Jaylyn Cameron

Het voelt goed om weer thuis te zijn. Veel is er niet verandert. Zelfs niet in het dorp zelf. Met de deur open, kan ik de geluiden van buiten horen. De vogels fluiten vrolijk. Op die manier ben ik met het eten begonnen. Ongelofelijk dat zijn vrienden er nooit achter gekomen zijn. Blijkbaar kan ik het dan zien wanneer Jared liegt maar zijn vrienden niet. Iets waar we beter blij mee kunnen zijn. Al moet ik zeggen dat ik nieuwsgierig word naar zijn vrienden. In die vijf jaar heb ik nooit iemand gezien. Door voetstappen, kijk ik op en zie ik iemand naar het huis komen. Zwart kort haar, donkere ogen en shirtloos. Iemand van de pack en een vriend van Jared. Ik was mijn handen snel en droog ze af aan de handdoek. Nog voor de man bij de veranda is, sta ik er en vraag ik me af wie het is.
“Hi, ik kom voor Jared,” zegt hij.
“Jared is even weg.” Begin ik. “Ik zal zeggen dat je langs geweest ben.”
“Hij moet eigenlijk snel naar Sam komen.” Reageert de man.
“En wie ben jij?” Heel slecht om mij te commanderen want dan wil ik soms het tegenovergestelde doen. “Dan kan ik doorgeven wie er geweest is.”
“Ik ben Paul. Zeg nou maar dat Sam met hem moet praten.” Het is te zien dat de man weg wil. Mijn blik gaat kort omlaag en zie ik dat hij zelfs geen schoenen aan heeft. Precies hoe ik Jared gezien heb eerder. Met andere woorden, Paul is hierheen gekomen als een wolf om sneller hier te zijn.
“Als Sam met Jared moet praten, kon hij de telefoon gebruiken. Heel ouderwets om een boodschappenjongen te sturen.” Ik weet een grinnik op tijd tegen te houden. Paul vind het blijkbaar niet grappig. “Ik zal het doorgeven.”
“Een boodschappenjongen.” Snauwt Paul naar me. Hij waardeert het dus niet en snapt ook niet dat het een grap is. Geen gevoel voor humor.
“Lyn, vijf stappen naar achteren.” Klinkt opeens Jared's stem. Aangezien hij weet waar hij het over heeft, doe ik wat hij zegt.
“Sam moet met je praten en in plaats van te bellen, stuurt hij Paul.” Ik kijk naar mijn broer. Zonder dat Paul het kan zien, knipoog ik naar Jared. “Ga maar, ik doe de rest wel. Zeg me op zijn minst dat je hier eet.”
“Absoluut, jij ben weer terug en die rijsttafel wil ik niet missen.” Grijnst Jared naar me en trekt hij zijn shirt uit. Die hij blijkbaar aan had getrokken om de boodschappen te halen.
“Mooi, eet je om zes uur of half zeven?” Wil ik nog weten.
“Normaal verschilt dat, ik zorg dat ik om half zeven thuis ben.” Zijn schoenen volgen even snel. Wat wil je als je het altijd warm heb, begrijp ik.
“Half zeven is half zeven. Zorg dat je op tijd ben want anders begin ik zonder je.” Lach ik en geeft hij me nog een kus op mijn wang.
“Je kookt heerlijk en beter dan Emily.” Reageert Jared.
“Emily?” Ik sla mijn armen over elkaar. Is hij soms iets vergeten om te zeggen.
“Zij hoort bij Sam. Ze bakt wel lekkere muffins. Tot straks.” Daarna is Jared weg, samen met Paul, en ga ik verder in de keuken. Waar hij wel alle boodschappen neergezet heeft.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen