Sarit keek verschrikt om haar heen, ze was nog altijd omsloten door de rotsblokken die haar gevangen hielden in het binnenste van een berg, maar de aanwezigheid van Dante was verdwenen: haar medaillon lag koud op haar borst. Paniekerig begon ze de vloer te betasten met haar vingers maar het enige dat ze voelde was zwart stof en gruis. Ze sloot haar ogen om haar kalmte terug te vinden en de paniek die omhoog kwam sijpelen weer weg te duwen, maar op dat moment voelde ze een koude wind langs haar heen glijden. Verschrikt opende ze haar ogen weer om in eenzelfde duisternis te belanden als welke ze had gezien toen ze haar ogen had gesloten. Haar hart bonsde snel in haar borstkast en ze wist dat een van de wezens dichtbij was, zonder water kon ze er echter niets tegen beginnen. En alsof die gedachte iets had losgemaakt borrelde er water door een kleine spleet in de vloer onder haar omhoog, dankbaar bracht ze haar vingers naar de ijskoude vloeistof om er een wervelende bal mee te vormen die ze in de richting van het schaduwwezen wierp. Een ijselijke kreet galmde in haar oren en een triomfantelijke grijns gleed om haar lippen. Maar het water bleef omhoog stromen, het wervelde zich om haar enkels, steeg tot aan haar knieën. Ze uitte hulpkreten maar die bleven onbeantwoord. Langzaam steeg het water tot aan haar kin. Ze probeerde een opening te creëren, het water weg te duwen, maar het zat overal. Net op het moment dat het water haar longen zou binnen dringen om haar te laten verdrinken schoot ze overeind.
Dante was over haar heen gebogen, een bezorgde blik in zijn ogen en zijn hand omvatte haar schouder. “Gaat het wel?” vroeg hij. Ze knikte terwijl ze nerveus om zich heen keek. Nergens was er water te bespeuren.
“Een nachtmerrie,” verklaarde ze voor ze zich overeind duwde. Dante liet de gouden draden waarmee hij haar gezicht had verlicht verdwijnen en liet zich naast haar tegen de muur zakken.
“Dorian en Evan zijn wakker,” zei hij “Ik ga proberen om met mijn kracht de stenen weg te halen zodat we hier wegkunnen.”
Sarit voelde hoe hij van haar weg kroop en een paar seconden later zag ze de rotsblokken die rechts de weg versperden oplichtten, Dante haalde de bovenste steen weg wat ervoor zorgde dat het plafond een deel in elkaar zakte en een regen van puin op hen neerdaalde.
“Misschien toch niet zo’n goed plan,” hoorde ze Evan mompelen.
“We moeten iets vinden waarmee we het plafond kunnen ondersteunen ter vervanging van die stenenhoop,” zei Dorian. “Er moeten hier toch ergens houten balken liggen die losgekomen zijn bij de instorting?”
Hij kroop op handen en knieën door de klein ruimte om eventuele balken te vinden en zette zich uiteindelijk terneergeslagen tegen de rotswand zonder ook maar iets gevonden te hebben dat hen zou kunnen helpen. Het bleef een hele tijd stil en Sarit concentreerde zich op het geluid van de ademhalingen van haar vrienden. Het maakte haar kalm en rustig, ze wist dat ze er niet alleen voor stond, het maakte dat haar hoofd wat helderder werd en ze beter kon nadenken, maar hoe sterk ze haar hersenen ook pijnigde, ze vond geen oplossing. Uiteindelijk verbrak Evan de stilte. “Zouden de anderen nog in leven zijn?” Zijn stem klonk stil, alsof hij het antwoord vreesde. Niemand antwoordde. Niemand wist het antwoord.
Dante krabbelde weer overeind en wandelde naar de rotsblokken toe. Een vastberaden blik brandde in zijn ogen. Terwijl hij met een hand het plafond omhulde in gouden stralen zodat het niet zou neerstorten haalde hij met zijn andere hand een voor een de rotsblokken weg. Sarit liep naar hem toe en vouwde haar hand rond zijn schouder zodat ze haar energie naar hem kon sturen. Langzaam maar zeker vormde er zich een opening tussen de rotsblokken. Een eindeloze gang spreidde zich voor hen uit. De moed zakte in Sarits schoenen als ze zag dat de gang eindigde op weer een onoverkomelijke muur van rotsblokken. Dorian rende de gang in en kwam even later terug met een houten balk die hij onder het plafond zette zodat deze niet op hen zou neervallen. Dante liet de gouden stralen die het plafond hadden tegengehouden verdwijnen en wachtte even tot hij zeker wist dat de houten balk het plafond zou kunnen dragen. Toen draaide Dante zich om en haalde ook de stenen aan de andere kant weg. Sarit voelde hoe er steeds minder energie in haar lichaam aanwezig was naarmate Dante de muur voorzichtig afbrak. Uiteindelijk was ook in deze muur een opening te zien.
“Wie is daar?” hoorde Sarit iemand vragen met raspende stem. Het was een dwerg die samen met een aantal andere dwergen tegen de rotswand gedrukt zat, zijn ogen vochtig. Sarit keek langs de kleine groep dwergen heen en zag dat Bryn, Alaïs, Lorion en Meriad zich ook in die ruimte bevonden. Alaïs was over Meriad heen gebogen wiens borst donkerrood zag van het bloed. Een hoopvolle blik glansde in haar ogen toen ze Sarit zag.
“Je moet hem genezen! Hij is onze enige hoop!” sprak ze smekend terwijl tranen in haar ogen blonken.
“Ik heb water nodig,” antwoordde Sarit terwijl ze haar blik neersloeg.
“We hebben hier geen tijd voor, we moeten hier weg voor heel de boel instort en we levend begraven worden!” schreeuwde Dante.
De dwergen rondom hen keken gefascineerd naar het schouwspel voor hen, een van de kinderen schraapte haar keel. “Ik weet waar er water is,” zei ze zacht.
Sarit keek naar haar om. “Kun je het ons tonen?”
Het meisje knikte maar de vader drukte haar stevig tegen zich aan voor ze ook maar de kans kreeg overeind te krabbelen. “Geen sprake van,” gromde hij. “Ik laat mijn dochter geen zelfmoordmissie ondernemen voor een beetje water dat de tovenaar kan genezen. Ik voel zo hoe kwaadaardig hij is, het beste is om hem gewoon te laten sterven. Ik snap zelfs niet waarom Morian hem in godsnaam heeft toegelaten in deze bergen! Voor mijn part is hij wel de oorzaak van al deze ellende!”
Sarit keek even naar de dwerg en wist dat hij zijn mening nooit zou herzien ook zal zou ze met enkele zeer goede argumenten kunnen afkomen om Meriad wél te vertrouwen, als ze die had gehad. Dus draaide ze zich naar het meisje en vroeg: “Kun je me zo goed mogelijk uitleggen waar het zich bevind?”
Het meisje keek even naar haar vader die nors voor zich uitkeek voor ze zich naar Sarit boog.
“Mijn papa heeft me verteld dat er ooit een rivier stroomde onder deze berg, als je onder de grond kunt kijken moet je hem zien liggen.”
Sarit slaakte even een diepe zucht. Maar Evan en Dorian begonnen haastig te graven na de woorden van het meisje: bij de instorting had de spleet zich langzaam weer gesloten en Evan had water zien glinsteren in de diepte. Na een tijdje begon Dante hen te helpen maar het was onbegonnen werk, het zou uren duren voor ze eindelijk onder de grond zouden kijken en dan nog konden ze niet doorheen steen graven.
“Hadden we degene die het element aarde kan beheersen maar al onder ons midden,” zuchtte Dante die zich terneergeslagen achterover liet vallen, zijn handen bevuild door aarde. Stilte daalde tussen hen neer en het enige licht dat zich door de ruimte verspreidde was afkomstig van de medaillons van Sarit en Dante. Het was maar een klein lichtpuntje in de immense duisternis tot een van de dwergen een toorts wist te ontvlammen met gebruik van vuurstenen. Sarit liet haar vingers op de muur van stenen naast haar glijden, ze waren niet meer zo ver van de uitgang verwijderd toen de berg finaal instortte. Dit zou de laatste muur moeten zijn die hen scheidde van buiten. Maar er viel nog steeds puin van het plafond naar beneden, gruis en stof die hen om de zoveel seconden bedekten. Het enige dat het plafond nog rechthield waren de houten balk en de twee muren van stenen aan weerskanten van de lange gang. Ze hoopte van harte dat de andere elfen zich aan de andere kant van de muur naast haar bevonden. Dat er niemand in de spleet was verdwenen die zich onder hen had geopend. Maar ze wist dat het ijdele hoop was.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen