Waarom deze foto? Waarom niet?

Het is een donkere dag. Ik haat donkere dagen, maar het past wel bij de boete.
Het is alsof de extreem donkere wolken zich samenpakken om de stemming van de boete te tonen of gewoon om de stemming nog erger te verpesten. Ondanks de boete moest iedereen overwerken omdat ze de elektriciteit ‘in veiligheid’ moeten brengen voor de regen, zelfs als ze zoals mijn ouders slager zijn of zoiets. Iedereen helpt. Mijn ouders zouden zeggen dat ik geen suikerklontje ben dus dat ik niet zal smelten in de regen, maar blijkbaar is het Capitool wel bang dat de elektriciteitspalen suikerklontjes zijn.
Ik staar naar buiten als Pepper, mijn hondje, haar snuitje tegen me aandrukt en ik slaak een gilletje, “Pepper! Nat!”
Ik spring op en voel een splintertje in mijn blote voet komen. Ik heb eigenlijk bijna nooit schoenen aan, ik hou van het gevoel van de harde bakstenen die overal in district vijf verspreidt liggen onder mijn bloten voeten. Een minpuntje is onze houten vloer in ons huis, ik heb nu al minstens tien splinters gehad!
“Nou bedankt, Pepper…” Mompel ik maar stiekem ben ik wel blij, “nu moet ik wel naar de apotheek van Dice’ moeder toe!”
Dice is een jongen uit mijn klas, hij is ongeveer even oud als ik en heeft van die schattige bruine ogen… zijn ouders runnen een apotheek vlak bij de bakkerij van mijn ouders hier in district 5. Ik heb hem nog maar een paar keer gesproken waaronder één keer voor een onderzoek naar elektriciteit. Het betaalde goed (omdat het voor een belangrijk bedrijf was) en het was best leuk met Dice. Ik ren snel, half hinkend, naar de apotheek.
Dice’ zusje Amélie opent de deur nadat ik er nadrukkelijk op heb geklopt (ik heb geluk dat de deur niet kapot is).
“Hallo Alyse, wat kan ik voor je doen?” Vraagt Amélie me.
“Nou, eh…” Dice komt aangelopen en kijkt me verwonderd aan, “ach laat maar, ik red me wel!” Denk ik...
“Oké!” Klinkt Amélies hoge stem vanachter me.
Ik schaam me dood, waarom kreeg ik nou een black-out? Ik was gewoon vergéten dat ik een splinter had! Ik kan mezelf wel een klap op mijn hoofd geven, dus dat doe ik ook.
Ik (half loop, half ren, hoe je dat ook beschrijft. Normaal had ik voor huppelen gekozen maar huppelen doe je niet bij de boete...) naar huis toe en trek de jurk aan die mama voor me heeft achtergelaten. Het is een hele mooie groene, mama heeft die gekozen omdat ze weet dat groen mijn lievelingskleur is. Hij is heel zacht en hij strijkt licht over mijn dijbenen, een heerlijk rustgevend gevoel voor tijdens de boete; een soort afleiding.
De blijdschap die ik net heel even voelde toen ik naar Dice toe kon verdwijnt als sneeuw voor de zon nu ik aan de boete denk en besef dat het tijd is om te gaan.
Ik slik en baal meer dan ooit dat ik geen oudere broers of zussen (meer) heb om me te begeleiden of te steunen.

“Alyse, waar ben je? We moeten nu echt gaan!” Riep Helena naar me. Het was mijn eerste boete die - zoals ieders eerste boete - dood eng was. Ik durfde me niet te bewegen, of zelfs maar ademen omdat ik bang was dat mijn oudere zus Helena het zou horen.
“Alyse, als je je zo blijft verstoppen breng je jezelf alleen maar dieper in de problemen en dat wil je toch niet?” Riep Helena opnieuw en er klonk een gedempte snik uit mijn keel.
“N- N- Nee...” Zei ik richting de trap. Mijn ogen verwijdden zich toen Helena de trap op kwam.
“O, daar zit je, Alysie!” Zei ze toen ze me opmerkte onder het oude bed van papa, “kom, we gaan.”
Ik kon er niets tegen doen. Helena werd getrokken en ik bleef alleen achter. Ze had wel gelijk dat ik niet werd getrokken, maar het liep niet goed voor haar af, ondanks haar goede kans.

Ondanks Helena’s dood ben ik niet meer bang voor de boete. In tegendeel zelfs, want waar leef ik nou precies voor? Om het Capitool van elektriciteit te voorzien terwijl wij het niet eens mogen gebruiken? Ik stap stevig door richting het centrale plein want ik weet wat er gebeurd als ik te laat kom voor de boete. Helena vertelde dat er een meisje in district vier daarvoor vermoord is. Au. Dat is in ieder geval beter dan sterven in de spelen, lijkt mij.
Als ik bij het centrale plein ben, bloed heb laten prikken en in de rij voor 16-jarigen begint de boete. Bahalia Streubaal (als je het hardop uitspreekt krijg je: Bahalia Strobaal) staat al klaar op het podium met haar bad-hairday. Oftewel: pruik. Een mengeling tussen allerlei soorten groenen en fruit - de tomaten werp ik het liefst naar haar hoofd - en nep bad eendjes waarvan ik altijd hoop dat ze op haar verwende hoofd zullen poepen. Een droom die nooit uit zal komen want neppe eendjes poepen niet.
“Dames en heren, jongens en meisjes welkom bij de boete voor de 57e hongerspelen...” Zegt ze met een heel, heel, heel erg verveelde stem. Ze is bijna bij de beroepsdistricten en vindt district 5 saai; net als alle anderen. Ik had bijna verwacht dat ze er ‘bla, bla, bla’ achteraan had gezegd.
Er word een saai filmpje afgespeeld en ik denk alleen maar: Trek nou!!!
“Dames eerst,” Zegt ze en ze laat haar volledig gemanicuurde hand in de bol glijden. “Alyse van de Slager.”
Geweldige achternaam heb ik toch. Nou ja, dat ik beter dan: ‘Streubaal’. Geef toe.
Ik loop het podium op en - hoewel ik niet bang ben voor wat komen gaat - staan mijn benen te trillen. Het is een soort tic genaamd plankenkoorts.
“En Alyse, heb je er zin in.” Vraagt Bahalia aan me.
“Nee.” Zeg ik op hetzelfde verveelde toontje en ik barst in lachen uit. Als enige. Gênant!
“Oké, verder met de jongens.” Zegt ze en ik voel mijn wangen verkleuren. Daar gaan al mijn toekomstige sponsors. Heel even moet ik in mezelf lachen; ik zie het al voor me. Alle sponsors die ik misschien zou krijgen proberen allemaal door dezelfde deur weg te komen maar blijven steken. Wat ben ik weer grappig.
Door mijn fantasieën kon ik het eerste deel niet volgen, “...is Dice van der Apoth.”
Wat origineel zijn de mensen hier in district 5, hè! Chips, het is Dice.
Wacht… DICE!!!

Mijn commentaar: Alleen jammer dat je zo laat bent. Voor de rest gewoon goed.

Cijfer: 8.

Reageer (1)

  • ProngsPotter

    Neppe eendjes poepen niet Geniaal!! xD

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen