Foto bij I

'PIEP PIEP PIEP,' mijn ouwe vijand maakt me wakker. Ik ga recht op zitten en rek me uit. Ik stap uit bed en kleed me snel om. Snel ren ik naar beneden waar niemand is. Ik sla mezelf voor mijn hoofd, het is de eerste dag van de zomervakantie. Ik zucht. Waarom was ik gister vergeten om de wekker uit te zetten. Ik loop naar de tv en zet hem aan. Ik zap alle kanalen langs, maar zie dat er niks bijzonders is. Ik doe met tegen zin de tv weer uit en loop naar de boekenkast. Allemaal boeken over weerwolven en verschillende roedels staan netjes op alfabetische volgorde gesorteerd. Ik pak er een met de naam " Black Stone pack". Al snel zit ik helmaal verdiept in het boek.
Plotseling klinkt er door de kamer:' Goedemorgen Elena!' Mijn vader staat in de deur openig. Ik let niet op hem en lees gewoon door. Hij gniffelt.
'Nooit heb ik een kind zo verdiept in een boek gezien.' Ik kijk even op van mijn boek en kijk hem met een grijns aan. Mijn vader is een aardig mens, altijd vrolijk, lief, zorgzaam en zo kun je nog een heel rijtje op noemen. Hij is een weerwolf, net zo als mij moeder. Zij is ook erg aardig maar wordt soms erg snel boos. Dat heb ik dus waarschijnlijk van haar ge erft.
'En, hoe gaat het.'
'Goed hoor met jouw?' Ik weet niet waarom maar zo begint altijd een gesprek met hem.
' Ook goed, maar ik hoorde dat je vroeg op was vanochtend.' Weerwolven hebben een heel scherp gehoor, wat niet zo gek is. Ze hebben de zintuigen van een wolf. Meestal doen ze oordopjes in zodat als ik al wakker ben, zij niet meteen wakker hoeven te worden.
'Klopt ik dacht dat het maandag was, of zo iets...'
'Jij? En vroeg opstaan? Geen goede combie,' hij bulderde van het lachen. Ik schudde mijn hoofd en begon verder te lezen.
'Wat wil je all ontbijt?'
'Lijkt me logisch hè? Jogert met rozijnen en stukjes koek!' Mijn lievelings ontbijt, tenminste zo lang de koekjes nog knapperig zijn.
'Ik snap nog steets niet hoe jij dat lekker vind.' Hij pakt alle spullen en maakt het klaar. Daarna zet hij het voor me neer en begint aan zijn eigen voedsel. Kleine worstjes. Hij is een weerwolf, die hebben dat nou een maal nodig.
'Wat lees je?'
'Euuw... Black Stone Pack, geweldig boek. Waar leeft deze pack eigenlijk?'
'Geweldig boek hè? De pack leeft in Noorwegen.'
'Waarom zitten jullie niet bij een pack?' Hij verslikte zich in zijn eigen speeksel en begon te Hoesten.
'Dat weet je best zelf.'
'Nee dat weet ik niet.' Dit is volledig de waarheid, ze hebben mij nog nooit het verhaal verteld. Hij zucht.
' toen wij nog bij een pack zaten konden we op de aan of andere manier de comando's van de alfa negeren zonder pijn te lijden. Daar maakten we dus ook mis bruik van, af en toe. Op een gegeven moment begon het hun zo uit de strot te hangen dat ze ons verbannen hebben. Dus als je ooit bij een pack komt, zorg er voor dat je hun orders niet gaat negeren.'
'Ik denk dat dat niet erg lastig zou gaan, ik geen weerwolf.' Hij slaakt een diepe zucht.
'je bijde ouders zijn weerwolf dus het lijkt me sterk als jij het niet bent.'
'Waarom ben ik dan nog nooit getransvoormeerd?'
'Geen idee,' zegt hij met een spoortje boosheid. Plotseling komt mijn moeder binnen gelopepen.
'Goedemorgen allemaal,'zegt ze. Haar wallen zijn dikker dan normaal. Wat zou ze hebben gedaan vanacht?
'Goedemorgen,' Zeggen mijn vader en ik in koor.
'Mag ik ook wat?' En wijst naar de worstjes op het vuur. Mijn vander knikt en draait ze dan om. Ik eet mijn ochtendeditie op en lees daarna weer verder? Na een paar bladzijdes te hebben gelezen sla ik het boek dicht en staan er plotseling twee wolven voor mij gebakken worstjes te eten. Een gek gezicht, twee mega wolven die kleine gebakken worstjes eten.
'Nooit gehoord van mes en vork?' Ik loop naar boven toe en kijk even op mijn mobiel waar geen nieuwe berichtjes op staan. Ik zucht en loop weer naar beneden.
En schreeuw dan naar mijn ouders:' Ik ga even naar het bos. Doooooeg.' Als antwoord krijg ik een zachte grom wat ik maar zie als een ja. Ik ren naar buiten en kom in onze voortuin terecht. Ik loop naar het bos. Als ik het bos in loop zegt iets in mij dat ik om moet keren, maar ik negeer het. Ik begin te joggen en ren steets dieper het bos in.
Na een half uur in het bos te zijn geweest loop ik weer terug naar huis. Plotseling kraakt er een takje in het bosje naast me. Niet helemaal op mijn gemak loop ik verder. Plotseling hoor ik een grom achter me en begin hard te rennen. Als ik een paar meter de hoek om ga staat er een mega grote grijze met rode ogen op het pad. Hij gromt naar mij, ik draai me om en zie daar nog een wolf staan. Ze lopen langzaam steets dichter bij.
'O, help...,' Fluister ik tegen mezelf. Nog een grote wolf komt er bij. Er is nog maar een kant waar ik heen zou kunnen vluchten, maar ik blijf staan. Ik hoor een zachte grom uit de bek van een van de wolven komen.
'Vergeet me nooit papa en mama.' Ik hoor alle wolven een geluid maken dat een beetje lijkt op lachen, zeker is het niet. Op dat moment hoor ik en wolf huilen dicht bij mij. Er springt een andere reusachtige zwarte wolf met een witte poot uit de bosjes, deze heeft bruine ogen. Hij vliegt een wolf aan sn niet veel later springen er twee vrouwtjes wolven uit. luid gegrom gelinkt er door de lucht. Plotseling komt er nog een wolf die zich op mij concentreert. Vol angst kijk ik toe hoe de wolf steets dichter bij komt. Ineens schiet er een enorme pijn door mijn botten. Ik val op de grond en voel mijn botten breken. Ik gil het uit en begin te stuipetrekken. Mijn haren groeien en mijn vinger worden korter en er groeien klauwen uit en ik krijg plotseling een staart. Plotseling houd de pijn op en is alles stil. Ik doe mijn ogen voorzichtig open. Iedereen staard naar mij. Ik ga recht op zitten en schuld mijn kop uit. Ik ruik allemaal nieuwe geuren. De sterke geur van bloed en het bos. De wolven vallen elkaar weer aan. Na verloop van tijd jagen de niet rode ogen de anderen weg. Ik ren snel terug naar huis. Gelukkig ligt het aan de randt van het dorp waar niemand me zou kunnen zien. Ik ren naar boven en verander daar terug in een mens en kleed me aan. Ik plof op het bed neer en kijk uit het raam. Plotseling komen mijn ouders de kamer binnen stormen.
'Was jij dat? Die grote wolf die ons huis binnen sloop,' Vraagt hij met een verbaasde blik.
'Euuuw.... Ja..?'
'Je was werkelijk prachtig! Een mooie witte wolf met een grijze streep op je rug en geelige ogen.'
'Kijk maar eens in de spiegel!'
'Hoe moet ik veranderen dan,' Vraag ik onzeker.
'Je concentreert je op een wolf en wacht.' Ik doe wat mijn vader zegt en verander meteen in een wolf. Ik loop naar een spiegel en bekijk mezelf van top tot teen. Ik ben echt prachtig! Iets groter dan mijn moeder maar wel vijftien centimeter kleiner dan mijn vader. Ik loop terug en hou mijn kop een beetje schijn en mijn ouders beginnen te lachen.
'Je moet terug veranderen door aan je mensen vorm te denken.'
'En als je het wil weten je ruikt een beetje naar dennenbos en cocosmelk.' Ik glimlach en verander terug.
'Waarneer zou ik op zoek gaan naar een roedel?' Mijn ouders beginnen te lachen.
'Ik denk dat je re binnen kort wel een zal vinden, of ze vinden jou.' Op dat moment gaat de bel. Mijn vader doet open en ik langzaam naar beneden.
'Kunnen we even binnen komen?'
'Natuurlijk, waarom zou het niet mogen?' Ik loop naar de woonkamer terwijl de mensen hun jassen en schoen uittrekken. Ik plof neer op een rode stoel. Een van de meisjes komt binnen. Ik gok dat zij achttien is. Ze gaat zitten op de bank en kijkt mij strak aan. Ik wend mijn blik af naar het raam. Een jongen komt binnen met gok ik de zelfde leeftijd als mij. Het laatste meisje van rond de zeventien komt binnen lopen. Allemaal staren ze naar mij waardoor ik me erg ongemakkelijk voel.
'Willen jullie meschien wat te drinken?'
Ze kijken elkaar even aan en dan zegt de jongen:' Allemaal water alsjeblieft.' Ik loop naar de keuken en pak een paar bekertjes die ik vul met water. Ik hoor mijn ouders en de vreemdelingen praten.
'We weten wat ze is, net als jullie.'
'Wat is ze dan?'
'Een weerwolf, net als jullie.'
'Wacht.... Hoe weten jullie dat?'
'Zo als je weet kunnen wolven erg goed ruiken, en we herkennen jullie geur wel. En we dachten aangezien jullie eenlingen zijn, meschien willen jullie wel bij onze roedel?'
'Welke roedel zijn jullie dan?'
'The VIRE MOON pack, aangezien jullie veel boeken hebben over weerwolven zullen jullie ook wel een boek hebben over onze pack.'
'Hadden jullie mij verdedigt in het bos,' Vraag ik voorzichtig.
'Dat heb je heel goed geraden.'
'Mogen we een keer komen kijken bij de pack?'
'Nou eigenlijk kwamen we jullie vragen of jullie meschien mee zouden kunnen komen om te kijken?'
'Is het ook al met jullie alfa af gesproken?'
'Natuurlijk, maar komen jullie mee?'
'Natuurlijk! Te minste als jullie het goed vinden.' Ik kijk mijn ouders aan die het er zo te zien ook me eens zijn. Ik geef het water aan de mensen van de roedel en ga op mijn eigen stoel zitten.
'We doen het.'
'We gaan zo, eerst even het water opdrinken.' Allemaal gieten ze het water In een keer achter over.
'Dan gaan we maar.' Iedereen liep naar buiten en bij de randt van het bos veranderen we in wolven. We keken Alkmaar aan en vertrokken. Ze renden erg snel er vandoor maar ik haalde ze weer in. Mijn vader en moeder haalden ons wat later in.

Na een half uur te hebben gerend kwomen we aan op een prachtige open plek midden in het bos. Er staan ongeveer vijftien kleine huisjes en een mega Vila. Het staat in de vorm van een halfe maan. Wat het meest op viel is dat iedereen bruine ogen heeft. Daar had ik nog nooit wat over gelezen. We lopen regel recht naar de Vila waar iemand staat te wachten. Van af een afstand weet ik dat dat de alfa is. Als we steets dichter bij komen valt me meteen op dat de Vila helemaal versiert is met rode strepen.
Als we vlak voor de alfa staan zegt zegt hij:' Welkom bij the VIRE MOON pack.'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen