[center]
Ik zat in de tent van Helena. Ze was een van de weinige die weigerde om in een huis te wonen. Ze had een voorspelling gedaan en ik kon haast niet beseffen wat ze zojuist had gezegd.
“O, en lieverd, even over die nare dromen van jou. Dat gebeurt nu.” En ze wees naar de opening van de tent. Opeens was ik compleet bevangen door de angst. De nachtmerrie die ik wekenlang beleefde in mijn dromen werd werkelijkheid. “Lucia, je weet wat je moet doen, verlaat het dorp. Ga naar Camelot!” Ik rende naar buiten, zoekend naar mijn ouders. Dit kon gewoon niet waar zijn, vader was pas net terug, de Zonnewende was net gevierd. Ik greep een zwaard vast dat op de grond lag om mezelf te verdedigen. “Mam, pap! Waar zijn jullie?!” Vanuit het niets kreeg ik een klap van rechts, ik vloog door de lucht en ik belandde vol in de modder. Nou, lekker dan. Heel even leek de tijd stil te staan en keek ik naar het slachtveld dat zich voor mijn ogen afspeelde. Verschillende huizen stonden in brand. Mannen en vrouwen van mijn dorp vochten tegen diegenen die ons dorp aanvielen. En ik wist hoe het zou eindigen. Tranen liepen over mijn wangen. Niemand zou dit overleven, zelfs geen enkel kind.

Als niemand het overleefde, zou ik strijdend ten onder gaan en ik stortte me op de eerste man die ik niet kende en vermoordde hem in koelen bloede. Ik trok het zwaard uit de borst van de man. “Lucia!” Het was mijn moeder en ik keek om mij heen en ik zag haar staan naast een huis. Ik rende naar haar toe alsof alles ervan afhing. “Mam, waar is pap?” Ze schudde haar hoofd. Tranen liepen weer over mijn wangen. Opeens viel het me op dat ze teugels in haar hand vast had. Het was een paard. “Mam, wat heeft dit te betekenen?” Ze zuchtte. “Jij moet gaan.” Ze duwde me richting het paard en hielp me het paard bestijgen. “Mam, iedereen gaat dood. Dat was mijn visioen.” Moeder huilde. “Niet iedereen. Helena voorspelde dat jij op zoek moest gaan naar Emrys. Jij overleeft dit!” Ik schudde mijn hoofd. Ik wilde er absoluut niks van weten. Moeder leidde het paard naar de rand van het bos. “Lucia, luister schat. Ga naar Camelot en vraag naar een toevluchtsoord. Maar gebruik in godsnaam geen magie! Uther Pendragon zorgt er dan persoonlijk voor dat je op de brandstapel belandt. En nu, ga! Wees veilig! Ik hou van je!” Ik galoppeerde met het paard de duisternis in. Alles wat ik kende, moest ik achterlaten. Over de rand van het uitzichtpunt keek ik naar beneden. Het vuur wakkerde steeds verder aan, vrouwen en kinderen schreeuwden om vergiffenis. Ik klom weer op het paard en reed richting Camelot.

Ik werd naar de troonzaal ondersteund door twee bewakers. Uther Pendragon zat op de middelste troon, links van hem zat een blonde jongeman. Arthur Pendragon. “My lord, we vonden haar net buiten het kasteel tijdens een patrouille.” De bewakers lieten mij los, maar ik had er de kracht niet meer voor om te blijven staan en ik stortte op de grond, op mijn knieën. Uther stond op. “Haal Gaius! Nu!” Ik keek naar mijn kleding en besefte ineens hoe ik eruit zag. Buiten het kasteel had ik mijn wonden proberen te helen met magie, maar het mocht niet baten.
“Spreek, wat is er gebeurd?” In mijn ooghoeken zag in een oude man die zich naar de koning snelde, Gaius vermoedde ik. Maar wat deed die jongen met die rode sjaal erbij? “Mijn dorp is vannacht aangevallen. Het was verschrikkelijk!” Tranen liepen over mijn wangen toen het slachtveld zich weer in mijn gedachten afspeelde. “Arthur, ga met de ridders naar dat dorp. Controleer of er nog overlevenden zijn.” “Meteen, vader!” Ik schudde mijn hoofd. “Ik ben bang dat iedereen dood is.” Een warme vloeistof verspreidde zich over mijn rechterzij en ik keek naar mijn rechterzij. Een enorme bloedvlek was ontstaan, op de plaats waar ik was gestoken. “O, god,” waren de laatste woorden die ik nog kon uitbrengen voordat ik flauwviel.

Reageer (2)

  • Bcollienr1

    Omg een nederlandse Merlin fanfictie
    +abo

    9 jaar geleden
  • DreamFollower

    Wauw! Ik kan haast niet wachten tot Donderdag!

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen