Foto bij Hoofdstuk 1

Gehaast en op een snel tempo liep ik richting mijn werk. Ik had er al een kwartier geleden moeten zijn, maar ik was de tijd vergeten. Ik dacht dat ik pas om elf uur hoefde te beginnen, maar het bleek tien uur te zijn.
Ik was vandaag redelijk vroeg opgestaan om een warme, lange douche te kunnen nemen, maar die was ruw verstoord door een aanhoudende beltoon. Na tien keer overgaan bedacht ik me dat het misschien wel een dringend telefoontje was, en was ik snel de douche uit gegaan. Mijn collega, Aniesa, had me eraan helpen herinneren dat ik niet wéér mijn begintijden door elkaar moest halen – iets wat dus wel gebeurd was – en dat ik vandaag echt om tien uur aanwezig moest zijn.
Dat was dus niet gelukt, maar een kwartiertje later maakte vast niet veel uit. ’s Ochtends was het toch heel rustig, en mijn baas was er niet om me een preek te geven. Daarbij kwam dat er op woensdag nooit afspraken waren, en dat er dus ook niemand op mij zat te wachten.

Ik duwde de deur van de kapsalon open, en glipte snel naar binnen. Hopelijk had niemand op de tijd gelet, en viel het niet op dat ik later was.
Maar ja, al was dat zo – ik kon niet ongemerkt door de salon lopen en mijn spullen in de personeelsruimte zetten.
Al toen ik de deur dichtdeed, werd ik opgemerkt door Aniesa, die een nogal geïrriteerde uitdrukking op haar gezicht had staan.
“Eindelijk, Alisha, dat werd tijd. Ik had toch nog zo gezegd dat je er om tien uur moest zijn?” zuchtte ze, en verontschuldigde zich kort tegenover degene die voor haar in de stoel zat.
“Ik was de tijd vergeten,” mompelde ik, en keek om me heen, zoekend naar Yara. Op woensdag werkten we standaard met z’n drieën, maar ik kon haar nu nergens vinden.
“Voor je verjaardag ga ik echt een wekker kopen,” zei het meisje tegenover me, en trok haar wenkbrauwen op. “Ik ben al lang blij dat je er bent, want Yara is ziek, en ze kon geen vervanger meer regelen. Verder is er iemand die naar jou vroeg, hij zit al even te wachten.”
Fronsend keek ik haar aan. “Hoe heet hij?”
Aniesa haalde haar schouders onwetend op, en keerde zich weer naar haar klant toe. “Geen idee, maar ik heb hem hier nog nooit eerder gezien.”
Ik mompelde wat onverstaanbaars terug – ik wist zelf niet eens wat ik zei – en liep door naar de personeelsruimte. Daar zette ik mijn tas neer, en dronk snel een glas water. Het zweet stond al op mijn voorhoofd, en dat alleen van het lopen hiernaartoe.
Het was warm voor de tijd van het jaar, dus dat hielp ook niet echt mee. Bij het seizoen herfst kwam zesentwintig graden niet zo snel in me op.
Ik haalde een hand door mijn lange, bruine lokken, om het zo iets te fatsoeneren, en liep weer terug de salon in.

In de wachtruimte was het aardig druk. Hier en daar spotte ik wat vaste klanten, en de rest van de gezichten had ik ook al wel eens eerder gezien. Stuk voor stuk begroette ik ze kort, waarna mijn oog viel op een zwartharige jongen.
Even stond mijn adem stil – hij zag er precies uit als Bruno, mijn broer – en bekeek de jongen eens goed. De mogelijkheid dat hij mijn broer was bestond niet, want mijn broer was dood. Toch leek hij er verdomde veel op.
Ik besloot om hem maar gewoon aan te spreken, aangezien niemand anders op mij aan het wachten was. Iedereen kende me hier, en Aniesa kende ook iedereen. Als zij zegt dat ze hem nog nooit eerder heeft gezien, geloof ik dat.
Ik liep wat dichter naar hem toe, en toen ik vlakbij was keek hij op van zijn telefoon. Een lichte glimlach verscheen op zijn gezicht, en hij stond op. Hij stak zijn hand uit, en stelde zichzelf voor.
“Hoi, ik ben Calum. Jij bent zeker Alisha?”
Ik schudde zijn hand, en knikte instemmend. “De enige echte. Het spijt me dat ik zo laat was, maar ik had eerlijk gezegd niemand verwacht, en ik was de tijd vergeten,” verontschuldigde ik mezelf meteen.
“Het was ook een spontane actie om hierheen te gaan,” grinnikte Calum. “Mijn zus, Mali, stond erop dat ik mijn haar vandaag nog liet knippen. Het is niet om aan te zien zegt ze.”
Ik keek hem eerst verbaasd, en meteen daarna verrast aan. Dat had ik niet zien aankomen. Ik wist überhaupt niet dat Mali een broertje had. Ze was een vaste klant bij ons – of eerder gezegd bij mij – en ik zag haar dan ook zowat iedere maand.
“Nou, loop maar mee dan. Eens kijken of er nog wat te redden valt aan je haar, Mali sprak zeker de waarheid,” zei ik opgewekt, en liep voor hem uit richting één van de stoelen.
Ik verstelde de stoel een beetje zodat ik er zo wat makkelijker bij kon – Calum was niet bepaald klein – en hij ging erop zitten.
Met een bedenkende blik keek hij via de spiegel naar mij, en haalde zuchtend een hand door zijn haar.
“Ik hoop dat je er iets mee aankan,” mompelde hij, en leek mijn opmerking van daarnet echt te geloven.
Een brede glimlach ontstond op mijn gezicht.
“Ik kan er van alles mee. Kaal, hanenkam, blond, blauw, stekeltjes – zeg het maar.”
De geschokte blik van de jongen zei me genoeg, en al lachend pakte ik een waterspuitbus en een kam.
“Nee hoor, hier kan ik heel veel mee. Behalve dode punten is je haar in perfecte conditie. Mali probeert je alleen maar te stangen.”


Ik kon niet langer wachten, oeps. Dit eerste hoofdstuk zal waarschijnlijk nogal verwarrend zijn, maar het wordt duidelijker naarmate het verhaal vordert.
Ohja, Anies & Yaar, I hope you like this (: SUPRISE hahahaha.
Laat me weten wat jullie van dit eerste hoofdstuk vinden, zodat ik daarmee rekening kan houden c:

Reageer (14)

  • awsten

    Ik vind het nu al leuk :3

    8 jaar geleden
  • LostToTheSmut

    OMG I LIKE YOUR STORY.

    Btw, Aniesa de bitchy kapster. Ik zie het helemaal voor me.

    Snel verder Annick <3 :)

    8 jaar geleden
  • Elis

    Heel leuk begin! Ik wou dat mijn beginnen zo duidelijk waren als de jouwe haha

    8 jaar geleden
  • JeffBuckley

    OH MY GOD NIEKJE IM SO EXCITED

    8 jaar geleden
  • MrsNeymessi

    Kudo

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen