Nadat ik weken heb gevochten met een medisch boek van Gaius, had Gaius mij meegevraagd om een bezoek te brengen aan een zieke inwoner van Camelot. “En blij dat je eindelijk dat boek hebt uitgelezen en omschreven hebt?” Gaius lachte erom maar ik vond het absoluut niet grappig. “Dat wel maar die opmerkingen van Merlin hangen me echt de keel uit zeg.” Troost je, hij is nog niet aan dat boek begonne en dat gaat voorlopig nog niet gebeuren.” Gaius moest nog even op de markt zijn kruiden aanvullen terwijl ik hem advies moest geven of het nodig was of niet. Gaius was op leefdtijd en vergat weleens wat dingen. We liepen naar het huis waar de zieke zich verbleef en opeens werd ik bijna omvergelopen door een man. “Hey, pas een beetje op!” De man draaide zich om en keek me aan. “Mijn excuses, vrouwe. Ik zal voortaan beter opletten!” Ik kreeg het gevoel dat ik door duizend ogen werd bekeken. Ook toen de man zich had omgedraaid, behield ik het nare gevoel. Er was iets vreemd aan de man. “Lucia kom je nog?” Gaius keek me vragend aan. “Er klopt iets niet aan die man.” Gaius knikte instemmend. “Dat is een zorg voor later, eerst moet de zieke geholpen worden.” We klopte aan bij het gezin en in het kleine huisje, lag de zieke man op bed. Hij zag er verschrikkelijk uit. Ik vroeg me af of Gaius hetzelfde dacht als mij maar dat betwijfelde ik want ik herkende het als de pest. “Wat raad je aan, Lucia?” Geconcentreerd dacht ik na. “Een mengsel van jeneverbes, helmkruid, monnikspeper en kaneel voor de smaak.” Gaius keek me aan alsof hij onder de indruk was. “Je bent beter dan ik dacht Lucia. Hij mag voorlopig niet naar buiten om besmetting te voorkomen. Het drankje zal later worden gebracht, zodra het klaar is.” We namen afscheid van het gezin. “Ik hoop niet dat het uitbreekt, anders gaan we nog een groot probleem krijgen en ik denk niet dat Uther nog veel kan hebben.” Ik knikte, er was al veel gebeurd de laatste tijd maar Uther wiist wat het risico was van koning te zijn. “Gaius! Lucia! Alsjeblieft help mijn man!” Een vrouw stond ineens uitgeput voor ons. Hijgend vertelde ze dat haar man volledige onder de bulten zat. Gaius en ik volgde de vrouw naar haar huis. Gaius wilde naar binnen gaan maar dat leek mij geen goed idee. “Gaius laat mij maar gaan. Ik kan dit aan. We kunnen geen geneesheer verliezen.” Gaius duwde mijn hand weg. “Dit is het risico van het vak.” Gaius trok de deur open en een ongelooflijke vieze stank kwam ons tegemoet. Alsof er een lijk dagen heeft liggen te rotten. Ik hield de mouw van mijn jurk tegen mijn mond en ik liep achter Gaius mee naar binnen. De man lag op bed en zag er verschrikkelijk uit. Overal bulten, zwarte vlekken en leek flink koorts te hebben. “Alsjeblieft... Laat deze pijn ophouden! Ik kan er niet meer tegen.” Gaius keek me aan. “Ik heb geen verdovende middelen bij me en zou ik het bij me hebben, zou hij waarschijnlijk sterven.” De man kreunde van de pijn. Het was ondraaglijk om te zien. Ik zuchtte diep. “Ik kan je een pijnloze dood geven als je dat wilt.” Ik had de vraag rechtstreeks aan de man gevraagd. “Hoe wil je dat doen?” Ik pakte zijn hand vast en ik ging op mijn knieën op de grond zitten. “Vertel eens hoe je je vrouw hebt leren kennen?” Achter me hoorde ik de deur opengaan en een huilende echtgenote langzaam naar binnenkomen. Het gezicht van de man klaarde gelijk een beetje op. Van dit moment maakte ik gebruik van en ik sloot mijn ogen. “Kom op vertel het me.” De man slaakte een zucht van verlichting. “Ik zag haar elke dag werken op de varkensboerderij van haar vader. Ze zag er dag in dag uit smerig uit. Tot op de dag van het oogstfeest. Ze zag er wonderschoon uit! De mooiste dame van het hele dorp en ik wilde dat ze mijn Johanna werd. Dus na het feest volgde ik haar en ik zei dat ik niet zou stoppen totdat ze met mij zou trouwen. En ze zei ja! Mijn hart was overgoten met licht en ze maakte me nog gelukkiger toen ze mij twee gezonde kinderen schenkte.” Ik voelde geen pijn meer maar pure geluk door mijn hand stromen en ik wist dat ik moest stoppen dus ik stond op. De man reikte zijn hand uit naar zijn vrouw, Jolanda. Gaius gebaarde dat we moesten weggaan en gaf nog een paar laatste instructies aan Jolanda om zo voorzichtig aan te doen met het lichaam. Eindelijk buiten in de buitenlucht werd ik misselijk en ik rende naar een uithoek waar niemand mij zag. Mijn braaksel was puur zwart. “Ik hoop toch niet dat jij het ook hebt.” Gaius stond achter mij en ik schrok. Dit had hij helemaal niet mogen zien. “Oh, nee. Ik voel me weer helemaal prima hoor.” Gaius keek me weer met een onderzoekende blik aan. “Heb jij daar magie gebruikt?” Mijn hart stond even stil. Hoe kon hij dat nou zien? Ik had geen spreuk of wat dan ook gebruik. Mijn ogen had ik expres gesloten. Ik lachte. “Heb je mij een spreuk horen gebruiken? Nee, maar die ziekte is wel aangespoord door magie. Iemand is van plan om Camelot uit te roeien.” Gaius knikte. “Dan moeten we Uther op de hoogte gaan brengen.”

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen