Na een paar gangen te hebben gelopen stond ik in een andere kamer. Die blokken waren inderdaad groot. Maar niet echt zwaar. Die man vertelde waar het heen moest, een paar gangen verderop, ze waren een nieuwe kamer aan het bouwen. Wat ze al genoeg deden. Hoe groot wilde ze dit gebouw nog hebben... En waarvoor zou die kamer nou weer wezen... Ik keek tijdens het sjouwen van de stenen nog wat rond. Ze probeerde hun uiterste best te doen om mooie patronen te maken in de pilaren die er al stonden. Het zou waarschijnlijk dus een grote kamer worden. Zouden ze die kamer voor iemand maken?
Voor mij misschien? Ik begon stilletjes te hopen. Misschien kon eindelijk die kleine kamer uit! Dat zou pas leuk zijn! Dan hoefde ik me niet meer op te krullen tot een balletje voordat ik op de matras paste!
Opeens ging het blokken dragen veel soepeler, ik keek gewoon heel erg uit naar het moment dat ik in deze grote kamer kon verblijven.
'Waar is dit eigenlijk voor?' vroeg ik voor de zekerheid aan de man die me naar hier had gebracht, z'n naam was me nog steeds niet te binnen geschoten.
Hij negeerde me gewoon en ging verder tegen de man waartegen hij aan het praten was. Ik kon slechts een paar woorden opvangen. 'Ei', 'Groter', 'Monster', 'Temmen'.
Wacht... Over wat hadden ze het?
'Eerst moeten we ze samen zetten,' zei de andere man en opeens hoorde ik alles heel helder. 'Anders zullen we geen resultaat hebben.'
Huh?
Ik begreep wel de woorden. Maar ik begreep niet wat ze bedoelden. Maar ik had wel de gedachte dat m'n hoop verloren was. Ze zouden waarschijnlijk toch geen nieuwe kamer voor mij maken. Waarom zouden ze? Ze hebben nog nooit iets goeds gedaan voor me. Enige wat ze deden was me levend houden. Misschien ben ik hier voor gemaakt... Misschien ben ik wel voor deze plek geboren... Wie zou dat zeggen? Zou er überhaupt wel iemand zeggen waarom ik hier ben?
Misschien dacht ik gewoon veel te moeilijk. Eenmaal klaar met denken was ik tot mijn verbazing al klaar met het sjouwen. Ik was zo verdiept in mijn gedachte dat ik het niet eens door had gehad...
'Tijd om terug te gaan naar je cel,' snauwde de man.
Ik keek hem met grote ogen aan. Ik wilde niet terug naar daar, de buitenlucht was veel beter. Vooral omdat m'n kamer muf rook. Soms stikte ik er bijna door de stank, ik had dan ook een heel gevoelige neus.
'Kan ik niet nog wat doen?' probeerde ik om nog even buiten te blijven.
Hij richtte zich tot de man naast zich en ze begonnen iets te fluisteren. Opeens grijnsde de man gemeen. Dit voelde niet goed meer, er klopte iets niet. 'Goed dan,' zei de man. 'Ik weet nog wel iets.'
'Volg me maar.' Zei hij met een grijns.
Ik wist niet echt wat me te wachten stond. Maar alles was beter dan in die muffige cel. Waarom zat ik eigenlijk überhaupt in die cel? Had ik dan wat verkeerd gedaan heel lang geleden? Kon ik mij niet voorstellen. Ik kon namelijk nog herinneren dat die Cel groot genoeg was. Toen ik nog lekker languit kon liggen op die matras. Het enige voordeel was dat die matras nog zacht was. Maar voor de rest was er niks.
Na een tijdje gelopen te hebben stopte hij.
'Ga maar naar binnen.' Zei hij met diezelfde grijns.
Bang duwde ik de deur open. De kamer was pikdonker en ik deinsde achteruit. De man gaf me echter een duw, waardoor ik naar voren viel en in de kamer terecht kwam en me ook wel bezeerde.
Ik hoorde hoe de stalen deur met een harde klap achter me dichtviel. Ik voelde mijn hart in m'n keel kloppen van de pure doodsangst. Waar was ik?

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen