Zo blij als ik eerst was geweest toen Eleanor terug begon te ademen, zo rood waren mijn ogen van het wenen nu ik weet dat ze niet lang meer heeft. Tevergeefs heb ik haar uit de duisternis des doods gered, ik heb haar gered zodat ze later opnieuw kan sterven. Als ik een van de stenen beelden tegen kom hier in Erebor, gooi ik hem met woede en verdriet om. Het is blijkbaar niet genoeg geweest dat ik mijn grote liefde had verloren, dat ik binnenkort ook mijn dochter moet verliezen. Als ik mijn ogen sluit, zie ik opnieuw die beelden van Mina. Mijn Mina.

'Kom nou mee.' probeerde Lilith me te lokken, maar ik bleef nukkig voor me staren. Vader had gezegd dat ik haar beter moest leren kennen, aangezien hij wou dat zij mijn aanstaande bruid zou zijn.
'Thranduil, kom nou mee. Het is echt iets prachtigs dat ik wil laten zien.' probeerde ze opnieuw, tevergeefs. Het enige wat ik wou, was terug naar huis gaan en een hele dag mezelf opsluiten in mijn kamer. Lilith was een prinses uit de hoge bergen, een van de weinigen die er nog leefden. Ze was beelschoon, een ieder zou zo voor haar vallen en toch had ik geen interesse in haar. Haar bleke gezicht paste perfect bij haar blonde haren en haar blauwgroene ogen. Ze liep naar me toe, nam mijn hand in de hare en keek opnieuw diep in mijn ogen.
'Kom nou mee.' fluisterde, waarna ze me rechthielp. Toen ze me uiteindelijk op de plaats kreeg waar ze wou, liet ze me een prachtige omgeving zien. Maar erg onder de indruk was ik niet, aangezien het woud mijn terrein was en ik alle plaatsen kende. Ik zuchtte even diep en draaide me opnieuw om, waarna ik verstijfde. In de verte zagen mijn ogen een prachtige verschijning met de mooiste glimlach. Haar haren zo schitterend als de zon en haar huid was licht gebruind, wat aanduidde dat ze vaak buiten was.
'Thranduil, waar kijk je naar?' vroeg Lilith, die wat ontgoocheld was. Maar zonder antwoord te geven, stapte ik naar het einde van het woud. De vrouw voor me plantte nieuwe bomen, rond het kleine bos die zich verderop bevond.
'Je mag me komen helpen als je verloofde dat niet erg vind.' haar stem klonk als een betovering en maakte dat ik naar haar toe stapte en naast haar hurkte.
'Ze is mijn verloofde niet. En waarom plant je nieuwe bomen? Heb je er niet genoeg?' klonk ik nieuwsgierig en ze glimlachte. Het maakte dat mijn hart sneller ging slaan en het bloed steeg lichtjes naar mijn wangen.
'Ëandor heeft onlangs veel verlies geleden als het over bomen gaat. Daarom plant ik samen met enkele anderen deze bomen, zodat we het bos weer kunnen aansterken en misschien zelfs vergroten. Ik hoop dat het niet erg is dat ik het woud met het bos laat vermengen?' haar vraag klonk bijna onderdanig. Meteen schudde ik mijn hoofd, waarvoor ik mezelf wel op mijn hoofd kon slaan.
'Nee natuurlijk niet, ik vroeg het gewoon euhm...' ik wist haar naam niet, dus kon ik die ook niet vernoemen.
'Mina, enige dochter van de koning uit Ëandor.' vertelde ze me en glimlachte terwijl ze in mijn ogen keek.
'Ik ben...' verder kwam ik niet, doordat ze begon te lachen.
'Ik weet je naam heus wel, Thranduil. Je bent de enige zoon van de koning uit het Grote Groene Woud.' wist ze te zeggen en ik keek haar met een lieve lach aan. Ze had mijn hart gestolen, al vanaf dat moment.

'Hij gunde me geen blik waardig, maar hij ging liever bij een slaaf uit het dwergendorp staan praten.' vertelde Lilith in tranen tegen mijn vader. Na een lange conversatie met Mina, moest ik uiteindelijk Lilith terug naar mijn huis brengen waar ze nadien met haar vader terug keerde naar haar huis.
'Thranduil is dit waar?' mijn vaders stem klonk boos en zijn wenkbrauwen fronsten lichtjes.
'Nee vader, ik praatte niet met een dwergenslaaf.' meldde ik en Lilith keek me verbaasd aan.
'Lieg niet, ik zag je duidelijk met dat mormel praten. Je leek haar haast op te gaan eten met je ogen.' klonk ze furieus.
'Ik heb niet met een slaaf gepraat en noem haar geen mormel. Mina is de enige nakomeling van de koning uit Ëandor. En ik at haar niet op, ik plantte samen met haar nieuwe bomen.' legde ik haar uit, waarna ik me van haar wegdraaide en mijn vader aan keek. 'En ze is geen dwerg, het zit in haar bloed maar dat wilt niet zeggen dat ze minder is.' ik keek mijn vader afwachtend aan. Ik kon enkel hopen dat hij mijn kant koos en Lilith strafte voor haar ongepaste woorden.
'Lilith je kan gaan. We zien jou volgende week wel terug.' zei mijn vader tegen haar en keek mij vervolgens streng aan.
'En van mijn zoon eis ik dat hij zich volgende week volledig op zijn toekomstige vrouw concentreert, want anders zal ik genoodzaakt zijn om hem iemand anders te zoeken.' mijn hart sloeg over toen hij dat zei. Dat was voor mij dé uitgelegen kans om Mina beter te leren kennen. Ik boog mijn hoofd voor mijn vader, blikte niet meer op het gezicht van Lilith en rende zo snel als ik kon naar de rand van het bos. Ze zat er nog steeds, terwijl ze haar laatste boom plantte.
'Heb je nog werk te doen?' vroeg ik haar. Verrast keek ze op, waarna haar ogen mij opnieuw betoverden.
'Hierna heb ik even tijd, waarom?' ze klonk nieuwsgierig en stond op. De kleine bomen stonden verspreid over de grote ruimte tussen Ëandor en het Groene Woud, maar ze zouden binnenkort wel snel grote bomen worden.
'Ik dacht dat als je zou willen, ik jou even door het Groen Woud wil loodsen om de mooiste plekken te laten zien.' vertelde ik haar en ze keek lachend om zich heen.
'Als ik jou de leuke plekken in mijn dorp mag laten zien.' probeerde ze een deal te maken. Ik knikte instemmend en samen stapten we doorheen de twee dorpen, elk met hun mooie en grappige kanten.

Reageer (1)

  • Ringwraith

    Aah zo lief. Het is wel eens verfrissend dat jij alle personages zo lief maak terwijl ik ze in monsters verander. :')

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen