De Vallende Ster

Ooit passeerde er een kleine planeet vlakbij de aarde. Hij kwam zelfs zo dichtbij dat hij bijna een wolkenkrabber had geraakt. Het was in een tijd dat technologie nog niet zo geavanceerd was, dus het enige wat de mensheid kon doen was toekijken. De planeet was zo groot als 3 appelbomen, hij was dus niet bepaald groot voor een planeet. Mensen zeiden dat ze een menselijke figuur op de kleine planeet gezien hadden. Andere mensen antwoorden daarop dat het hun verbeelding moest geweest zijn: "Hoe denk je dat een mens het op zo'n kleine planeet overleefd? Wat kan hij eten? Wat kan hij drinken?" De mensen moesten de anderen gelijk geven en accepteerden dat het hun verbeelding moest geweest zijn. Maar dat was het niet geweest.

Nu een paar lichtjaren van de aarde vandaan, zweeft MI-04, de naam die de wetenschappers aan de kleine planeet hadden gegeven, door het universum. Op die planeet bevind zich, tegen de verwachtingen van de mensheid in, een jongen. Hoewel hij op een mens lijkt, is hij dat absoluut niet. De vorm van zijn lichaam is dat van een veertien-jarige jongen, maar hij heeft groene horens op zijn hoofd en een groene staart met een stekelige knobbel aan het uiteinde. Hij weet zelfs niet meer hoelang hij eigenlijk al op deze kleine planneet rondzwerft. Hij werd ooit verbannen van zijn thuisplaneet, die nu miljoenen en miljarden lichtjaren van hem vandaan ligt. Zijn naam is Qatun. En hoewel Qatun geen mens is, voelde hij wel een menselijke emotie: eenzaamheid. Hij was nu al zo lang alleen, ontelbaar veel jaren voor een mens, en smachte naar wat gezelschap. Hij had misschien geen eten of drinken op MI-04, maar dat had hij ook niet nodig. Zijn ras kon zonder voedsel of drank, ze konden eigenlijk niet doodgaan van honger of dorst, alleen in een gevecht kon hun leven eindigen. Qatun lag op zijn rug en keek naar de sterren die hij passeerde, toen hij opeens een fel licht zag. "Het is te fel om een ster te zijn, en...Het komt op me af!" dacht hij. Qatun sprong recht en liep weg, en een paar seconden daarna crashte het felle licht op zijn planeet. Het licht verminderde, en wat hij toen zag verbaasde hem en maakte hem tegelijkertijd heel blij: Het was een meisje. Ze leek veertien jaar oud te zijn, had een lange, witte jurk aan en...Ze gaf licht. Maar het maakte hem niet uit: misschien kon hij wel vrienden met haar worden! Dan had hij eindelijk wat gezelschap op zijn eigen, kleine, oersaaie wereldbolletje! Qatun nam haar in zijn armen en ze opende haar ogen, die helderblauw waren. Ze zei iets, maar de woorden die ze sprak had Qatun nog nooit gehoord. Hij zei iets terug in zijn taal, waarna ze hem raar aankeek. Qatun zuchtte en zette het meisje op haar benen. Maar het meisje bleef niet op de grond staan: ze bleef vlak boven de grond zweven. Maar het maakte Qatun al niets meer uit: had hij uiteindelijk de kans op wat gezelschap, sprak ze een andere taal! Toen zag Qatun een blad paier liggen op de plaats waar het meisje had gelegen. Het gaf licht, net zoals het meisje, en leek wel van sterrenstof gemaakt te zijn. Er stonden tekens op, die Qatun onbekend waren, en onder elk vreemd teken stond...Een letter uit Qatun's alfabet. Qatun begreep dat hij met dit de taal van het meisje zou kunnen ontcijferen, en zo zou hij met haar kunnen praten! Hij keek naar het meisje, dat geïnteresseerd naar hem en het blad keek. Ze wees hem een teken aan en zei iets onbegrijpelijks. Qatun kon alleen begrijpen dat haar woorden het teken in geluid veranderde. Dat deed ze met alle tekens, meerdere keren, totdat Qatun ze allemaal kon uitspreken. Door elk teken te ontcijferen kon hij zelf met haar spreken, zoals hij voorspeld had. Ze heette Sophia, ze beschreef zichzelf als een 'sterrenmeisje' en ze was hopeloos verdwaald. "Verdwaald in het universum," dacht Qatun meelevend, "Erger verdwaald dan dat kun je niet zijn." Qatun voelde zich na het gesprek slaperig worden. Hij legde zichzelf op de grond en viel in slaap. Toen hij wakker werd lag Sophia naast hem. Hij glimlachte naar haar. Hij zou vanaf die dag elke keer zo wakker worden. Zelfs nu, 5 jaar later, wordt hij nog steeds wakker met Sophia aan zijn zijde. En hij glimlacht nog steeds naar haar. Hij kent nu haar taal en heeft het blad niet meer nodig. Ze reizen allebei door het universum op hun uiterst kleine planneet die traag door de ruimte drijft. Sophia en Qatun zijn nu zelfs meer dan vrienden. Op een dag kon Sophia het niet laten om de volgens haar knappe Qatun een kus te geven, die Qatun maar al te graag accepteerde. Ze hebben zelfs al een kind gebaard, die de zwangere Sophia ter wereld bracht. Het werd een sterrenmeisje, net zoals haar moeder. Ze noemden haar Crysta. Ze leven alle drie nog steeds op de kleine planneet, maar ondanks hun kleine woonplaats, zijn ze dolgelukkig.Ze hebben elkaar en meer dan dat hebben ze niet nodig. Voor Qatun was Sophia een (letterlijk) vallende ster die zijn grootste wens liet uitkomen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen