Foto bij - VII.

Speciaal voor Kisha nog een update omdat ze zich zo verward voelde (:
Xx

June


"June?"
Calum keek het meisje naast hem ietwat geschokt aan. Hij wist wel dat hij haar ergens van kende. Nu wist hij het zeker. Zij was het. Zij. Zijn meisje!
Verward keek Grace hem aan. "June? Mijn naam is Grace, Calum," giechelde het meisje zenuwachtig. Dit kon niet waar zijn... Toch?
"Grace June Yorkwill," mompelde Calum. "June." Langzaam zette hij een stapje dichter bij het bloedmooie meisje. Hij had zich voor het eerst weer aangetrokken tot een meisje gevoeld. Weer voor het eerst sinds...
"Calum, je maakt me bang," piepte Grace.
Direct werden Calum's ogen groot van ongeloof. "Sorry, maar ik weet wie je bent!" riep hij uit. "June! Mijn June!"
"Calum, waar heb je het toch over?" Grace voelde een vreemd gevoel opkomen - een vreemd soort angst. Geen angst waar je bang voor was, meer een soort bekruipend voorgevoel... Maar dan angstig.
"Ik... June... Ben jij het?" vroeg Calum zacht en vol hoop. "Zeg alsjeblieft dat jij het bent."
Grace sloeg haar prachtige ogen neer. "Het spijt me, Calum. Ik weet echt niet waar je het over hebt," zei ze zacht. Ze vond het akelig om hem zo teleur te stellen - ze kende hem pas een half uurtje en toch voelde ze een soort verantwoordelijkheid over hem.
"Oh," stootte Calum moeizaam uit. Hij had echt gedacht dat hij haar weer gevonden had, dat ze naar hem toe was gekomen. Maar wat maakte ook dat hij dat dacht? Het was pure onzin. Ze zou nooit meer in zijn leven terugkeren en na al die jaren moest hij er nog steeds mee leren leven.
"Het spijt me echt, Calum," fluisterde Grace.
"Het geeft niet. Het was een misverstand," zei Calum zacht. Hij was weliswaar zeer teleurgesteld in zichzelf. Hoe vaak was het hem nou al overkomen dat hij dacht dat hij haar rond zag lopen? Bijvoorbeeld die keer dat hij in LA op vakantie was met zijn moeder, zus en Luke. Hij had gedacht haar op het strand te zien, maar tot zijn grote teleurstelling was het haar niet. Hij had haar met een ander meisje in verwarring gebracht. Hij moest haar leren los te laten, maar hij kon het niet. Hij kon het gewoon niet.
"Waar denk je aan?" vroeg Grace voorzichtig. Ze pakte voorzichtig zijn hand vast en trok hem mee naar de grote schommelbank aan de zijkant van de voortuin. Ze wilde hem laten weten dat ze er voor hem was, al kenden ze elkaar slechts een half uurtje.
Calum was lichtelijk in trance door de verschijning van het meisje dat hem nu zacht aan zijn hand meetrok naar de schommelbank. Stilletjes nam hij plaats en keek naar zijn voeten. Vanuit zijn ooghoek zag hij hoe Grace hem aandachtig bekeek. Waarom keek ze zo naar hem? Het was niet zo dat hij de meest interessante jongen in Arizona was...
"Waarom kijk je zo naar me?" vroeg Calum zonder zijn blik van zijn voeten te halen.
"Je bent interessant," antwoordde Grace.
Je bent interessant, spookte het door Calum's hoofd. Waarom vond ze hem interessant? En waarom moest hij bij alles wat ze deed een 'waarom'-vraag stellen?
"Wie is die June eigenlijk, waar je me mee verwarde?" vroeg Grace - een lichte spoor van nieuwsgierigheid was in haar zachte stem te horen.
"Ze is geen 'die'," snauwde Calum direct.
Geschrokken deinsde Grace een paar centimeters achteruit. "S-sorry," stamelde het meisje geschrokken, "ik wou je niet beledigen."
"Het geeft niet," zuchtte Calum. Wat deed hij nu opeens zo raar? Ach, hij moest zich niet zo aanstellen. "Het spijt me," mompelde hij snel.
"Nee, het is oké. Ik had het niet moeten vragen." Grace blies de woorden met moeite uit en haalde een hand door haar bruine haar.
Calum bekeek onopvallend haar handelingen - ze bewoog zich zo sierlijk voort in alles wat ze deed. Hoe ze zo nonchalant met haar hand door haar haar heen gleed, hoe ze als een echte dame met haar benen over elkaar heen geslagen op het bankje zat.
Een diepe, trieste, zucht ontsnapte aan Calum's lippen en hij zakte wat meer onderuit op de schommelbank terwijl hij het ding wat heen en weer wiegde door zich een klein beetje af te zetten met zijn voeten. Zijn blik was nog steeds op Grace gevestigd en hij zag hoe een rilling door haar lichaam trok.
"Heb je het koud?" vroeg Calum zacht.
Grace knikte en haalde haar schouders op. "M'n jasje ligt binnen, maar ik heb niet zo veel zin om het te gaan halen."
Calum trok zijn zomerjas uit en stak het ding in de richting van het mooie meisje dat een paar centimeters bij hem vandaan zat. "Hier, ik heb het toch niet zo koud als jij," glimlachte hij uitnodigend.
Grace schudde haar hoofd. "Het is niet nodig, ik red me wel." Koppig, dat is wat ze was.
"Ik wil geen 'nee' als antwoord horen," grijnsde Calum. Aangezien Grace niet met haar rug tegen de rugleuning van het bankje steunde, kon Calum makkelijk het jasje over haar schouders slaan.
Een kleine glimlach kwam op Grace's gezicht te staan en ze sloeg haar ogen neer. "Dank je wel," zei ze zacht, "waarom ben je zo lief tegen me? Ik bedoel, je kent me niet eens."
"Ik ken je goed genoeg om te weten dat je het waard bent om lief voor te zijn," antwoordde Calum met een glimlach.

Reageer (1)

  • Monks

    Ahahahahahah dankjewel Jamila! :-)
    Ik dacht even dat Grace ook zijn June was, maar helaas :-(

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen