ik schrijf dit hoofdstukje vanuit Lichthart.
Veel leesplezier!

Ik lag rustig bij de anderen, op vierboom.
Lekker te slapen.
Ik werd wakker door Wolkstaart die me een lichte duw gaf.
"Witpoot is er", zei hij.
"Dat is geweldig", zei ik slaperig.
Ik zocht Witpoot en gaf haar een lik over haar oor.
Ik hoorde Ravenpels zeggen dat hij een idee had.
"We kunnen naar Rogge gaan.", zei hij.
Ik hoorde instemmend gemurmel.
We liepen over het windterritorium toen we opeens alle clans samen zagen.
Tijgerklauw stond op een hoge steen.
Er stonden verschillende katten voor die steen.
Ik zag verdriet in Vuursters ogen, want deze katten moesten zijn dierbaren zijn.
Ik krek even wie ik zag: Stropels, Aspels, Varenwolk, Eensnor, Mistvoet, Steenvacht, Stormvacht, Vederstaart, Zilverstroom en als laatste Stekelpoot...
We besloten ze mee te nemen als iedereen weg was.
Gelukkig duurde het niet lang totdat Tijgerklauw klaar was..
Ze glipten door ee struiken.
"Psst, kom mee..", riep Wolkstaart stilletjes.
Vlug vlogen ze in de struiken en gingen met ons mee.
We renen naar de schrijf van Rogge en daar besproken we wat we gezien hadden.
"Het is een nieuwe clan!", hoorde ik zandstorm zeggen.
"Maar wij zijn ook een nieuwe clan.", zei ik zachtjes..

Reageer (2)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen