Foto bij The hobit themawedstrijd/ opdracht 6 Thorin's laatste gevecht

!!!!SPOILER ALERT!!

“Kili, ga kijken wat dat lawaai buiten is!,” Riep ik naar mijn neefje. Nog altijd wachtte ik op Dain dus misschien was hij dan eindelijk aangekomen. Als die stomme, hebzuchtige mensen en elfen zijn Arkensteen stelen zal hij ze samen met Dain terugveroveren! Ik snap nogal tijd waarom die hobbit hem had gestolen. De steen is mijn rechtmatig eigendom! mijn, van mij alleen! net zoals de schat! Aan de gehaaste voetstappen te horen was Kili bijna terug.
“Dain, Elfen, Mensen, Orks, Wargs,” Stamelde Kili toen hij aankwam.
“Kom op adem en vertel het mij dan fatsoenlijk.” Ik had niets kunnen opmaken uit de wartaal van mijn neefje maar wat het ook was, goed nieuws zou het niet zijn.
“Dain en zijn mannen hebben zich samen met de elfen en mensen rond de berg opgesteld en in de verte kon ik een heel leger aan wargs en orks zien. Geleid door de bleke ork en zijn zoon.” Dit was serieuzer dan ik dacht. Snel dacht ik na.
“Iedereen, doe je uitrusting aan. Bofur, help bifur.” Meteen na mijn woorden schoot iedereen in actie. Zelf deed ik ook mijn uitrusting aan. Terwijl ik bezig was gaf ik nog wat laatste orders. “Wacht op elkaar in de troonzaal!” Pas toen iedereen weg was ging ik zelf naar de grote troonzaal. Daar aangekomen zag ik hen in een groepje staan.
Het gevecht van de vijf legers is gestart." De ogen van diegene die oorlog hadden meegemaakt stonden verdrietig en ernstig. De jongere dwergen die nog nooit oorlog hadden meegemaakt leken eerder bang. Zelf snapte ik beide groepen. Ook ik was bang geweest bij mijn eerste oorlog en ook ik had het leed van manschappen verliezen moeten doorstaan. Eventjes leek het of ik weer voor de mijnen van Moria stond.
Dit gevecht was mijn fout. Ik was niet veel beter dan Smaug. Als een draak had ik over mijn schat gewaakt. Niemand had ik iets gegeven terwijl de mensen van Lake-Town ons eten en onderdak hadden gegeven. Ik had Bilbo weggejaagd omdat hij probeerde alles eerlijk te verdelen. Hij was geen ordinaire dief zoals ik eerst had gedacht, hij had gewoon gevoelens. De gevoelens die mij ontbreken. Ondanks de waarschuwingen had ik dezelfde fout gemaakt als mijn vader en grootvader.
“Ik ben fout bezig geweest. Als een draak heb ik over mijn schat gewaakt terwijl ik eigenlijk een deel had moeten weggeven aan Lake-Town. Ik heb Bilbo weggejaagd terwijl hij mij bij zinnen probeerde te brengen. Ik zie mijn fout nu. Nu vraag ik jullie voor een laatste keer. Willen jullie mij volgen? Willen jullie mij volgen in het gevecht? Nog een laatste keer?”
Heel mijn gevolg keek mij aan. Bij sommige waren de ooghoeken nat en ik had ook moeite om de tranen binnen te houden. Wie van hen zou hierna in leven zijn en wie niet? Ik zou ze er nooit allemaal levend door krijgen.
“Tot de dood.” Het was maar een gefluister maar ik keek Balin dankbaar aan.
“Tot de dood.” Dit keer klonk het iets zekerder en ook Dwalin keek ik dankbaar aan. Kili en Fili keken elkaar aan.
“Tot de dood!” Zij klonken nog het zekerst maar zij wisten niet wat kwam. Ik schaamde mij. Ik had mijn zus belooft voor ze te zorgen. In stilte vroeg ik haar om vergiffenis.
Uiteindelijk hadden ze zich allemaal aangesloten. Ik had niets anders verwacht maar stiekem had ik gehoopt dat ze mij niet zouden volgen.
Als een geest liepen we naar de ingang van Erebor. Ik hoefde niemand iets te zeggen. Iedereen stond meteen op de juiste plek. Ori en Kili stonden vanachter omdat zij afstandswapens beschikte. Zelf probeerde ik iets voor Filif te staan. Ondanks dat hij had gezegd dat hij mij zou volgen tot de dood was ik iets voor hem gaan staan. Ik zou hem Beschermen met mijn leven. Zodra de eerste ork zijn hoofd liet zien viel hij neer met een pijl uit zijn borst.
“Blijf op jullie plek!” Sommigen hadden onbewust een stap achteruit gezet.Het gat werd te groot om de meeste orks tegen te houden met pijlen en steentjes. Toen een groot deel orks binnen was vond ik het tijd voor een uitbraak.
“Sorry Dis,” fluisterde ik.
“Val aan!” Ik wist dat we onze dood tegemoet gingen maar beter al vechtend ten onder gaan en misschien zelfs overleven dan vluchtend te sterven. Met de moet der wanhoop vochten ze. Sommige mensen zeggen dat een in het nauw gedreven dier veel harder en sterker vecht dan anders. Nu waren wij het in hetnauwgedreven dier. en we vochten harder dan we ooit gevochten hadden. Langzaamaan gingen we vooruit. Uiteindelijk raakten we bij de deur en met veel moeite vochten we onszelf een weg naar buiten. Eens buiten zag ik pas echt de ernst van de situatie. Alle mensen elfen en dwergen te samen waren zwaar in de minderheid. Het was een verloren strijd maar toch probeerde iedereen. De slagen die we uitdeelden werden zwakker en zwakker. Steeds minder manschappen kwamen overeind na gevallen te zijn, steeds meer manschappen vielen. Voor elke ork die ik doodde kwamen er wel twee in de plaats. Aan mijn ene kant vocht Kili aan mijn ander kant zijn broer. Ik probeerde zoveel mogelijk vijandelijke slagen die op hen gericht waren af te weren. Maar uiteindelijk viel ook ik.
Fili en Kili gingen aan weerszijden van mij staan en verdedigden mij.
“Bekommer je niet om mij. zorg voor jullie zelf. Anders vermoord dis mij.” Het was maar een zachte gefluisterde smeekbede die nooit hun oren bereikten. Mijn hoofd begon te bonken en zwarte stipjes verschenen voor mijn ogen. Voor alles zwart werd zag ik nog juist hoe Kili door zijn knieën zakte. Ik had gefaald tegenover mijn zus.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen