me nu haat en verafschuwd. Hij gaat me denk ik ontheffen van zijn naam.' Ze keek naar mij alsof ze iets wou zeggen. Na een paar meter verder gewandeld te hebben vroeg ze het dan toch: 'Wie is je vader?' Ik weet niet of ik hem nu mijn vader kon noemen na wat ik had gedaan. 'Mijn vader is ..' Ik wachtte met de naam te zeggen was dit wel een slim idee? Ik heb hem zoveel verdriet gedaan. Ik hem hem diep teleur gesteld. Wat moet ik nu doen? Ik ging zitten op de boomstam die we tegenkwamen. Een traan rolde over mijn wang. 'Is het echt zo erg wie je vader is? Je moet het niet vertellen hoor.' Ik kijk naar haar. 'Zeus.' Fluister ik zo zacht als ik kan. Ze kijkt naar me. 'Dat moet verschrikkelijk zijn. Ik heb het al moeilijk genoeg met Aphrodite als moeder.' Een kleine lach komt bij me naar boven. 'Hij gaat me alleen onteren als ik deze missie doe slagen. Als hij mislukt dan word ik verbannen naar de mensenwereld. En kan ik dus geen studies gaan doen.' Ze geeft me een knuffel. 'De Queeste gaat lukken, je hebt mij toch. Zegt ze met een speelse knipoog erachteraan. Na een tijdje gewandeld te hebben horen we vreemde geluiden. 'Wat was dat?' Zegt ze met een bange ondertoon. Dat geluid heb ik ook nog nooit gehoord. 'Weet ik niet.' Wat hierna kwam had geen van ons verwacht. Vreemde monsters kwamen op ons afgevlogen. We verweerde ons goed, heel goed zelfs. Ze vlogen verwond weg en sommige lagen dood rond ons. We liepen zo snel mogelijk terug naar het huis. Na een tijdje gelopen te hebben moeten we even rusten. Ik leg me neer en voel meteen een steek in mijn buik en een harde ook. Op dat moment kijkt Anne naar me. Ze ziet lijkbleek. 'Wat is er?' Vraag ik haar. 'Je buik...'Ik kijk naar mijn buik. Een vreselijk diepe wonde ligt open en bloot. Anne verzorgde de wond. Iedere dag gingen we een stukje verder en iedere dag ging het slechter met me. De laatste dag toen het huis in zicht kwam viel ik zo hard op de grond dat ik niet meer recht geraakte. Ik schreeuwde van de pijn. Ze nam mijn hoofd vast en legde deze op haar benen. 'Ik ga dood gaan. Ren zo snel als je kan naar het huis misschien redden ze me nog op tijd of niet maar dan ben jij veilig.' Zeg ik tegen haar. 'Weet je al die jaren keek je naar mij. Maar nooit heb je iets tegen me gezegd waarom? ' Vroeg ze. Zou ik eerlijk tegen haar zijn? JA dood ga ik toch. 'ik heb een chrush op jou. Ik wou echt dat ik je had kunnen leren kennen.' Zeg ik zacht tegen haar. Ze stond op. 'Ik ga dan maar naar het huis. Weet dat ik jou ook leuk vond. Ik hou van je.' Met deze woorden begon ze richting huis te rennen. 'Ik hou ook van jou!' Schreeuwde ik haar na. Maar of ze het gehoord had dat zou een raadsel blijven.
Anne pov
Ik had nog nooit zo snel gerend. Had ook nog nooit zo snel een verhaal tegen alle oppergoden verteld en had ze ook nog nooit zo snel zien vertrekken. Ik werd naar mijn kamer gestuurd. Het enige wat ik kon doen was denken over Percy. Maar nooit heb ik hem terug gezien.
2 jaar later
Anne pov
Af en toe dacht ik nog terug aan Percy. Ik weet zelfs niet of hij dood is of dat hij leeft. Vandaag was de grote dag we werden naar onze kampen gestuurd. Ik liep naar de grote groep en zag daar Meneer Valdi staan. Ik was kwaad op hem omdat hij me nooit wou zeggen wat er gebeurd was met Percy.
De namen werden afgeroepen: 'Kamp Halfbloed: Nico Di Angelo, Leo Valdez, Anne en ten slotte Percy Jackson. Jullie mogen in de juiste boot stappen en dan vertrekken jullie naar jullie kamp.' ik pakte mijn koffer en snelde naar de boot. 'Percy! JE leeft nog.' Zei ik terwijl ik hem in een knuffel vast pakte. 'Anne? Dacht je dat ik dood was? Hebben ze je mijn brief niet gegeven?' Mijn geluk kon niet op. Ik schudde met mijn hoofd nee om antwoord te geven op zijn vraag. Hij nam me in een dikkere knuffel. Toen kwam de rest aan. 'Nu zijn jullie eindelijk bij elkaar nu moeten wee niet meer doen alsof we niet weten wat er met Jackson Percy was gebeurd.' Flapt Leo eruit. 'Jullie wisten hiervan?! Hoe konden jullie dit verzwijgen! 2 jaar lang heb ik gedacht dat ik gefaald had! Erger nog dat hij dood was!' Ze keken beschaamd. Het werd een stille boot rit. Op het eiland van ons kamp aangekomen koos ik de tweepersoons kamer en vroeg Percy om bij mij op de kamer te komen. Misschien zou ik nu een nacht kunnen hebben zonder een nachtmerrie. Ik maakte me klaar om te gaan slapen en viel al snel in slaap.
Percy pov
Anne ging al snel slapen. Ze was uit geput door alle spanning van de dag. Ik legde me in het bed naast haar en keek naar haar hoe ze sliep. NA een tijdje was ik in slaap gevallen want midden in de nacht schrok ik wakker door een schreeuw. Anne had een nachtmerrie. Ik nam haar in mijn armen en begon over haar haar te strelen. Ze werd rustiger en was ook wakker geworden. 'Gaat het wel? Heb je dit vaker?' Vroeg ik haar. 'Ieder nacht sinds onze queeste.' Antwoordde ze zacht. Ik nam haar nog wat vaster vast. 'Weet je nog het moment dat je naar het huis liep voor hulp?' Ze knikte. 'Toen zei je tegen mij: Ik hou van je. Ik riep je na met ik hou ook van jou. Maar je hoorde me niet. ' Ze draait zich om naar mij. 'Meen je dat?' Ik knik. Ze komt wat dichterbij met haar gezicht en geeft me een zachte kus die ik maar al te graag beantwoord. 'Ik heb je gemist' Zegt ze zacht. 'Ik jou ook.'Antwoord ik haar. Vlak daarna viel ze in mijn armen in slaap. Iets later sliep ik zelf ook. Beide zonder nachtmerries. Dit zou het beste kamp ooit worden.
10 jaar later
In de voorbije tien jaar is er veel gebeurd. Anne en ik hebben een zoon en een dochter gekregen. We waren ook allebei geslaagd voor de test en runnen nu samen het godenhuis. Ik ben hier de erfgenaam van aangezien ik de enige zoon ben van Zeus. Voor zijn dood heb ik het ook goed kunnen maken. Het was een prachtig moment. En nu leef ik een prachtig leven met Anne en mijn twee kleine kinderen. Ik ben de troste vader die er is. En Anne heeft nooit meer een nachtmerrie gehad sinds ik bij haar ben. Ook ga ik nooit meer op queeste. Ik leef gewoon mijn rustig leven in het godenhuis. Daar is genoeg te doen.
Reageer (1)
Ah dankjewel!
8 jaar geledenSorry voor de late reactie, ik vergat steeds te reageren...