En hier is weer een nieuw hoofdstuk

reacties zijn altijd welkom :D

H10: Avond diner


‘Aha, een goeden avond vrouwe Nienor,’ sprak Angel glimlachend terwijl haar dochter naast haar plaats nam en Nienor ook ging zitten. ‘Heeft u nog een beetje kunnen uitrusten?’
Nienor wist even niet wat te zeggen, haar ogen gingen doelloos de tafel af, links van haar zat Maedhros, de lange knappe elfenprins met zijn rode haren. Ze had haar oog op hem laten vallen. Naast Maedhros zat Maglor, een elf met zwart haar en, daarnaast zat Caranthir, ook hij had zwart haar net zoals zijn broer. Naast Caranthir zaten Amras en Amrod, de roodharige tweeling, die het zelfde haar kleur hadden als hun oudste broer en veel op elkaar leken in gezicht. Nienors ogen schoten naar de twee zwart harige elfen die naast de tweeling zaten, Curufin en Fëanor hadden allebei zwart haar en leken erg veel op elkaar. Fëanor had zijn naam aan zijn vijfde en favoriete zoon gegeven die in alles op hem leek. Fëanor keek steeds uit zijn ooghoeken naar Angel alsof hij verwachtte dat hun gastvrouw hen elk moment kon vermoorden. Snel gleed Nienors blik over de rest van de tafel. Links van Fëanor zat Celegrom de mooie, zijn zilveren haren gleden langs zijn gezicht , alleen leek hij niet helemaal tevreden te zijn met zijn tafel genoot, Angel, de dochter van hun gastvrouw,die naast hem zat en steeds van uit haar ooghoek naar de elfen prins keek, ze probeerde het te stiekem te doen, maar Nienor zag wel hoe ze naar hem keek.
Stiekem moest ze glimlachen terwijl ze de rij af keek, een jonge mensen kind verliefd op een elf, dat is het tegenover gestelde van wat er in onze familie, daar waren het de oudere mannelijke mensen die op een onsterfelijke vrouw vielen, zoals Beren haar familie lid, die zijn hart verloor aan de elf Lúthien.
Verder zaten er aan de tafel de kinderen van Angel, allemaal bruin/zwart haar, Nienor wist niet zeker wat hun namen waren, maar ze vond ze wel snoezig, allemaal netjes aangekleed, gekamde haren en hun gasten met hun grote ogen aan kijkend, Angels echtgenoot zat aan het einde van de rij met kinderen, hij was bezig zijn jongste zonen wat fruit te geven. De cirkel werd gesloten door haar broer Túrin, haar dubbel geliefde.
Want Túrin was in de tijd hun verblijf Brethil haar broer en echtgenoot, Ze hield erg veel van hem, maar haar hart werd bezwaard door haar droom. Hoewel ze hem wilde vergeten kwam het genadeloos weer terug alsof ze nog steeds vervloekt was.
Túrin merkte zwijgzaam dat zijn zusje der niet bij was met haar hoofd en kneep onder tafel in haar hand. ‘Ik ben bij je, mijn lieve Nienor.’ Kwam het mompelend uit zijn mond.
‘Vrouwe Nienor?’ Angels stem deed Nienor op schrikken. ‘Is alles goed?’ vol medeleven staarde Angel naar Nienor. Angel wist natuurlijk de achtergrond informatie over Nienor en haar broer, ook wat Morgoth en zijn domme draak hadden aangericht.
‘Ja ik…,’
Alle ogen richtte zich nu op haar, behalve die van Fëanor, die richtte nog steeds een oog op Angel.
‘Het is al goed vrouwe,’ Maedhros gaf Nienor een warme glimlach, dat haar deed blozen. Maglor gniffelde, zijn broer was altijd al in de belangstelling van de vrouwen geweest, helaas was hij nooit getrouwd geweest. Maglor hoopte altijd dat Maedhros nog aan een vrouw zou komen.
‘Ja vrouwe Angel ik ben oke, alleen een beetje slecht geslapen, wat nachtmerries van vroeger. Maar het gaat nu wel weer.’
‘Dat is mooi, en nu we er allemaal zijn, kunnen we eindelijk eten.’

Een uur lang werd er niet gesproken en het geluid van bestek was het enige dat je kon horen. Angels gasten pakte van alles dat ze lekker vonden. Ze hadden duizenden jaren niks gegeten, al waren ze dood, leefde als geesten in de hallen van Mandos en verlangde ze naar hun lichamen en familie, ze waren de smaak van voedsel nog niet vergeten, noch de geur of smaak.
Maedhros liet Maglor een paar keer wat vlees snijden en at dan verder, ondanks dat hij weer leefde en een nieuw lichaam had gekregen, was hij nog steeds niet gewend om zijn rechterhand te gebruiken.
Toen de tafel helemaal leeg was, iedereen had zich helemaal vol gegeten, gingen Celegrom, Caranthir en Curufin, lang uit op hun stoel zitten. Zij hadden het meest van allemaal gegeten en konden bijna niks meer zeggen,bijna.
‘Heerlijk gekookt, vrouwe Angel,’ zei Celegrom glimlachend terwijl hij naar links keek, en hij meende het, in het verleden had hij veel fouten gemaakt en daar had hij spijt van, een nieuwe kans was eigenlijk wat wilde. Zijn broers knikte instemmend, ook zij vonden dat er heerlijk was gekookt en keken al uit naar de volgende maaltijd.
‘Dank u, heer Celegrom. Ik ben blij dat het gesmaakt heeft, ik neem aan dat niemand meer trek heeft in een toetje?’
‘Toetje?’ de ogen en oren van Angels dochter en zonen sprongen op. ‘Is dat die taart die in de koelkast staat, mama?’
Daarop sprongen Angel, Aragorn en de jonge Isildúr op en rende naar de keuken.
‘Neemt u mij niet kwalijk.’ En Draco stond op, schoof zijn stoel achter uit en liep de keuken in.
‘Zo,’ begon Túrin, niet helemaal op zijn gemak. ‘vrouwe Angel, ik zit nu al de hele dag af te vragen, hoe komt het dat u een erfgenaam van Morgoth bent? U lijkt niet op hem.’
‘Ja,’ nu was het Fëanor om iets te zeggen, hij was nog steeds van mening dat zijn dagen in het huis van Angel nergens op sloegen, maar hij wilde wel weten hoe Morgoth zich heeft voort kunnen planten.
Maar tot zijn verbijstering, haalde Angel haar schouders op, ze keek niet naar haar gasten, maar richtte haar blik op haar jongste zoontjes. ‘Geen idee, en zo ver ik het weet, ben ik ook geen familie van hem, de enige voor ouders die ik heb, naar mijn mening, zijn Isildúr, zijn vader Elendil de lange, Elros de eerste koning van Númenor, Ëarerendil de stervaarder, Beren zoon van Barahir en Lúthien Thingols dochter.’
‘WAT.’ Vijf van de acht elfen stonden zo snel op dat Angel hen vragend aan keek. Zelfs Túrin stond op.
‘Jij bent een afstammeling van Lúthien en Beren?’ dat waren Celegrom, Caranthir ,Curufin en Túrin.
‘Jij bent een afstammeling van Elros? Dat waren Maedhros en Maglor.
‘Eh ja,’ Angel wende haar blik op Maedhros en Maglor, ‘Maar wacht even, jullie kennen Elros?’
‘Natuurlijk,’ antwoorden Maglor trots, ‘Wij hebben ze groot gebracht.’
‘Ze?’
‘Elros en zijn broer Elrond natuurlijk, zijn door mij en Maglor opgevoed.’ Antwoorden Maedhros een beetje trots en naast hem had Maglor een vreemde glinstering in zijn ogen. Maar voordat Angel kon antwoorden, kwam Draco al weer terug terwijl Angel en Aragorn naast hem liepen met handen in de lucht en achter hem liep Isildúr. Een grote rode met zwart en witte taart gleed door de lucht en belande zachtjes op het midden van de tafel terecht kwam.
Het was een grote taart met drie suiker kristellen op de top. Een draak gemaakt van chocolade die cirkelend naar beneden liep en op sommige delen van de taart waren chocolade soldaten in groepen van drie, of twee, Angel had de zonen van Fëanor in chocolade figuurtjes bij elkaar gezet, Maedhros en Maglor, Celegrom, Curufin en Caranthir bij elkaar en Amrod en Amras. Fëanor stond boven aan zittend naast de drie suiker kristallen die de Silmarillen moesten voor stellen. Túrin en Nienor stonden tegen over de draak.
Heel even werd het stil rond de tafel, geen van alle zei iets. Het was Nienor die als eerste sprak.
‘U heeft ons nagemaakt, met een deel uit onze geschiedenis.’
‘Inderdaad,’ pakte een groot mes van de tafel en bekeek de taart. ‘Ik heb geprobeerd zo goed mogelijk jullie daden op de taart te voegen, maar ik wilde jullie niet beledigen, dus heb ik me in gehouden. De draak en de juwelen waren uiteraard legendarisch dus die moesten er natuurlijk in.’
‘In dat geval,’ een van de twee tweelingen schoof zijn bord naar voren. ‘Het ziet er erg lekker uit.’
‘Telufinwë!’ Fëanor keek geschokt naar zijn jongste zoon. Hoe kon zijn bloed eigen zoon hem verraden.
‘kom atar,’ antwoorden de andere van de tweeling, die ook zijn bord naar voren schoof. ‘ Zo erg zal het toch niet zijn.’
En Fëanor keek met grote ogen hoe al zijn zonen langzaam hun borden naar voren schoven en later de taart verorberde.
‘Weet je zeker, dat je niet wilt?’ vroeg Angel glunderend terwijl ze haar echtgenoot een stuk taart toe schoot. ‘Ik heb de suiker kristallen voor jou bewaard.’
‘U heeft niks te verliezen, meneer Fëanor,’ riep Aragorn naar de elven heer, terwijl zijn ogen net boven de tafel uit kwamen. ‘En als mama u wilde vermoorden,’ Aragorn gniffelde even. ‘Dan had ze echt geen taart nodig.’
‘ARAGORN!’ Angels stem weergalmde door de eetzaal en Draco gaf zijn zoon een tik op zijn achterhoofd. ‘Jonge man, zo praten we niet. Ben ik duidelijk?’
‘Ja mama.’ Klonk het stilletjes en Fëanor keek geamuseerd toe. Hij kon het best wagen, al met al, dacht hij bij zich zelf terwijl hij zijn bord naar voren schoof. Ik kan het best proberen.
Angel glimlachte in stilte terwijl ze voor hem een stuk afsneed tezamen met de drie gesuikerde bollen die Silmarillen moesten voor stellen en naar hem toe schoof.
‘Eet smakelijk.’
‘Dank je.’
En met een grote hap verdween een stuk in Fëanors mond. Dit was zeker lekker.

Reageer (2)

  • Glorfindel

    Nu krijg ik honger!
    en die geur van mijn broer die pannenkoeken bakt heeft er niets mee te maken!

    9 jaar geleden
  • Frey_

    Heel fijn nu heb ik honger :Y) Haha goed geschreven! En weer lekker snel ^^

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen