Foto bij H 9.3

Het was heet, verschrikkelijk heet en de weg was lang. Ik keek naar de brandende zon waar geen wolkjes waren te zien.
'We lijken net rondtrekkende olifanten opzoek naar water,' sprak Twen achter me. Zweet parelde over zijn voorhoofd. Al het leven wat we nog tegen kwamen krulde of stierf een aantal meters achter ons.
'Wat zou de temperatuur zijn?' vroeg ik aan Twen die zijn schouders moeizaam omhoog haalde.
'Ongeveer vijfendertig graden, maar het kan altijd warmer zijn. het voelt echt vijfenveertig,' sprak hij met en droge stem. Speeksel wat door mijn aangetaste keel gleed, deed zeer en het was het enige water wat ze hadden.
Ik stopte spontaan en keek naar de uitgestrekte landschap van Australië.
Ergens in de verte was iets donkers te zien, maar ik kon door de warmte trillingen niet zien wat het precies was. Ik liep door met een vermoeide Twen achter me aan.
Naarmate we dichterbij kwamen werd de zwarte vlek een vorm en die vorm kreeg contouren van een auto wat achtergelaten was.
'Waarschijnlijk een ongeluk gehad,' sprak ik en wilde ernaartoe lopen, maar Twen bleef staan.
' Wat als het een vloek is?' Ik keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan, en liep gewoon door. Ik keek eerst naar de auto zelf die er netjes uitzag op een aantal roestplekken en deuken na.
De deur was eruit gevallen en lag ergens ver van de auto vandaan.
'Noah, dat is een perfecte aantrekkingskracht voor gifslangen,' riep Twen. Ik draaide me weer om en haalde diep adem om terug te schreeuwen.
'Dan zouden die nu dood zijn, Twen ons zweet dood iedereen in een straal van zestig meter.' Twen liet zich ontspannen en kwam dichterbij.
'Daar heb je wel gelijk in, was ik vergeten.'
Ik liep naar de bestuurderskant en nam alles in me op. De dashboard zag er netjes uit en de draden liepen uit de kasten. Het zag eruit dat dit er nog niet heel lang stond.
Noah liet zich op de stoel vallen en bekeek het stuur, wat nog goed vast zat.
'We kunnen naar de stad rijden, dit ding zou het nog moeten doen. Er zit nog benzine in,' sprak ik zacht en pakte de beide draden en trok ze naar elkaar, maar ze waren niet lang genoeg.
'Waarom gebruik je geen zweet en dan de draden vasthouden, we zijn toch al een soort van dood,' sprak hij en ik keek hem irriterend aan. We waren half dood, we konden tegen stroom, we hebben in van die blauwe bakken gelegen waar mensen zelfs wegsmolten. Tja, dan kon dit ook wel.
Ik maak mijn beide vingers nat en pak de twee draden en voel hoe een schok van stroom door mijn lichaam liep. De auto bromde even en viel weer uit.
'Probeer het nog eens?' Stelde Twen voor en ik probeerde het nog eens, maar dit keer met meer zweet. De auto bromde weer en nu kwam het geluid van een startende auto.
Twen en ik juichte van geluk en Twen stapte naast me in en ik voelde even hoe de auto gas gaf.
'Het mooie is wij kunnen eigen brandstof geven aan de auto,' sprak ik en Twen knikte. Ik gaf gas en de auto kwam langzaam vooruit.
'Weet je wel hoe je moet rijden?' Vroeg Twen en ik schudde mijn hoofd.
'Ik heb nog nooit in een auto gezeten, althans niet achter het stuur,' beantwoorde ik hem en gaf weer gas, maar het ging te snel en ik reed over de onverharde weg, door de struiken.
'Zolang je me maar geen rugklachten geeft,' sprak hij en ik glimlachte kort.

Reageer (1)

  • Zoldyck

    Gaan ze naar de stad? Maar als ze iedereen in een straal van 60 meter dood kunnen maken met hun zweet alleen... O.O

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen