Foto bij 11.0: Herenigd

Lottie en Fizzy. Hun lange vlechten wapperen in de wind terwijl ze als twee kleuters op me afgestormd komen. Ik grijns alleen maar en sta op om de twee lichamen die bruut tegen me aan botsen door de hoge snelheid op te vangen. Ik lach alleen maar en probeer zo veel mogelijk van hun lichaam vast te houden, genietend van het gevoel dat we eindelijk herenigd zijn. Mijn oudste zusjes.
"Ik heb jullie gemist," murmel ik in hun kastanjebruine haren. "Fiz, ben je gegroeid?" Het meisje dat eerst aan mijn schouder kwam komt nu zonder problemen een pak boven mijn schouders uit.
"Tja, we kunnen niet allemaal zo klein blijven als jij." Ik grinnik, ze denkt toch niet dat ik me zomaar laat doen, als enigste jongeman in dit gezin. Ik moet mijn eer verdedigen dus laat ik Lottie los om Fiz een speelse duw te geven. Ze lacht en haar ogen schitteren, gevuld met vreugde. Lottie is stiller en bleker als Fiz, maar ze ziet er ook tevreden uit.
“Alles oké Lot?” Ze knikt en haar glimlach verbreed even waarna ze plagerig haar hand wild door mijn haar haalt.
“Helemaal Lou. Helemaal.” Ik grijns en sla mijn armen om het middel van allebei, het feit dat er zand aan mijn handen hangt negerend. Hun vlechten wapperen langs me heen en ik trek ze nog iets dichter tegen me aan.
“Je moet me wel voorstellen aan je grote liefde Lot, ik ben nieuwsgierig.” Ik kijk haar aan en ze glimlacht verlegen, wijselijk.
“Nog belangrijker, jij moet me ook voorstellen aan jou grote knappe vlam.” Ik grinnik en schud mijn hoofd, het kan toch niet dat zij… ze zou enkel de eerste, minder persoonlijke brief mogen gelezen hebben.
“Grapjas, dat is de keizer. Wat denk je nu zelf.” Ze grinnikt en ik merk dat Fiz even haar gewicht tegen me aan zet om mijn aandacht te trekken. Het werkt want ik draai mijn hoofd nu in haar richting. Haar blauwe ogen staan nog steeds speels en de eerste sproeten verschijnen op haar roze wangen.
“Voor even leek je toch te genieten van die gedachte broertje. Trouwens, als hij geen vampier zou zijn, zou ik wel weten met wie ik zou trouwen. Heb je zijn gespierde lichaam gezien? En die ogen, lieve god Lot. Dat Louis hem vaak mag zien…” Ik grinnik en duw haar van me af als we beneden aan de berg zijn. Harry zit op een boomstam, bekijkend hoe we naar beneden komen. Lot maakt zich ook los van me waardoor ik even in mijn handen klap, het zand eraf krijgend. Als ik terug op kijk merk ik dat Harry’s ogen me aanstaren. Zijn lichaam zit nog net verborgen in de schaduw, maar goed ook. Ik wil niet dat de vreselijke littekens op zijn handen weer brandend naar boven komen. Harry glimlacht en staat op.
“Als dat niet je zussen waren, zou ik iets anders denken.” Ik grinnik en schud even mijn hoofd waarna ik mijn uiteen geblazen haar even terug op zijn oorspronkelijke plaats leg, het wordt ook zo vreselijk lang.
“Jaloers Har?” Harry glimlacht waardoor er twee mini-kuiltjes ontstaan wat mij ook even doet glimlachen. Net voordat ik verder kan staren naar de manier waarop zijn grote ruwe duim over zijn ene hand veegt en hoe hij zijn roze tong over zijn lippen haalt wend ik verstandig mijn blik af. Geen gestaar naar Harry terwijl er anderen bij zijn, of dat ga ik toch proberen. Die jongen is goddelijk. Toch wil hij me nog van antwoord dienen. Zijn ogen volgen wijselijk de lichamen van mijn zusjes die het huis binnen gaan, ik frons lichtjes en richt mijn blik terug op hem. Wat mogen ze niet horen? Als Harry’s indrukwekkende gestalte dichterbij komt begin ik het te snappen… Mijn hart begint te racen tegen de klok en mijn vingers trekken even spastisch samen. Mijn ademhaling klinkt luid tegenover de zijne als ik mijn grote blauwe ogen met zijn groene verbind. Harry glimlacht lichtjes en brengt zijn hand naar mijn gezicht. Hij laat hem net voor het gevraagde contact weer afzakken tot op mijn schouder. O God Harry, doe het gewoon, alsjeblief. Zijn lippen buigen naar mijn oor, ze raken me net niet aan. Zou het opvallen als ik stiekem dichter tegen hem aan ga leunen?
“Het is abnormaal als ik niet jaloers zou zijn voor een jongen zoals jij Louis.” Zijn klassieke accent doet me rillen als hij terugdeinst en ik hem betoverd aankijk. Wie is er nu de tovenaar? Ik grinnik even verlegen waarna ik mijn klamme handen ongemakkelijk even laat knakken.
“Hoe graag je ook zou willen dat ik specialer ben als jij, het zal je niet lukken Har.” Elkaar bij de naam noemen, we doen het onbewust zo vaak. Het maakt alles veel intiemer, persoonlijker. Ik glimlach en volg dan mijn zusjes onderweg naar binnen. Fiz staat gebukt over een ijzeren kom, gevuld met water om kleren te schrobben samen met mijn moeder. Geen van beide kijkt op als ook Harry binnenkomt. Lot staat in tegenstelling tot Fiz met een bezem in haar hand. Haar verwijde ogen kijken me onderzoekend aan.
“Ben je al bij El geweest?” Ik schud mijn hoofd, schuldig. Ik weet dat ik haar zou moeten bezoeken, maar… ik weet niet. Ergens heb ik het gevoel dat ik het gewoon niet durf, kan dat? Een man zou stoer en dapper moeten zijn, en ik en El zijn overigens nog steeds vrienden, ook al is alles iets ongemakkelijker tussen ons nu.
“Ik weet niet-“ ik kuch een keer, nog steeds ongemakkelijk, “ik weet niet zeker of ik wel zou gaan.” Hierbij voel ik aan de sfeer dat mijn moeder aandachtig meeluistert, maar ze zich er niet mee bemoeit zoals alle andere bemoeizieke moeders in een boerendorp.
“Waarom zou je dat niet doen?” Ik merk dat Harry ondertussen Lot haar bezem heeft overgenomen zodat we beter kunnen praten. Nu ja beter, ze kan me nog meer intimiderend aankijken.
“Ik weet niet.” Ik haal mijn schouders op.
“Je weet wel veel niet meer. Heeft hij je hersens opgegeten in plaats van je bloed?” Een diepe authentieke lach weerklinkt door de kamer en ik kijk fronsend naar Harry die lachend zijn tanden in zijn onderlip zet en zijn grote hand op zijn buik laat rusten.
“Jullie hebben allemaal dezelfde geweldige humor.” Hij grinnikt nog steeds en heft dan excuserend zijn grote hand terug op, “sorry, let niet op mij.” Harry’s lach heeft me licht doen glimlachen, maar nog steeds ben ik bezorgd om het gespreksonderwerp.
“Ik weet niet of ze dat wel wil Lot.” Mijn zus rolt even dramatisch als ik altijd doe met haar ogen en zet boos haar handen in haar zij.
“Je bent haar enige vriend! Denk aan wat je haar aandoet als ze hoort dat je hier bent geweest en haar niet bent komen bezoeken. Waardeloos ben je dan! Nog erger als die arrogante heer Delacroix hier.” God, ze heeft gelijk. Maar wat nu? Harry hier achter laten? Of hem meenemen naar mijn vorige vriendin, ik weet niet of dat wel zo’n goed plan is.

Harry past zich aan, maar hoe zit het met Louis?

Reageer (1)

  • CitroenPlant

    Harry is zo schattig! Ik ben benieuwd of Louis hem mee gaat nemen of alleen gaat.
    Snel verder!
    +kudo

    (flower)

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen