Foto bij - 5 -

Vroeger schreef ik áltijd iets in de inleiding, maar ik weet tegenwoordig niets meer te verzinnen. Dus, eh, hoi? :'D

Percy bleef, maar hij weigerde de helft van Olivers lunch te stelen. Oliver zei dat hij niet zou eten als Percy niets had en Lucy was in de war toen haar werd gevraagd of ze niet een broodje erbij wilde pakken, want zoals ze zelf terecht opmerkte, was haar altijd verteld dat ze niet met volle mond mocht praten. Uiteindelijk zaten ze dus allemaal rond Olivers bureau zonder eten. Percy was allang blij dat Oliver een stoel voor hem had weten te regelen die niet een formaat had dat op huiselfen en kinderen van Lucy’s leeftijd was berekend.
      “Lucy,” begon Oliver, “weet je waarom ik met je wilde praten? En waarom je vader hier is?”
      “Ja,” antwoordde Lucy met duidelijke tegenzin. Toen Oliver wachtte op meer uitleg vervolgde ze: “Ik was gemeen tegen Rick.”
      “Dat klopt. Wil je sorry zeggen?”
      Bij deze vraag scheen Lucy minder moeite te hebben met het vinden van een antwoord. Ze sloeg haar armen over elkaar en stak haar kin in de lucht. “Nee.”
      Percy deed zijn best om zijn frons alleen mild afkeurend en ouderlijk over te laten komen, niet alsof hij nog steeds moest bekomen van de schrik van daarnet en bezorgdheid omdat hij zich afvroeg of dit het begin was van een criminele carrière. “Waarom niet?”
      “Daarom niet.”
      Percy wierp een blik in Olivers richting, maar die kon hem ook niet meer bieden dan het ophalen van zijn schouders. “Ze heeft ons nog niet willen vertellen waarom ze het heeft gedaan.”
      “Lucy?” vroeg Percy. “Zou je het wel tegen mij willen zeggen?”
      Lucy was even stil en schoof een beetje heen en weer op haar stoel. “Hij was zelf gemeen.”
      “Wie was gemeen? Rick? Heeft hij je pijn gedaan?”
      “Nee,” gaf Lucy onwillig toe. “Maar Betty wel. Hij trok aan haar staart en zei dat haar jurk stom was. Dat was een leugen.”
      “Betty? Wie is Betty?”
      “Een klasgenootje,” zei Oliver, op bijna exact hetzelfde moment dat Lucy weer begon te praten met een veel duidelijkere uitleg.
      “Betty is mijn vriendin en we hebben besloten dat jongens stom zijn, behalve onze papa’s en Betty’s baby broertje en meester Oliver en de prins uit Sneeuwwitje. En we hebben ook besloten dat we met elkaar gaan trouwen, want de prins hoort bij Sneeuwwitje en Betty’s baby broertje is nog veel te klein, want dan kunnen we allebei een jurk aan zoals die van tante Fleur in de foto’s. Maar Rick zei dat twee meisjes niet konden trouwen en hij zei dat Betty’s jurk stom was en dat is niet waar en hij maakte Betty bang, dus moest ik hem een duw geven zodat hij niet nog een keer aan haar staart kon trekken.” Terwijl ze praatte was Lucy steeds verder naar het puntje van haar stoel geschoven en pas toen ze klaar was leek ze te beseffen dat ze net bijna tegen haar vader en haar leraar had geschreeuwd. Ze werd op slag rood en staarde naar de punten van haar schoenen. “Sorry,” voegde ze er mompelend aan toe.
      Percy wist niet waar hij moest beginnen. Hij wist, als hij objectief naar de situatie keek, dat het nog steeds niet in orde was dat Lucy een jongetje van haar leeftijd een duw had gegeven, om wat voor reden dan ook. Maar het ging hier om zijn dochter. Het ging om zijn dochter, die ondanks de ouders die ze had een prachtig, trots, moedig klein mens was dat kwaad was geworden omdat ze had gezien dat een ander meisje in een hoek gedreven werd. Percy kon het werkelijk niet in zich vinden om iets anders te voelen dan trots en opluchting dat zijn dochters beter waren dan hij. Zij zouden geen jaren van isolatie nodig hebben tot ze beseften dat zwijgen geen oplossing was.
      “Lucy,” zei Oliver. Het was even schrikken om zijn stem te horen, want Percy was al bijna vergeten dat er nog iemand in de kamer was. “Ik hoop dat je begrijpt dat het niet goed is dat je iemand hebt geduwd.”
      Lucy knikte langzaam.
      Oliver knikte ook, en Percy zou op dat punt hebben ingegrepen als Oliver daarna niet had geglimlacht op een manier die bijna uitdrukte wat Percy voelde. “Maar het is heel, heel goed van je dat je Betty verdedigde. Betty’s jurk vandaag was prachtig en jullie kunnen wel degelijk trouwen, als jullie dat over vijftien tot twintig jaar nog steeds willen, dus luister vooral niet naar wat iemand zoals Rick zegt. Oké?”
      “Oké,” stemde Lucy gemakkelijk in. Ze wachtte even of er nog meer zou komen, maar toen dat niet het geval bleek keek ze van Oliver naar Percy. “Kunnen we dan nu gaan eten? Ik heb honger.” Percy vroeg zich niet voor de eerste keer af wat hij goed had gedaan in zijn lange leven van foute beslissingen om zulke kinderen te verdienen.

Reageer (3)

  • Wiarda

    Haha, ik ben in ieder geval blij dat ik niet de enige ben die wanhopig Heart of Gold in ieder HP verhaal probeer te proppen, zelfs als het écht niet past. High five, Altaria. :'D

    En ohmygosh, Lucy. Er waren zat kleine momentjes die even heel erg Perciver en heel erg schattig waren, maar des te langer ik hierover nadenk, des te meer ik van het hoge papa!Percy gehalte in dit hoofdstuk begin te houden. Oh gosh, wat nou als Perce zich daar tijdens Audreys zwangerschap eindeloos zorgen om heeft gemaakt? Geen enkele ouder gunt het zijn of haar kind om zich door zoveel foute keuzes en slechte gevolgen te moeten worstelen en Percy nog het minst van allemaal, lijkt me. Oh Lucy, jij prachtige ziel, ga alsjeblieft door met het bewijzen dat je vader toch echt wel twee dingen bijzonder goed heeft gedaan, want hij heeft het verdiend.

    9 jaar geleden
  • Necessity

    Awwww dat is lief van Lucy
    en Altaria zegt het allemaal dus ik kan hier weinig neerzetten

    9 jaar geleden
  • Altaria

    Ahhwwww Perce het valt allemaal wel mee wat jij fout hebt gedaan! Ik bedoel iedereen weet toch dat jij eigenlijk lid was van een geheim spionnen tegen Voldie kamp en dat je daarna gebrainwasht bent zodat je nu Oliver niet meer kan herinneren (en het kamp) en dat je nu een tweede kans krijgt om een relatie met hem te beginnen? Love it! HOOI Square!

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen