Ik hoorde de wekker gaan. Het was nog veel te vroeg! Ik draaide me om om de wekker te snoozen. Het was pas 8 uur! Ik bleef nog even liggen en dacht aan de dag die nu zou komen. Ik zou eerst nog even boodschappen doen en rond 10 uur zou ik de bus naar Port Angeles pakken. Het was zo’n anderhalf uur reizen en als ik daar was moest ik de aankomstplaats van Tommie nog zien te vinden. Ik bedacht me wat ik allemaal tegen Tommie zou zeggen en hoe het hier in huis zou gaan. Toen ik mijn ogen opende zag ik dat het alweer half negen was. Ik slaap nooit door de snoozer heen! Ik sprong uit bed en kleedde me aan. Een ontbijtje zou ik in de supermarkt wel halen. Ik pakte mijn portemonnee en deed snel mijn jas aan. Ik opende de deur en ik keek even mijn ogen uit. Alles was wit besneeuwd. Het was nog zo stil buiten en het zag er zo vredig uit. Ik sloot de deur en liep langzaam het pad af, bang dat het glad zou zijn. Ik liep naar de supermarkt en kocht wat te eten voor vanavond. Ook haalde ik chips en andere lekkere dingen, zodat ik Tommie goed kon verwelkomen. Ik rekende alles af en liep weer naar huis.
“Goedemorgen buuf!” hoorde ik achter me. “Zal ik de deur eens voor je open maken?”
Ik glimlachte en knikte. “Ja graag.”
Maikel ging mij voor en opende de deur. Hij liet mij binnen en kwam achter me aan.
“Heel eerlijk gezegd heb ik niet heel veel tijd Maikel..” begon ik.
“Wat moet jij nou nog doen op deze laatste dag voor kerst?” vroeg hij me.
“Ik ga mijn broertje ophalen.” Glimlachte ik.
“Oh ja! Dat is waar ook, wat leuk! Hoe laat moet je weg?”
“Over een halfuurtje gaat de bus, dus over een kwartiertje moet ik toch echt wel weg.”
“Met de bus.” Lachte Maikel.
Ik keek hem even aan. “Is de bus niet goed?” vroeg ik hem.
“De bus duurt bijna twee keer zo lang als met de auto!”
“Ja, maar ik heb geen auto.. dus dan wordt het moeilijk rijden hè?”
“Weet je wat ook moeilijk rijden is?” vroeg hij me.
“Nou?”
“Een bus in de sneeuw.”
Ik keek hem vragend aan. “Wat bedoel je?”
“De bus rijd niet vandaag schat, het is te glad.”
Mijn ogen werden groot. “Hoe bedoel je, hij rijd niet?? Hoe kom ik dan bij Tommie? En hoe komt hij dan hier? Ik kan hem toch moeilijk op de airport laten staan? Jezus Maik, wat moet ik nu?” Ik keek hem wanhopig aan. Ik kon mijn broertje toch niet zomaar laten stikken?
“Nou ja, eigenlijk moet ik nog een kerstkaart sturen naar een vriend in Port Angeles, die kan ik natuurlijk ook even persoonlijk gaan posten.”
“Wat wil je daarmee zeggen?” vroeg ik verward.
“Dat ik je best wel even wil brengen hoor Veroon, als je het heel lief vraagt.” Knipoogde hij.
Ik sprong hem in zijn armen en knuffelde hem. “Dank je dank je dank je dank je dank je!” riep ik. Ik voelde me warm worden toen hij ook zijn armen om mij heen sloeg en ik liet hem gauw los. Mijn wangen werden rood en ik wendde mijn blik af.
“Graag gedaan hoor.” Zei Maikel zachtjes.
Ik knikte en voelde me nog harder blozen.
“Zullen we maar gaan dan?” vroeg hij. “het is al bijna half elf, en als we ook die kaart nog moeten posten..”
Ik knikte weer. Ik was ook zo’n loser soms, waarom kon ik niet gewoon normaal tegen Maik doen. Hij was zo aardig en het was toch gewoon een vriend? Maar nee, ik was weer te verlegen. Ik had mijn jas nog aan en ik liep met mijn tas achter Maikel aan. Hij hielt de autodeur voor me open en ik glimlachte even naar hem. “Dank je wel.” Mompelde ik nog een keer. Ik ging zitten en Maikel begon te rijden. We volgden de weg in stilte.

Sometimes it’s so hard to understand what she wants. ~ Maikel.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen