Een Bill kaulitz "love story". Tokio hotel bestaat niet, dus eigenlijk is het alleen maar een faceclaim. Een kort verhaal, waarschijnlijk een 5-shot of 10-shot. Het is een (post) apocalyptisch verhaal wat zich afspeelt in de toekomst.

Het jaar is 2638. De technologie is snel vooruit gegaan. De mens hoeft geen zwaar werk meer te verrichten, overal zijn robots voor. De mensheid werd lui, deed alleen nog maar leuke dingen. De mensheid werd onvoorzichtig. Toen er op een dag een nieuwe superieure levensvorm aan de macht kwam werd het hel op aarde. De Aneroïdes zijn vijandelijke wezens die de mensheid willen onderwerpen aan hun macht. De mensen die hieraan toegeven worden als slaaf gebruikt en worden gedwongen het werk te doen wat de Aneroïdes jaren moesten doen. De mensen die weigeren worden opgejaagd en vermoord of gehersenspoeld. In deze vreselijke wereld probeert Nux zich staande te houden.

Voorzichtig schuif ik een tak opzij. Vanuit hier heb ik perfect zicht op die mechanische hufters. Er staan er drie net op de rand van het bos. Zo te zien zijn ze iets aan het overleggen. Het is doodstil, de laatste keer dat een vogel gefloten heeft kan ik me niet eens meer herinneren. Dan hoor ik geritsel onder bij de boom waar ik in zit. Snel kijk ik omlaag, daar ligt iemand in de dorre bladeren met een hand geweer. Kan hij echt zo stom zijn? Als hij een beetje onhandig begint te klungelen met het geweer weet ik dat de rapen gaar zijn. Vliegensvlug klim ik geluidloos uit de boom en bespring de jongen. Terwijl ik mijn ene hand strak om zijn mond hou zodat hij geen geluid kan maken, mijn knie ik zijn rug zet zodat hij niet weg kan komen en met mijn andere hand handig het magazijn uit zijn geweer haal. Dan ga ik van hem af.
"wil je dood of zo?" sis ik boos naar de jongen die mij nu ook boos aan kijkt.
"nee, natuurlijk niet." zegt hij boos. Ik sla snel mijn hand weer voor zijn mond omdat hij te hard praat. Even kijk ik over het kleine heuveltje heen waar we achter zitten om te kijken of ze ons gehoord hebben. Gelukkig niet.
"ze komen af op geluid, kamikaze piloot!" fluister ik weer.
Ik trek de jongen mee, we moeten hier weg voordat we gevonden worden. De jongen volgt me met nog steeds een boze blik op zijn gezicht. Dan gaat hij op een takje staan wat breekt. het gekraak galmt door het kleine bosje heen, en natuurlijk ook het bedrijven terrein waar de Aneroïdes staan. Geschrokken draai ik me om. De jongen kijkt geschrokken naar mij terwijl ik zo langs hem heen kijk, door de bomen kan ik de fuckers zien staan die het ook gehoord hebben. Dreigend lopen ze naar de rand van het bosje waar wij ons in bevinden. Ik duw de jongen ruw omlaag zodat hij op de grond valt. Met mijn andere hand pak ik snel drie werpmessen en gooi ze in een rotvaart naar de Aneroïdes toe. Alle drie raak, tussen hun ogen doorboren de kleine messen het moederbord. Langzaam zakken ze in elkaar. Ik trek de jongen omhoog en zet het op een rennen. Zodra hun systeem offline gaat word er een nood signaal uitgezonden. Snel zal het hier krioelen van de Aneroïdes.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen