Stel je een land voor, begoten met mensenbloed. De derde wereldoorlog is gestart, en de tanks en soldaten hebben niets heel gelaten. Duizende mensenlevens zijn beëindigd, en er zijn nog maar 40 mensen over. Terwijl de oorlog gewoon doorgaat, proberen die 40 mensen te overleven. Maar de oorlog heeft ziekte verspreid en eten bedorven, dus dat is allesbehalve een makkelijke zaak.

"Aslan!" De oude man keek op en zag de kleine Thomas op hem afrennen, met achter hem de 15-jarige Antony. Beiden huilden, en de anders zo opgewekte Thomas schreeuwde het nu uit van verdriet: "M-m-mama is dood!" "Ik had het wel verwacht." mompelde de oude man, zo stil dat Thomas het niet kon horen. "A-aslan, m-mama..." stamelde Thomas nog eens. "Rustig aan, Thomas. Zo'n dingen gebeuren nu eenmaal. Ze was al zo lang ziek, als het vandaag niet gebeurde was het morgen wel geweest. Er is niets aan te doen, het spijt me vreselijk." De oude Aslan zag dat Antony zijn tranen al had weggeveegd en was begonnen met zijn kleine broertje te troosten. Aslan zuchte diep. Ze waren met veertig bij dit grote huis aangekomen, en nu leefden er nog negen van die veertig. Gisteren waren ze nog met tien geweest. Hans kwam het terras opgelopen en keek bedroefd naar de huilende Thomas. "Wat is er gebeurd?" vroeg hij aan Aslan. "Hun moeder is dood." antwoorde die stilletjes. "Arme stakkers. Dan zijn we nu nog met acht." De oude man keek hem vragend aan. Hans was misschien niet de jongste ziel van het gezelschap, maar hij was wiskundeleraar geweest, dus tellen kon hij als de beste. "Mijn vrouw heeft zelfmoord gepleegd vannacht. Ze kon het niet meer aanzien, al die mensen om haar heen die één voor één dood gingen..." "Oh." zei Aslan simpelweg. Opeens moest hij hevig hoesten. Hij hield zijn hand voor zijn mond en veegde het bloed af aan zijn oude, vuile kleren. Hij zou ook snel aan zijn einde komen. Hij was ziek en oud, het zou niet lang meer duren of hij zou de moeder van Thomas en de vrouw van Hans vergezellen in de hemel...

5 dagen later...

Tot zijn eigen verbazing was Aslan nog steeds in leven. Maar daar was hij niet blij over, integendeel. Hij had Hans zien doodgaan en zijn eigen vrouw ook. Zijn vrouw was gestorven aan een ziekte en Hans was uit het leven gestapt. Hij was 's nachts het bos ingelopen waar hij zichzelf dood heeft geschoten. Nu waren ze nog met vijf. Oude Aslan, Antony, kleine Thomas, Jack en Martijn. Jack was de vader van Thomas en Antony en Martijn was Antony's beste vriend. Aslan vroeg zich af hoe het zou zijn als hij uiteindelijk als laatste overbleef. "Dat word dan een eenzame dood..." zei Aslan droevig.

Pang! Aslan werd wakker van het geluid van een schot. Zou nog iemand zelfmoord gepleegd hebben? Hoe graag hij het ook wou weten, hij kon niet gaan kijken. Daar had hij de kracht niet voor. Hij was vastgenageld aan zijn houten hobbelstoel. Wat later weerklonk er een schreeuw, daarna weer een schot. Een tijdje later weerklonk er weer een schot. Aslan begon zich nu echt af te vragen wat er daarbinnen allemaal gebeurde. Zijn gedachten werden ruw onderbroken door nog een schot. Hij hoorde iemand langzaam de trap afkomen. De voetstappen werden luider en luider totdat ze ophielden. "Hallo, Aslan." Het was Antony. Hij liep het terras op met een pistool in zijn hand. De jongen had een krankzinnige grijns op zijn gezicht en er was overal bloed op zijn kleren. "Ik neem aan dat de anderen al dood zijn?" zei Aslan, overmand door verdriet. "Ja, ik heb ze allemaal naar de hemel gestuurd. Hun gered van dit vreselijke lot, van deze vreselijke wereld. Papa, Martijn, Thomas...Ik heb ze allemaal gered. Nu jij nog, Aslan. Dan is iedereen gered." "Waarom, Antony?" "Omdat ik deze rotwereld zat ben! En zij waren dat ook! Ze zijn nu op een betere plek. Ik heb ze bevrijd van al hun problemen. En ik zal jou nu ook redden." Hij richte het pistool op het voorhoofd van de oude man. Hij huilde, maar de krankzinnige grijs was als het ware op zijn gezicht geplakt. "H-het spijt me, Aslan, maar het moet. Je zult me bedanken in je hiernamaals!" En hij schoot. De dode man viel op de tegels van het terras en het bloed begon uit zijn voorhoofd te vloeien. "Ik ben geen verrader. Ik ben jullie redder." zei Antony nog, meer tegen zichzelf dan iemand anders, voordat hij het huis verliet.

Daarna is Antony richting het slagveld gelopen, waar hij begon te roepen dat ze hem hun moest laten redden. Natuurlijk luisterden ze niet, en Antony schoot 5 soldaten neer, totdat hij zelf werd neergeschoten. Tragisch was het einde van de 'redder'. Arme Antony was zijn moeder kwijtgeraakt, en had zijn vader en kleine broer 'gered'. En dat was niet zonder de bijhorende pijn van het verlies van iemand. Hij had zoveel pijn en verdriet moeten incasseren op een jonge leeftijd, dat Antony krankzinnig geworden was. Maar...Was zijn keuze echt de foute?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen