001

Verdrietig kwam ik thuis aan. Ik had besloten om weer naar een andere school over te stappen. De vriendschap die ik met twee meisjes had was al weer bijna over en ik werd als te stil en verlegen bestempeld. Terwijl ik naar binnen liep pakte ik meteen de post en nam deze mee. Snel keek ik of er nog iets interessants tussen zat voor mij, maar dat gebeurde zelden. Nee, het was de plaatselijke dorpskrant, wat reclame en een brief voor Maartje van der Steen. Wacht, dat was een brief voor mij. Zenuwachtig over wie mij nou zou schrijven opende ik de envelop en las hard op:"

Zweinstein hogeschool voor hekserij en hocus-pocus
hoofd: Albus Perkamentus

het doet mij een genoegen u te kunnen mededelen dat u in aanmerking komt voor een plaats aan zweinstein hogeschool voor hekserij en hocus pocus. Bijgaand treft u een lijst aan van schoolboeken en andere benodigdheden. Het schooljaar begint op 1 september, gelieve voor 31 augustus per uil reageren.

met vriendelijke groet,
Minerva Anderling
assistent-schoolhoofd"

Ze lachte, een school die haar wilde, vast een grap. En dat die school was ook nog eens een toverschool was, nee dit was vast een grap van haar vriendinnen. Met de brief in haar handen liep ze naar boven. Ze ging naar haar moeder en liet haar de brief zien. Terwijl zij verging van het lachen bij het lezen werd haar moeder meteen bloedserieus. " Je gaat niet naar Zweinstein toe". was haar antwoord. " Dat was ik ook niet van plan gezien het waarschijnlijk een grap van mijn vriendinnen is" reageerde ik. " Dat is het niet, Zweinstein bestaat echt, maar jij gaat daar niet heen". Ik dacht dat het een grap was en dat mijn moeder ook in het complot zat. Ik wachtte op het moment dat mijn moeder begon te lachen en me te vertellen dat het een grote grap was, maar er gebeurde niks. Langzaamaan begon ik te beseffen dat er echt een school voor tovenarij bestond en dat ik was aangenomen maar niet mocht van mijn moeder. "Waarom mag ik er dan niet heen?' vroeg ik. "Omdat ze mij ook nooit hebben toegelaten. Ik was een snul, iemand uit een magische familie die geen tovertalent had. Ik werd altijd gepest en ben ook door mijn familie verstoten. Ik hoopte er stiekem op dat ook jij geen tovertalent had zodat ik nooit meer aan die wereld hoefde te denken. Maar ik had moeten zien aankomen dat jou talent groot genoeg was om te worden toegelaten". Ik keek naar mijn moeder en vroeg haar "Ik mag dus niet naar een toverschool omdat jij dat ook niet mocht"? "Precies, en nu hou je er over op, je mag niet en je gaat niet!"