Foto bij 9.0: Onledig

Zwijgend eet ik netjes mijn eten op, met Aurus naast me en Lucius tegenover me. Ik heb Harry sinds de vergadering niet meer gezien en dat maakt me nerveus. Ik wil weten wat er besproken is, wat ze vinden over mij en vooral wanneer. Wanneer kan ik eindelijk mijn dierbaren nog eens in mijn armen sluiten? Lucius lijkt erg afwezig, wat zelden bij hem voorkomt, maar ik besluit er niet achter te vragen. Zelf ben ik ook erg gereserveerd vandaag. Enkel Aurus zit ietwat ongemakkelijk te eten, hij lijkt zorgeloos te zijn en behoefte te hebben aan sociaal contact. Als mijn bord bijna op is komt Sedrik de ruimte binnen gewandeld en meteen verschijnt er een frons op zijn gezicht.
"Oei, is er iemand dood?" Ik glimlach even welgemeend om zijn opmerking voordat ik de laatste aardappel verder opeet. Niemand lijkt te reageren tot het geluid van het kletteren van een stoel op de grond me bijna doet verslikken in mijn water. Hulpeloos hoest ik tot het water de juiste weg terug gevonden heeft en met een rood hoofd staar ik Sedrik aan. Het bloed brandt achter mijn wangen en ik geef hem een dodelijke blik. "Oeps." Hij glimlacht slechts alsof het de bedoeling was, natuurlijk. "Ik wou alleen maar jullie aandacht krijgen." Hij zet zich neer met een glas alcohol voor zich neer, alsof hij nog niet geestig genoeg is vandaag. "Ik zal jullie uit de brand halen en vertellen waar iedereen is zodat de sfeer toch iets beter wordt. Harry is jagen en Rune vergezelt hem. Oké?" Ik knik en werp even een snelle blik op de anderen die hetzelfde doen.
"Jagen op wat?" Ik frons geërgerd als ik een ruwe stamp van Aurus krijg onder tafel. Hij kijkt me nogal berispend aan, alsof ik weer een verboden onderwerp aan snijd. Sedrik grijnst enkel, geamuseerd met mijn vraag.
"Toch iemand met ballen aan deze tafel, mooi zo, en het spijt me Lucius, ik bedoel het niet zo." Lucius haalt enkel zijn schouders op.
"Ik weet het dus ik heb niets te vragen broeder." Hij glimlacht terwijl ik mezelf ongeduldig voel prutsen met mijn vork.
"Dieren." Sedrik's houding is terug tot mij gericht. "Tevreden daarmee of gaan we een interessante discussie aan?"
"Ik kan wel leven met dieren, tot nu toe." Beter als mensen in ieder geval. Als dat het antwoord was had hij één niet zo soepel geantwoord en twee was er wel een oververhitte discussie ontstaan. Iets wat blijkbaar toch in de familie zit, die discussies willen aangaan. Harry heeft het namelijk ook, nogal erg… "Heb jij die vergadering bijgewoond?" Het lukt me verbazend goed om mijn stem gladjes en achteloos te laten klinken, terwijl iedereen hier weet waar ik op doel. Aurus beweegt opnieuw nukkig.
"Zeker, net als onze verloofde Lucius hier die zich zorgen maakt."
"Het is perfect normaal om je zorgen te maken als je wordt veranderd in een zielloos donker wezen." Lucius' stem klinkt donker en snijdt door de ruimte heen. Ik besluit stil te blijven, dit is eerder iets tussen Sedrik en Lucius. Aurus blijft verdacht stil, alsof hij wilt weggaan maar toch de nieuwtjes niet wilt missen. Het feit dat... als je trouwt je...getransformeerd wordt... Het lijkt me nogal wat. Oké, je kan voor eeuwig bij je geliefde zijn, maar je wordt een andere persoon, bloeddorstig, zonder veel controle met veel nieuwe krachten. Alsof je herboren wordt. Herboren. Ik maal het woord fijn in mijn hersenen voordat ik me terug op mijn bord richt. Je wordt ook gebombardeerd door je zintuigen... Lucius moet echt wel gek zijn van Rune.
“Proficiat.” Mijn woorden lijken de spanning te doorbreken en Lucius glimlacht oprecht. Als ik goed kijk bespeur ik zelfs een greintje van verlegenheid op zijn gezicht. Er is echt iets met hem aan de hand. “En het komt wel goed Lucius, jij en Rune zijn een prachtig koppel samen.” Een grijns verschijnt nu op de lippen van de man en ik weet dat ik het goed gedaan heb. Zelfvoldaan laat ik me terug naar achteren zakken in mijn stoel.
“Ik weet nog wel twee mensen die een geweldig paar zouden zijn.” Zijn ogen kijken me nadrukkelijk aan en voor ik het weet voel ik mijn mond lichtjes opengaan uit verontwaardiging. Die had ik niet zien afkomen, in geen mijlen.
“Bedoel je Sedrik en zijn zelfvertrouwen?” Lucius begint te lachen en we staren allemaal Sedrik aan die zelf een grijns niet kan onderdrukken. Mijn opmerkingen, ze lijken het te waarderen.
“Erstaunlich, Tomlinson. Voor deze keer laat ik het erbij.” Ik grinnik om Sedrik’s opmerking en leg mijn vork neer.
“Je weet gewoon niet wat terug te zeggen.” Aurus naast me laat zijn hoofd plat op tafel liggen van het lachen. Zijn hoofd wordt knalrood en happend naar lucht maakt hij een piepend geluid. Zelf lach ik ook even totdat ik merk dat Aurus niet uit zijn lach geraakt en hem een bemoedigend klopje op zijn rug geef. Arme jongen. Hij wuift mijn hand weg en komt terug overeind, de tranen uit zijn ogen vegend. Was dat echt zo grappig? Normaal vindt hij het maar niets als ik op zo’n manier terugpraat tegen bovennatuurlijke wezens, niet dat ik er zelf geen ben, iets wat hij niet weet, nog niet. Misschien maar goed ook, dan is hij echt de enige mens als Lucius getransformeerd wordt, ik denk niet dat hij daar zo gelukkig van zal worden.
“Ah broertje!” Ik vernauw mijn ogen meteen en draai me om als ik een figuur met verwilderde krullen en de mooiste ogen ooit in de deuropening zie staan, Harry. De chemie tussen ons is er overduidelijk. Alsof hij me heeft vastgemaakt met een touw en me verlangend naar hem toe trekt. Langzaam en tergend. Aurus kucht en ik maak gegeneerd mijn blik los, nadat Harry me, natuurlijk, voor was, waarna ik een slok water neem.
“Mag ik er bij komen zitten? Het lijkt gezellig.” Hij schuift een stoel naar achteren en gaat langs Sedrik zitten.
“Ja, het is inderdaad gezellig. Die Comes van jou is een ware Komiker.” Het valt me op dat Sedrik weer in het Pruisisch begint, maar het blijft verstaanbaar, gelukkig. Harry kruist zijn lange been over de andere en neemt met zijn hand zijn voet vast.
“Is dat zo?” Ik zeg niets en kan niet anders dan naar hem staren. Zijn persoonlijkheid is bijzonder, net als zijn attitude. “Ligt het aan mij dat niemand iets meer zegt?” Ongemakkelijk staren zijn pupillen de ruimte in, iedereen bekijkend, inclusief mij. Ja, het ligt aan jou Harry. Het ligt allemaal aan jou. En dat is positief in mijn geval, als je het van de goede kant bekijkt. Ik haal mijn schouders op en neem terug een slok water en staar onschuldig naar de tafel, waardoor het stil blijft.
“Hier gaan we weer.” Sedrik zucht melodramatisch en ik glimlach.
“Voor iemand die alleen is kan je slecht tegen stiltes.” De man grinnikt door mijn opmerking en doet op die manier de spanning weer dalen. “Waarom ben je eigenlijk nog alleen?” En we gaan weer naar serieus. Oké, dat had ik misschien beter niet gevraagd.
“Waarom ben jij alleen? Waarom is Harry alleen? Waarom is Aurus alleen? Een relatie, dat klikt in elkaar of niet. Er is geen tussenweg.” Ik knik begrijpend en richt mijn blik op het plafond, blikken van Aurus en Lucius negerend. Oké, nu staart iedereen me echt aan. Ik richt mijn blik terug op de mannen.
“Wat? Dat is toch ook maar een normale vraag.” Ze bewegen ongemakkelijk in hun stoel, tot ik onverwachte steun krijg.
“Het is inderdaad maar een vraag.” Harry. Ik glimlach dankbaar naar hem, het is slechts een seconde, maar hij geeft me een knikje terug. “Niet iedereen is gemaakt om met iemand samen te leven.”


Tja...

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen