Die avond lag ik in bed. Maar ik kon de slaap niet vatten. Beelden van die dag schoten steeds voorbij als ik mijn ogen sloot. Verschrikkelijke beelde van de moordende engelen maar ook van Peter. Hoe hij en ik samen gewoon samen op de grondlasten gezeten. Of hoe we samen hadden gelogen op de eerste dag dat ik hier was. Ik zuchtte. Ik zou echt niet in slaap kunnen komen. Ik stapte uit bed en trok mijn joggingpak aan over mijn pyjama en pakte een paar gympen. Ik liep naar mijn raam en zette het open. Een koele wind streek door mijn haren. Even huiverde ik maar klom toch op de vensterbank. Ik ging zitten en liet mijn benen over de rand bungelen. Ik zuchtte en duwde mezelf van de vensterbank. Terwijl ik viel spreidde ik mijn vleugels. Meteen stopte ik met vallen en zweefde naar de grond. Ik landde zachtjes en zette mezelf weer af met mijn tenen. Toen vloog ik omhoog. Steeds hoger. Het was een heldere frisse nacht en ik genoot er met volle teugen van. Vliegen is echt geweldig! Schoot het door me heen. Ik oefende mijn zelfbedachte trucjes uit. Ik draaide door de lucht, krude me op tot een balletje en viel als een blok naar beneden om mezelf net optijd op te vangen, slalomde langs onzichtbare tegenstanders, en oefende mijn salto's nog een keertje. Toen ik echt moe begon te worden vloog ik terug naar huis. Ik zweefde mijn kamer binnen en nam niet eens de moeite om mijn raam dicht te doen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen