Er stond een houten kast in de kamer met glas in de deuren. Het glas was smerig en Mort kon wel zien dat zijn oma zelf ook al lang niet meer in de kamer was geweest. Ze miste opa. Mort wou dat hij het zelfde kon zeggen, maar hij had de man nooit gekend.
Hij opende de deur. Het kraakte en er donderden wat spullen uit. Het eerste wat Mort op viel was de stok waar hij al zo lang naar op zoek was. Met een brede grijns pakte hij de stok van de grond en legde hem aan de kant. Hij kon de troep niet laten liggen, dus stapelde hij de papieren en boekjes op. Hij keek bij elk boekje of er misschien een slotje aan hing, maar geen geluk. Wat hij wel vond was een foto lijstje. Een man en een vrouw stonden naast elkaar: de man had een legeruniform aan en de vrouw een jurk. Toen hij even beter keek naar de foto zag hij dat de vrouw zijn oma was. Dan was zonder twijfel de man naast haar zijn opa. Een leuk stel, vond Mort. Hij zette het lijstje terug in de kast en deed de glazen deur dicht. Daarna pakte hij de stok op en liep terug de gang in. De deur viel met een klik achter hem dicht.
Met de stok in zijn handen liep hij naar het luik en haakte het ijzeren haakje aan het uiteinde van de stok door het ringetje dat aan het luikje zat bevestigd. Hij trok de stok naar beneden waardoor het luik open ging en de trap naar beneden gleed. De stok legde hij op de grond naast de trap en hij klom naar boven. Het was stoffig op de zolder en het duurde even voor hij het lichtknopje had gevonden. Hij kreeg kippenvel van de hoeveelheid spinnen die aan het plafond hingen. Toen hij een doos zag met de naam “Franklin” er op wist hij meteen dat hij goed zat. Daar moest het dagboek wel in zitten. Hij nam plaats op de grond naast de doos en opende het. Een voor een nam hij de spullen er uit en bekeek ze. Het waren oude kleren en riemen; en hier en daar zat er een briefje tussen. Ze waren allemaal geadresseerd aan Marilyn. De verhalen gingen over mensen op “de basis” en dingen die er gebeurd waren op het veld. De laatste brief, helemaal onder in de doos, vertelde dat het zwaar werd en dat hij hoopte nog thuis te kunnen komen. Ondertekend door Franklin Osfield.
Mort las de brieven met een glimlach. Hij was zo lief voor haar. Alleen de laatste brief maakte hem nog nieuwsgieriger. Was er meer? Of was dit echt de laatste.
‘Mort? Ben je daar?’ hoorde hij zijn oma roepen. Hij keek geschrokken op en gooide de spullen terug in de doos. ‘Ja,’ mompelde hij. ‘Ik ben boven.’ Hij hoorde voetstappen op de trap en zijn oma stak haar hoofd door de opening van de zolder. ‘Hoe kom je hier?’ Ze keek hem met een frons aan. Ze was meer nieuwsgierig dan boos, zag Mort. Hij haalde het sleuteltje uit zijn zak en liet het haar zien. Ze keek geschrokken op. ‘Hoe kom je daar aan?’
‘Die hing in het schuurtje en ik wil weten waar het bij hoort.’
‘Kom eerst maar naar beneden, want daar ga je toch niets vinden,’ zei ze en ze liep het trapje weer af. Mort volgde haar. Nu wist hij zeker dat hij er achter ging komen.
Ze namen samen plaats aan de eettafel. ‘Allereerst wil ik weten wat je denkt dat je in handen hebt.’
Mort twijfelde door deze vraag. Was het dan toch niet wat hij dacht dat het was. Hij besloot een niet veelzeggend antwoord te geven, in de hoop dat zijn oma daar op zou door gaan. ‘Een sleutel.’
Marilyn bleef hem aankijken en wachtte op meer dan een sleutel.
‘Van een dagboek,’ maakte Mort zijn zin af na een lange pauze. Zijn oma pakte het sleuteltje uit zijn hand. ‘Ik heb hem daar opgehangen omdat ik hem tegen kwam tijdens het opruimen van de schuur.
Het hoort inderdaad bij een dagboek. Het dagboek van Franklin. Die kreeg ik toe gestuurd toen ik zwanger was van je moeder. Dat was iets nadat ik de laatste brief had gekregen.’ Ze ging er van uit dat Mort alle brieven gelezen had. ‘Ik heb het nooit geopend en dat ben ik ook niet van plan.’ Ze keek weg.
‘Ben je dan niet nieuwsgierig naar wat er in staan?’ Mort kon niet begrijpen dat ze niet wou weten wat er met zijn opa gebeurd was. Hij was zo maar verdwenen en ze wist niet waarom, of waar hij heen was gegaan. ‘Waar is het dagboek, oma?’ vroeg Mort. Hij kon zien dat het haar zwaar viel, maar ze stond uiteindelijk wel op. Ze liep naar de grote kast achter de eettafel. Dat was de kast waar het servies in stond. Het was een kast met drie grote deuren met glazen raampjes en twee grote laden er onder. Marilyn opende de onderste lade en haalde er een oud, bruin, leren boekje uit. Het dagboek. Ze legde hem op tafel en legde de sleutel er op. Daarna ging ze tegenover Mort zitten, haar armen over elkaar gevouwen. Het was even stil. Mort twijfelde of hij het nu wel wilde. De druk was groot en hij zag aan zijn oma dat ze het niet wilde, maar zijn nieuwsgierigheid was hem de baas.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen