001

Ik loop boos naar buiten toe met mijn hutkoffer en Hedwig in mijn hand loop ik weg. Ik had net mijn tante opgeblazen hoe kan dat. Ik loop naar de speeltuin toe ik voelde een koude wind vlaag en keek om me heen ik zag opeens een grote hond staan die me aan keek en gromde ik probeerde mijn toverstok te pakken maar ik viel naar achteren toe uit het niets kwam er een paarse bus aan rijden en stopte net voor mijn voeten ik zag een jongen met super veel pukkels hij zei dat hij Sjaak hete ik zei dat ik Marcel hete. De bus rit was niet echt fijn het ging alle kanten op ik stopte bij de lekke ketel waar ik bleef slapen had ook met de minister gesproken maar dat was niet bijzonder. Ik kon niet wachten dat ik naar Zweinstein ging op de trein naar Zweinstein en dan zag ik Hermelien en Ron terug. Ik begon mijn pyjama met een snaai erop aan te doen en begon te slapen in bed.

De volgende ochtend ging ik naar goudgrijp toe toen ik in de rij stond liep er jongen langs die verdacht veel op Ron leek alleen hij had bruin haar maar hij leek zo erg op Ron dat ik bijna Ron wouw roepen tot ik zijn bruine haar zag. Toen ik aan de beurt was gaf ik hem mijn sleutel en we liepen naar mijn kluis toe toen ik daar kwam pakte ik van alles wat dat was leuk. Toen ik uit goudgrijp kwam ging ik een ijsje halen toen ik op het terras zat zag ik een meisje langs lopen wat heel erg op Hermelien leek alleen zij had blond haar en een hele chagrijnige gezicht liep ze weg wat vrolijk dacht ik.