Foto bij 010 Elena

En zoals ik eerder in de bioscoop had gezien, komt het grote deel van de dwergen samen met Gandalf binnen. De tovenaar kijkt me meteen aan als hij binnen is, niet wetend wie ik ben.
'Gandalf toch?' vraag ik, terwijl ik naar hem toe stap. Hij bekijkt me goed, waarna hij me lijkt te herkennen.
'Ik heb je eerder gezien, maar ik kan me niet meteen herinneren van waar. Je ziet er gekleed uit als een mens, maar je bent een elf.' merkt hij op. Ik kijk hem bedenkelijk aan, opnieuw wordt er gezegd dat ik lijk op een elf. Een pluk haar komt voor mijn ogen, die ik vastneem en achter mijn oor steek. Ik slaak een gil als ik puntige oren voel, dit kan toch niet zomaar gebeurd zijn!
'Waarom moet de jonge dame gillen? Toch geen spin gezien?' vraagt een dwerg spottend. Als ik hem even aan kijk, weet ik dat zijn naam Dwalin is.
'Nee meneer Dwalin, ik zag geen spin.' zeg ik nors. Bij het horen van zijn naam, kijkt hij me wantrouwig aan maar ik negeer die blik en draai me terug om naar Gandalf.
'Oké ik heb genoeg van deze grap, het was allemaal leuk maar nu wil ik terug naar huis.' zeg ik tegen de tovenaar. En ik heb er inderdaad meer dan genoeg van, wie deze zieke grap ook bedacht heeft mag het nu beëindigen.
'Welke grap?' de man die Gandalf genoemd wordt, kijkt me vragend aan. Ik grom wat, waarna ik langs hem heen stap. Voor ik de deur kan bereiken, hoor ik welbekende deuntje die ik eerder in de film had gehoord. En kort erna beginnen ze met allerlei dingen te gooien zoals borden, glazen en bestek. Niets ontsnapte aan hun handen en ze lachten erop los als alles proper gestapeld op tafel staat. Hoofdschuddend draai ik me terug om naar de deur en doe deze met een ruk open, waar ik een dertiende dwerg aantref. Deze was in de bioscoop vaak in beeld geweest, Thorin Oakenshield is zijn naam. Zijn hand is op gehoffen, wat aantoont dat hij net wou aan kloppen.
'En wie mag jij wel zijn? Onze nieuwe inbreken toch niet, elf?' hij spreekt het laatste woordje uit alsof het vuil is. Beledigend kijk ik hem aan, maar ga niet voor hem aan de kant.
'Ik steel niet, dus nee ik ben niet je inbreker dwerg.' zeg ik het laatste even neerbuigend zoals hij deed. Hij kijkt me nijdig aan, waardoor ik verwacht dat hij me een klap zou uitdelen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen