Gilradal verschijnt er in mijn dromen. Gewoon een woord, waarna een prachtig landschap te zien is. Het lijkt zo bekend, alsof ik er gewoond heb en toch weet ik er niets meer van.
'Maeve?' ik draai me om en kijk opnieuw naar die ijzige ogen.
'Thanduil!' roep ik en omhels hem meteen. Opnieuw zie ik het beeld op die bepaalde dag in een groot bos, ik loop van de man weg en verstop me. Hij zoekt me, vindt me uiteindelijk en ik noem hem spelbreker. Mijn handen liggen op zijn schouders en vlak voor ik hem kan kussen, voel ik een stekende door mijn lichaam gaan.


Bezweet word ik wakker uit deze nachtmerrie. Opnieuw die droom, opnieuw maak ik mijn bijna doodervaring mee. Wat is er zo bijzonder dat ik het steeds opnieuw droom?
'Gaat het?' Fili kijkt me bezorgd aan. Ik sluit even mijn ogen, laat een hand door mijn haren heen gaan en kijk hem vervolgens weer aan.
'Ja, slechte droom.' fluister ik, om de anderen niet wakker te maken. Fili knikt even, maar blijft me bezorgd aan kijken.
'Ik ben zelfs al vergeten waarover het ging.' vertel ik hem zachtjes. Ik had noch de behoefte, noch zin om hem de waarheid te vertellen. Fili lijkt mijn antwoord voorlopig te accepteren en gaat zelfs terug liggen. Na mijn kopje thee in de avond, was ik in de woonkamer van Bilbo in slaap gevallen op een donzig deken. Ori had het voor mij al opgegeven en lag dan al te snurken als ik ook wou slapen.
'Volgende keer kun je maar beter een andere uitvlucht uitkiezen.' mompelt Fili, waarna hij zich omdraait. Verbaasd kijk ik naar hem, dat hij dat toch heeft opgemerkt dat ik loog laat even mijn hart sneller kloppen. Ik voel zo mijn wangen rood worden, waardoor ik even mezelf verafschuw. Waarom moet ik zo nodig altijd blozen als er iemand ontdekt dat ik de waarheid niet wil zeggen. De maan hangt nog hoog in de lucht, maar toch heb ik het gevoel dat ik de slaap niet meteen zal hervinden. Dus besluit ik maar om op te staan en even strijk ik mijn kledij opnieuw glad. Die donkerblauwe, bijna grijze ogen uit mijn dromen blijven maar voor mijn netvlies spoken. Ik ben gewoon benieuwd wie deze man is, als hij hier ergens woont alleszins.
'Je zou beter nog wat slapen, je hebt net als ons nog een heel avontuur voor de boeg.' zegt Thorin zachtjes. Hij komt naast me staan, zodat hij even door het raam kan kijken.
'Ik kan niet meer slapen.' zeg ik hem eerlijk.
'Dat gevoel ken ik maar al te goed. Maar geloof mij als ik zeg dat je beter nog eens kunt proberen om te slapen.' blijft hij volhouden.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen