Foto bij Blackmail

Heey hallo lieve lezers,
hier is weer een nieuw hoofdstuk. ik wilde hem pas activeren als het volgende hoofdstuk af was, maar omdat het mijn verjaardag is, activeer ik hem eerder
ik weet dat het lang heeft geduurd en mijn excuses, ik beloof dat het volgende deel sneller komt ;)

veel lees plezier ;)

H14: Blackmail


Drie weken verliepen sinds Fëanor besloten had om toch te blijven. Nu zat hij elke ochtend in een stoel in de tuin. Zijn handen jeukte om iets te doen, jaren lang was crafting het enige dat zijn handen,hart en hoofd bezig hielden, Maar nu was hij gedwongen om niets te doen en dat irriteerde hem het ergst van allemaal, Om maar te zwijgen waar Angel zat. Hij had haar al drie weken niet meer gezien.
"Mijn vrouw heeft werk in een andere stad," Had Draco hem op een dag verteld tijdens het eten. "Daarom zal ze een paar weken niet in de manor zijn."
En daar moest hij het maar mee doen. Natuurlijk hadden zijn zonen hem uitgenodigd om te komen jagen, Maedhros en Maglor nodigde hem uit om gezellig bij het meer te zitten onder een grote treurwilg en herinneringen op te halen uit hun jeugd. En de zonen van Angel wilde hem wel gezelschap houden, maar hij wijste hen allemaal af. Fëanor wilde even alleen zijn. En nu zat hij in een stoel op de veranda, terwijl zijn zonen en de kinderen van Angel de dag van hun leven hadden.
'Moe van het niets doen, mijn heer?'
Van schrik keek Fëanor op, Túrin was zachtjes naast hem komen staan en keek zonder hem aan te kijken naar het meer.
'Ja,' antwoorden hij terwijl zijn ogen ook naar het meer werden gericht. 'Waarom zijn we hier. Dat is de vraag die me steeds bezig houd.'
Túrin leunde tegen een paal aan terwijl zijn ogen nog steeds naar het meer gericht stonden. Hij hield Niënor goed in de gaten, net zoals hij dat jaren geleden ook deed bij zijn jonge zusje, Urwen. Hij wilde haar niet weer kwijt raken, zoals dat door Morgoths leugens was gebeurd.
'Daar moet ik u gelijk ingeven heer Fëanor, wat zijn de valar's plannen voor ons om hier te zijn, en waarom juist nu na al die jaren?'
Daar had Fëanor geen antwoord op. Al had hij zich die vraag meerderen keren afgevraagd.
En terwijl hij zo in gedachten zat keek Túrin hem aan. Zoals hij daar zat zijn zwarte haren voor zijn gezicht terwijl twee grijze ogen in gedachten naar voren keken.
Túrin had veel over hem gehoord, tijdens zijn verblijf in Doriath, niet dat Thingol erg op de man gesteld was na het verbranden van de boten in Losgar en de broedermoord daar. Maar het verhaal hoe Beren, zijn kinsman, de silmaril uit Morgoths kroon veroverde en het als bruidsgeschenk aan Thingol gaf was al gemeen bekend. De Silmaril was natuurlijk door Fëanor gemaakt.
'Heeft Angel daadwerkelijk een Silmaril in haar bezit?' vroeg hij zich hard op. 'de zelfde silmaril die Beren en Lúthien van Morgoth hadden ontfutseld, die later, zo word gezegd door Eärendil mee werd genomen, of heeft ze een silmaril uit de zee opgedoken die door Maglor in het diepe werd gegooid, of die Maedhros met zich mee nam in het diepe gat van de aarde?'
En daarop keek hij uit zijn ooghoeken naar Fëanor, maar de elf gaf geen enkele reactie over hoe Angel misschien aan de juwelen zou zijn gekomen, noch hoe zijn oudste twee zonen gestorven waren. En dus wende hij zijn ogen weer op zijn zusje, die met blozende blikken naar Maedhros keek.
'Je zuster heeft wel oog voor Nelyafinwë,' Fëanor richten zijn blik op Túrin, een lichte twinkeling verscheen in twee grijze ogen. 'Ik heb altijd gehoopt dat Nelyo een goede vrouw zou vinden, alleen leek hij er nooit echt happig op om echt te gaan trouwen.'
Daar keek Túrin van op. Hoe kon dat een getalenteerde elf als Maedhros nooit een vrouw heeft gehad. Zelf had hij heel vaak elven vrouwen om zich heen gehad. Nellas, Finduilas zelfs zijn zuster Niënor, die door een veloren geheugen en een boze vloek haar weg naar hem vond, vonden hem aantrekkelijk, hij eindigde zelfs met Niënor als zijn vrouw. Hoe zou het kunnen dat elven vrouwen niet op een knappe elf vielen terwijl ze door de jaren heen wel verliefd werden op stervelingen. Zelfs de dochter van Angel had een oogje op de elf Celegorm.
'Daar verwonderde ik mij altijd over, heer Curufinwë, ik heb altijd gehoord dat uw zoon erg geliefd was bij de dames, van Dor-lómin tot aan de Ered Luin, hij had vaak uitnodigingen van verschillende families, maar hij nam ze nooit aan.'
'Echt waar?' met een grijns op zijn gezicht keek Fëanor naar zijn oudste zoon en toen weer terug naar Túrin. 'Ik ben bang dat een deel daar van mijn schuld is.'
'Uw schuld heer Curufinwë?' met een opgetrokken wenkbrauw keek Túrin voor zich uit. Dit was het horen waard.
'Ja, ik wilde zo graag vele zonen, dat ik bang ben dat door zoveel verantwoordelijkheid, Nelyafinwë heeft zo veel verantwoordelijkheid over zijn broers dat het voor ondenkbaar is om zelf een gezin te beginnen. '
Daar moest Túrin de man gelijk in geven. En de rest van de dag spraken de mannen geen woord. Beide in hun eigen gedachten verzonken.

Binnen in de woonkamer was Angel net gearriveerd. Ze had drie weken lang moorden opgelost in New York waar ze voor de csi werkten. Ze hoopte dat haar huis nog recht overeind zou staan na drie weken, maar het was netjes en de hallen waren stil.
'Waar is iedereen?' terwijl haar groene ogen de hal af zochten op zoek naar enig leven zag en hoorde ze niks van haar gasten, zelfs haar kinderen waren nergens te bekennen.
'Is daar iemand?'
Maar weer geen antwoord. Angel haalde haar schouders op en gooide haar tas op de bank, Ze moest er maar aan wennen om zo elke keer weer thuis te komen.
En terwijl ze zo in gedachten naar de keuken wilde lopen, zag ze uit haar ooghoek een klein zwart balletje op haar af komen die rond haar voeten kleine geluidjes maakte. Angel moest even lachen terwijl ze door haar knieën hurkte en haar kat aaide.
'Hallo Fëanor. Word ik te minsten nog door iemand welkom geheten.'
'Mauw.' Kwam er als antwoord. De zwarte kat keek met zijn grijze ogen naar zijn baasje. Hij kende haar al sinds hij een paar maanden oud was en hij vergezelde haar overal naar toe, hij wist precies wat er in haar omging en zij wist precies wat hij bedoelde of wilde.
'Waar is iedereen?' vroeg Angel aan Fëanor terwijl ze onder zijn kin krapte.
'Buiten,' antwoorden Fëanor in de katten taal en hij ging Angel voor naar de veranda. Maar net op het moment dat Angel de deur naar buiten wilde lopen ging achter haar de telefoon.
'Ik ga wel,' riep Draco vanaf de trap. 'En welkom terug lieverd.'
'Dank je wel schat.' Maar toch bleef ze staan luisteren. Ze was erg nieuwsgierig.
'Ja, die is hier, momentje,'
Heel even was het stil. 'Angel, lieverd er is telefoon voor je!'
'Wie is het?'
'Geen idee, hij zij zijn naam niet, maar hij vroeg specifiek naar jouw.'
Angel nam de telefoon van haar man over. Het was waarschijnlijk Mac, die haar belt om melden dat ze wat was vergeten. Ze vergat de laatste tijd wel wat vaker iets.
'Met Angel,' begon ze toen ze de hoorn tegen haar oog legde. Draco stond een paar stappen bij haar vandaan, met een bezorgde blik keek hij naar zijn vrouw, hij vond dit alles behalve geweldig.
'Een goeden middag, juffrouw Maannevel,' klonk het van af de andere kant van de lijn. De stem was zwaar en donker.
'Ik ben blij dat ik u thuis aantref. Ik wil u graag onder vier ogen spreken.'
'We praten nu, wat wilt u weten?' vroeg Angel, ze voelde nattigheid, ze kon niet verklaren waar dat gevoel vandaan kwam maar het maakte haar angstig.
'Nee niet via de telefoon. Kom vanavond naar het bos net buiten de stad en dan kunnen we praten.'
Maar daar had Angel geen zin in. 'Het spijt me meneer, maar vanavond ben ik helaas niet in de stemming om langs te komen.'
Aan de andere kant van de lijn was het even stil en Angel hoopte dat de man het jammer zou vinden en op hangen, maar dat gebeurde niet.
'Oh natuurlijk,'klonk het, maar de stem klonk alsof hij het leuk vond, 'Als u niet komt vanavond om klokslag acht uur bij het bos, dan…'
'Dan wat?'
'Dan zou het zomaar kunnen dat morgen opeens in het de krant een artikel over u zou kunnen staan. "Engelen bestaan! magische, gevleugelde vrouw leeft onder ons." Kunt u zich dat veroorloven?, juffrouw Maannevel?'
En heel even bleef het stil, Angel wist niet goed wat te zeggen. Deze man bluft, dacht ze, hij weet niks over mij. Ze wende zich weer tot de telefoon.
'Het spijt me meneer, maar ik ben bang dat u het verkeerd hebt, engelen, magische krachten, gevleugelde vrouwen, die bestaan niet. Volgens mij heeft u iets te veel sciencefiction gelezen.'
'Oh maar dat denk ik niet, juffrouw Maannevel, ziet u, ik heb foto's van u in engelen kostuum, geheel met vleugels en al, en ook van uw gasten, elfen als ik het goed heb gezien?'
De adem stokte in Angels keel.
'Ah, ik neem aan dat u zwijgen een teken is dat het waar is wat ik zojuist zij. Ik verwacht u vanavond om acht uur in aan de rand van het bos. Wees op tijd. En als u iemand hier iets over verteld verdwijnen deze foto’s naar de kranten en het internet.'
En niet veel later klonk het geluid van een opgehangen telefoon.
Ze waren gezien, haar geheim was uit. Angel merkte niet dat ze de telefoon terug legde op de hoorn, en langzaam tegen de bank leunde. Haar maag keerde binnenste buiten en ze voelde hoe de angst meester van haar maakte. Haar gezin was in gevaar, haar zoons en dochter, haar man, en haar ongeboren kind om nog maar te zwijgen over haar gasten.
'Angel, lieverd?' met grote stappen rende Draco op zijn vrouw af. Vanaf een afstandje had hij naar haar gekeken en zag hoe de kleur uit haar gezicht wit weg trok en ze naar de bank strompelde.
'Wat is er gebeurt, wat had deze man te vertellen?, en wie was het? Wat was zijn naam?'
Draco stelde allerlei vragen, maar Angel kon alleen maar haar hoofdschudden en door de hormonen gleden er tranen over haar wangen.
'Lieverd?'
'We zijn ontdekt, Draco,' kon Angel uit brengen voordat ze haar gezicht in Draco's schouder begroef. 'Iemand weet van ons bestaan.'

Reageer (2)

  • Glorfindel

    Dat was even heel raar om te lezen

    8 jaar geleden
  • Frey_

    Omg 'Blackmail', wat een geweldige moderne titel :')

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen