Zakaria:

'Gecondoleerd jongen.' Fluistert Amin als ik thuis aan kom. Ik voel de tranen alweer achter mijn oogleden branden. Ik doe mijn uiterst best om niet als een klein kind in huilen uit te barsten. Amin merkt op dat ik het er moeilijk mee heb. 'Probeer je naast mij niet groot te houden.' Verdomme, hij en mijn moeder zijn de enige die me door en door kennen. Hij heeft gelijk, waarom probeer ik me in zijn buurt groot te houden? Ik zie hem immers als een broertje van me. Hij is niet alleen mijn lijfwacht, nee hij is ook een beste vriend. Een vriend bij wie ik alles kwijt kan. Een vriend die er altijd voor me is. 

'Waar heb je Amira gelaten?' De vragende blik in Amin zijn ogen ontgaat me niet. 'Waarom wil je dat weten?' Plagend haal ik mijn wenkbrauwen op en neer. Tot mijn verbazing kleurt Amin al meteen rood. 'Omdat ik gewend ben dat zij altijd aan tafel zit wanneer het etenstijd is.' Dat klopt. 'Ze is bij mijn moeder.' 'Oh.' In gedachten gezonken staar ik voor me uit. Het is Amin die me op een gegeven moment uit mijn gedachten haalt. Met geweldige nieuws nog wel. 'Jason is een onderzoek gestart. Hij heeft me vanmiddag gebeld. Hij vertelde me dat er nog iemand bij was. Ze hebben twee kogels in de onbekende man zijn lichaam gevonden. Het kan onmogelijk zijn dat Foaud twee kogels heeft gevuurd. Voordat de man zijn laatste adem uitblies was Fouad al dood.' Stilzwijgend knik ik. 'Hoelang duurt het voordat hij weet wie het is?' 'Dat weten we nog niet zeker. Het kan weken maar ook maanden duren.' 'Het moet sneller. Ik zal niet rusten totdat ik antwoorden op al mijn vragen heb.' 

Moe laat ik me op mijn bed vallen. Ik besluit om morgen toch te gaan werken. Mijn collega's zullen zich vast afvragen waar hun grote baas blijft. Ook heeft er iemand een sollicitatie gesprek. Ben benieuwd. 

~op me werk~

'Kan ik u wat te drinken aanbieden?' Een vrouw in een zwarte cocktail jurkje neemt tegenover mij plaats. Ze negeert mijn vraag en komt meteen ter zake. 'Ik zou u graag een paar van mijn creaties willen laten zien.' Zelfverzekerd overhandigd ze me een mapje. 'Ze zijn prachtig.' 'Dat weet ik.' Arrogant kauwt ze op haar kauwgom. Haar lichtbruine ogen nemen me onderzoekend op. Met een opgetrokken wenkbrauw vraag ik haar naar wat ze kijkt. 'Ik bekijk mijn toekomstige baas gewoon.' 'Ben je zo zeker van je nieuwe baan?' 'Ja, jullie hebben iemand als ik toch nodig?' Ja, iemand als haar hebben we zeker nodig. Maar dat hoeft zij niet te weten. 'Nou dat weet ik nog niet zeker. Ik zal u binnen een week bellen.' 'Oké.' Mompelt ze nog net verstaanbaar. Vervolgens reikt ze me snel haar hand toe. 'Tot ziens.' 



'U word verwacht op de vergadering van The Ziani's.' 'Vertel ze dat ik eraan kom. Jij hebt vandaag genoeg gedaan. Ga maar naar huis.' Ze schenkt me een dankbare glimlach waarna ze mijn kantoor verlaat. Geïrriteerd zoek ik mijn spullen bij elkaar om vervolgens het gebouw te verlaten. Een vergadering? Daar heb ik helemaal geen zin in. 

Rania:

Zenuwachtig neem ik plaats. Het is vandaag aan mij om de vergadering te starten. Dankzij Reda zal ik vanaf vandaag aan een eigen kledinglijn beginnen. Ik heb er helemaal zin in. Het is een droom die uitkomt. 

De zaal stroomt vol. Het is nu aan mij om iedereen welkom te heten. 

Reageer (1)

  • Girlicious

    Oehhhh!!!! Zakaria en Rania gaan elkaar weer zien!!! (hoera)
    Ik heb medelijden met hun allebei! Rania bedoelde het niet zo. Het was zij of Zakarias broer die onherkenbaar was..
    En DAT WIJF!!!!
    Zakaria....neem haar niet aan. Alles aan haar schreeuwt BITCH!
    Niet doen cutie. Neem mij maar aan! Ik heb morgen een gesprek met je ;)

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen