Opdracht 2
Twee mensen die elkaar haten, zitten vast in de lift gedurende 12 uur. Wat gebeurt er?

Minimaal aantal woorden: 200
Maximaal: geen limiet
Uiterste inleverdatum: 14-07-2015 23:59 uur


Ik ben ontzettend slecht in gemeen schrijven. Ik heb mijn best gedaan,aar misschien komt het niet helemaal uit de verf

Naaldhakken tikten door de gang heen, terwijl mijn rok netjes om mijn benen heen zwierde. Het voorbeeld van een perfecte zakenvrouw, al zag ik het zelf. Jarenlang had ik geoefend op deze look, maar nu heb ik hem perfect te pakken. Ik was het perfecte voorbeeld van een zelfverzekerde en onafhankelijke zakenvrouw. De behoefte om met mijn tas te gaan zwaaien of om even uitgelaten te roepen waren al jaren geleden uit mijn gedachten verdwenen. Zelfs nu, terwijl ik op een doodstille gang liep waar iedereen al lang naar huis was, voelde ik geen enkele drang om eens lekker gek te doen, om me eens lekker te laten gaan. Jaren had ik in een keurslijf geleefd en kon ik geen dingen doen die ik graag wilde doen, maar nu was ik zelf het keurslijf geworden, alles wat wel mocht, deed ik met liefde en alles wat absoluut verboden was, daar had ik ook een hekel aan. Mijn naaldhakken vormden ondertussen nog steeds het enige geluid wat aanwezig was in de gang, totdat ook dit geluid stopte aangezien ik bij de liften was aangekomen. Een vluchtige blik op het weerspiegelende materiaal van de lift liet zien dat ik inderdaad het perfecte voorbeeld van een zakenvrouw was. Een bruin, suède mantelpak liet lichtelijk mijn perfecte figuur zien en een stevige knot vatte mijn dikke, krullende en bruine haar stevig samen. Ik glimlachde tevreden naar mijn spiegelbeeld en op dat moment gaf een klein belletje aan dat de lift op mijn verdieping was gearriveerd. Seconden later gleed de deur open en stapte ik rustig en beheerst de lift in. Deze beheerste en rustige tred verdween gelijk toen ik zag wie er al in de lift stond. Woede is een van de weinige emoties die ik slecht kon verbergen, ook op dit moment verraadde alles in mijn houding dat ik woedend was. Waarom moest deze dag die zo mooi begon op deze manier eindigen? Wanhopig probeerde ik mij in te houden, probeerde ik mijn woede niet te laten zien, ik hoefde immers maar een paar minuten met hem in de lift te staan. Maar toen ik mijn vuisten balde, wist ik dat het mij niet ging lukken. Hij haalde het slechtste in mij naar boven en zorgde ervoor dat ik niet meer wist wat ik moest doen. En dat terwijl ik Matthew al heel lang kende. Ik was ongeveer een jaar of zes toen mijn broer hem voor het eerst mee naar huis nam. Nog geen week later waren ze de beste vrienden en overal waar je mijn broer zag, zag je Matthew ook. Ik vond het verschrikkelijk, over het algemeen was mijn broer best wel aardig voor mij, maar als Matthew erbij was, dan leek het alsof ze niets leuker vonden dan om mij te plagen en allerlei grappen bij mij uit te halen. Uiteindelijk leidde het ertoe dat ik vaker bij iemand anders was dan dat ik thuis was. Dat was inmiddels jaren geleden en als dat alles was dan zouden wij hier eerder bij elkaar staan als vrienden dan als vijanden, maar toen ik 15 jaar was, was ik het geplaag en het getreiter helemaal zat. Matthew had toen net een vriendin, de zoveelste aangezien hij de één na de ander versleet. Hij en mijn broer waren de populairste jongens op de school en ze hadden werkelijk waar alle meisjes achter zich aan lopen. In die tijd vond ik het ontzettend zielig dat zijn vriendin niet wist wie hij werkelijk was, ik heb haar toen haarfijn uitgelegd hoe hij mij altijd plaagde en treiterde en misschien ben ik daar een beetje te ver in gegaan want uiteindelijk heeft zij hem keihard gedumpt en heeft minstens een halfuur bij mij staan huilen. En als dit nou alles zou zijn geweest dan waren we zeker niet als vrienden uit elkaar gegaan, maar hadden we ook geen hekel aan elkaar als nu. Dat was allemaal gekomen doordat hij hier was komen werken. Opeens had hij daar gestaan, midden in de gang stond hij te grijzen naar mij. Hij had de baan ingepikt die ik al lange tijd had willen hebben, ik had er jaren voor gewerkt en hij komt één keer binnen wandelen en krijgt de baan. Vanaf die tijd heeft hij mij het leven zuur gemaakt op mijn werk, aangezien hij indirect de baas van mij was, kon hij mij alles laten doen en voor alles laten opdraven. Ik deed met liefde mijn werk, maar niet als hij mij dwong om dingen te doen. Deze gedachten schoten allemaal door mijn hoofd terwijl ik langzaam in de hoek van de lift ging staan. Ik dwong mijzelf om hem niet aan te kijken en gewoon te negeren, maar toen schoten mijn ogen naar het opklapstoeltje wat in de hoek van de lift stond. Ook al liep ik al jaren op flinke, hoge naaldhakken, nog steeds was ik er niet echt aan gewend. Na zo’n lange dag wilde ik ze het liefst ook uitschoppen. Aangezien dat nu niet kon, accepteerde ik het ook om even te gaan zitten. Ik liep discreet en rustig naar de stoel toe, maar net voordat ik er was, zag ik hoe Matthew de stoel naar beneden klapte en er op ging zitten. ‘Dat doe je expres!’, schreeuwde ik uit frustratie naar hem. Even keek hij mij verbouwereerd aan, maar dan begreep hij dat ik het over de stoel had. Een zelfingenomen grijns ontstond op zijn gezicht: ‘Aangezien ik nog steeds een hogere functie bekleed dan jij, heb ik meer recht op deze stoel’. Dit was een gemene steek onder water, hij wist wat voor hekel ik eraan had dat hij hoger aangeschreven stond dan ik. ‘Ik vraag me nog steeds af hoeveel jij betaald hebt om op die plek terecht te komen’, sneerde ik terug naar hem. Matthew rolde met zijn ogen: ‘Als je maar weet dat zoveel werknemers blij zijn dan ik die baan heb gekregen. Als ze jou als leider hadden moeten hebben met jouw snobbigheid en punctuele planningen dan had iedereen hier ontslag genomen’.
‘Mijn snobbigheid en punctuele planningen zorgen er anders niet voor dat het bedrijf ten onder gaat’, schreeuwde ik richting Matthew, ik was zijn eigendunk zo ontzettend zat. Op dat moment ging er een schok door de lift, de vloer trilde terwijl de lift met een schok stil hing, midden in de lucht. Met een gil werd ik door de schok voorover geduwd, recht op de schoot van Matthew. Die probeerde ondertussen zijn tas nog te redden, maar doordat ik boven op hem viel, rolde alle pennen, mappen en papieren over de vloer. Na een paar seconden was het één grote chaos in de lift. Matthew duwde mij van zich af waardoor ik weer hard met mijn elleboog op de grond viel. De pijn schoot even door mijn hele arm heen, de grond was hard en mijn elleboog kon helemaal niet veel hebben. Matthew was ondertussen naar het bedieningspaneel gelopen en stond wild op een paar knopjes te drukken. De lift reageerde nergens meer op. ‘Ik vrees’, sprak Matthew: ‘Dat we hier nog wel even vastzitten, de lift zit namelijk vast’. Een benauwd gevoel nam plaats in mijn hoofd: ‘Wat!’, schreeuwde ik: ‘Hoe kunnen we hier nu vastzitten? Ik moet naar huis, vanavond heb ik een etentje met een paar vrienden, ik moet uit die lift’. Ik stond op en begon naar de deur te lopen: ‘Doe die deur open!’, riep ik terwijl ik hard op de deur bonste: ‘Doe die deur open!’. Vanbinnen kwam langzaam het besef, ik zou hier vastzitten, misschien kwam ik hier wel nooit meer uit, misschien moest ik voor altijd in deze lift blijven. Ik begon harder op de deur te slaan terwijl ik langzaam gek werd in mijn hoofd. Van achter hoorde ik hoe Matthew langzaam naar mij toe gelopen kwam. Hij wilde mijn armen pakken om mij te laten ophouden. Ik trok ze achter los en begon hysterisch door de lift te lopen: ‘Het is allemaal jouw schuld dat we hier vastzitten’, beet ik hem toe: ‘Nu blijven we hier voor altijd zitten en gaan we hier dood, allemaal door jou’. Ik keek om mij heen, de vier muren stonden allemaal veel te dicht tegen elkaar. Er zat bijna geen ruimte meer tussen, nog even en ze zouden mij gaan pletten, ze zouden mij fijn drukken als een vers geplukte komkommer. Panisch begon ik heen en weer te lopen: ‘Ik moet eruit, ik moet eruit, ik moet eruit’, begon ik zachtjes te mompelen. Bloed stroomde naar mijn hoofd terwijl ik op mijn knieën viel en begon te hyperventileren. Net toen ik dacht dat door de vloer naar beneden zou vallen, voelde ik twee armen om mij heen. Twee armen die mij langzaam richting de muur trokken en mij daarna stevig vasthouden. ‘Jeez Mélissa, doe rustig aan, er kan je hier helemaal niets gebeuren. Na een poosje gaat de stroom weer aan en kan de lift weer verder’. Het gepraat en de stevige armen hielpen mij om wat rustiger te worden en toen ik wat rustiger werd, begon mijn woede. ‘Jij denkt dat je alles bent’, schreeuwde ik naar Matthew: ‘Waarom heb jij mij in deze lift gezet, waarom heb jij deze lift laten stilstaan? Wat is hier de bedoeling van? Jij doet dit gewoon zodat jij mij uit de weg kan zetten en zo zekerheid krijgen op jouw baan. Dit gaat jou nooit lukken, ik zorg ervoor dat ik uit deze lift kom en dan ben jij jouw baan kwijt’. Ik besefte totaal niet dat deze beschuldigingen helemaal nergens op sloegen, ik was zo boos op Matthew dat ik hem gewoon van dingen moest beschuldigen. Hij keek mij ondertussen gelaten aan: ‘Mélissa, wat een onzin kraam jij uit, probeer jouw boosheid even te vergeten, als de lift weer verder gaat dan hebben wij alle recht om elkaar voor de rest van het leven te haten, maar laten we het nu een beetje gezellig houden’.

‘En daarom ben ik van mening dat Pluto zoveel meer is dan zomaar een dwergplaneet. Ik bedoel na Pluto is er niets bekends meer. Pluto is dus eigenlijk het begin van het einde, hij staat het dichtstbij het onbekende, vormt een connectie met alles wat bekend is en wat nog niet. Hij is eigenlijk de schakel van ons zonnestelsel’, eindigde Matthew zijn betoog. Ik knikte langzaam, zijn hele beredenering was goed overdacht en niet zomaar uit de lucht geplukt, toch was ik er nog niet helemaal van overtuigd dat Pluto weer opnieuw een planeet moest worden, hij was immers veel kleiner dan de andere planeten. Langzaam schudde ik mijn hoofd: ‘Ik ben er nog niet over uit, hier moet ik thuis nog eens goed over nadenken, we hebben het immers al meer dan driekwartier over dit onderwerp’. Al zeker 11 uur zaten Matthew en ik in deze lift. De eerste twee uur konden we niet normaal met elkaar praten zonder dat er een snerende opmerking aan het einde van de zin kwam. Daarna konden we redelijk normaal met elkaar praten, al zijn de onderwerpen na 11 uur al wel redelijk op. Op dat moment schoot de lift weer van z’n plek en gleed die langzaam door naar beneden. ‘Hij doet het weer’, riep ik enthousiast: ‘Ik kan er weer uit!’. Matthew ging ook opgetogen staan en samen wachtten we tot de deuren weer opengaan. Steels keek ik nog even richting Matthew, ik had niet verwacht dat ik ooit zolang met hem kon praten zonder ruzie te maken. Het was nu niet zo dat hij en ik opeens de beste vrienden waren, maar er was een goede stap in de juiste richting gezet. Ik snapte meer van Matthews gedrag en besefte ook dat er niet altijd een zakenman of –vrouw aan het hoofd van de organisatie zou moeten komen. Al twijfelde ik nog altijd aan het gedrag van Matthew. De deuren gleden langzaam open en we stapte in een donkere hal. Enkel in de verte brandde het lampje van de nooduitgang, maar verder was het pikkedonker. Vertwijfelend liep ik richting de schuifdeuren die normaal altijd openvliegen als er iemand aankomt, maar nu geen centimeter toegeven. Snel liep ik naar de deur die vlakbij de toegang naar buiten verschafte, maar ook deze deur gaf niet mee en weigerde open te gaan. Oh nee, bedacht ik me, we zijn zolang in die lift geweest dat iedereen al naar huis is, niemand heeft ons gemist dus alles is op slot gegaan. Ik bekeek de klok die boven de receptie hing, het was kwart over twaalf, dat betekende dat ik nog minstens acht uur hier moest doorbrengen. Het alarm kon namelijk alleen tussen acht uur en twaalf uur eraf worden gehaald, niemand zou de deur dus open kunnen doen, want het alarm zat er al op. Ik was dus verplicht om nog eens acht uur met Matthew door te brengen. Bij die gedachten liet ik mij hard op de grond vallen, niet nog eens.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen