Pi verscheen weer naast me. Hij keek me tevreden aan.
'Kun je me nu zeggen hoe ik weer mezelf word?'
Pi keek me even bestuderend aan. 'Ze zijn opzoek naar je, jongen. Je oorspronkelijke gedaante zal teveel opvallen, vrees ik.'
En hoe stom ik het ook vond, ik moest wel toegeven dat hij daar een heel goed punt had.
Ik rolde op mn buik en kroop een beetje omhoog. Ik kuchte een ongeluk en er kwam wat rood spul uit me. Het smaakte raar half bekend half onbekend.
'Je ziet er niet zo best uit jongen. Gaat het wel. Ik dacht dat je binnen zat.'
Ik schrok van de stem en keek omhoog. Dat gezicht had ik kort geleden nog gezien...
'Ik maak een wandeling,' zei ik, terwijl ik steeds verder achteruit stapte.
'Een wandeling?' vroeg hij ongelovig. 'Ik geloof er niks van!'
'Je... Je... Je zei dat ik weg mocht wanneer ik wil... Toch?' Zei ik terwijl ik verder achteruit stapte.
'Had ik gezegd dat je weg mocht!?!? Ik zei dat je moest wachten! Dat heb je niet gedaan. Je bent een ongehoorzaam beest! Als je niet naar me gaat luisteren zorg ik ervoor dat je naar me gaat luisteren!'
'Hoe dan?' Ik had al spijt van m'n vraag toen ik het uitsprak...
'Hoe dan?' Hij liet een spottend lachje horen. 'Wil je soms een voorproefje?'
Bang deinsde ik achteruit. Wanhopig zocht mijn blik naar Pi - de enige die ik op dit moment bij me wilde hebben. Maar hij was spoorloos. Ik zag enkel de lange sprieten gras en de stenen van het pad dat misschien wel mijn uitgang kon zijn geweest. Alles ik sneller was, als ik minder had getwijfeld. Dan... Misschien...
'Liever niet...' zei ik met een schrille stem, mijn keel voelde kurkdroog aan.
'Dacht je echt dat ik naar jouw voorkeur zou luisteren?' vroeg hij terwijl zijn ene wenkbrauw omhoog schoot.
In zijn handen verscheen een zweep...
Ik schudde mijn hoofd heen en weer bij het zien van die zweep... Wat wilde hij ermee gaan doen?
'Bij ondeugendheid hoort een straf. Snap je dat?'
Ik knikte ja. Ik voelde angst in elke cel dat op en in mijn lichaam zat. Mijn knieën knikte zo erg dat ik in elkaar viel als een zakdoek. Ik keek hem aan en er kwam een krakerig geluidje van. 'Alsjeblieft niet' door heen.
'Straf verdien je!' De man liep dichter naar mij toe en ik sloot m'n ogen wachtend op wat ging gebeuren.
Maar de klap, de zweepslag, die kwam er niet.
Ik hoorde enkel een doffe plof.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen