Ik heb een tijdje geleden het boek gelezen en wil heel graag een fanfictie schrijven, maar ik weet nog niet pressies hoe en wat. Ik ben een beetje aan het spelen met een ideetje.

Doodstil lig ik op mijn bed. Ik lig op mijn deken terwijl ik naar het plafon staar wat nu amper te zien is door de afwezigheid van maanlicht. Zo geluidloos mogelijk adem ik in en uit, ik heb het gevoel alsof ik nog te luidruchtig ben. Ik had al lang moeten slapen. Als ik heel even iets hoor trillen over de houten vloer onder mijn bed draai ik me meteen om en pak het kleine telefoontje van onder mijn bed vandaan. De vloer is dun, hopelijk heb ik niemand wakker gemaakt met het trillen. Ik klik op een knopje van de draadloze telefoon en het scherm licht een beetje op. Ik had het ding snel helemaal door en heb hem zo ingesteld dat hij zo min mogelijk stroom verbruikt. Overdag staat hij sowieso uit. Ik klik even op het knopje waar een groen telefoontje op staat afgebeeld om de telefoon te ontgrendelen. Dan duw ik op een andere knop om het tekstbericht te openen.

00:30 Loods 372

Het berichtje is kort, zoals altijd. Ik druk op het rode telefoontje om bij het beginscherm te komen en zet dan de telefoon weer uit. Zo stil mogelijk sta ik op en glij mijn voeten zo in de schoenen die ik al had klaar gezet. Zware zwarte kisten met stalen neuzen. Ze zijn oud en versleten, zoals bijna alles wat ik heb, maar doen het nog perfect. Niet dat ik geld heb voor nieuwe. De pijpen van de strakke zwarte broek die ik aan heb komen ook in de schoenen te zitten terwijl ik ze strak strik. Voorzichtig, ik wil zo weinig mogelijk geluid maken, ga ik op mijn knieën naast het bed zitten. De kleine telefoon verstop ik tussen mijn dunne matras en de al duizend maal herstelde lattenbodem. Dan ga ik op mijn buik liggen en moet half onder mijn bed gaan liggen om bij de zwarte tas te komen die helemaal tegen de muur aan ligt. Ik kijk even of alles er nog in zit. Jep, de prehistorische laptop en zware harde schijf liggen pressies zoals ik ze de laatste keer had achter gelaten. Voorzichtig sta ik op en hang de rugzak op mijn rug terwijl ik naar de deur van mijn kleine slaapkamer loop. Zodra ik naar buiten wil lopen kijk ik nog even om. Dit kan, net zoals alle andere keren, de laatste keer zijn dat ik dit zie. Maar daar wil ik niet aan denken. Als ik daaraan ga denken zou ik niet meer durven. Ik mag daar niet over denken. Als ik dit niet zou doen, hoe zouden we dan in hemelsnaam rond komen?

Sinds papa reuma heeft gekregen, vier jaar geleden, ben ik de kostwinner hier in huis geworden. En ookal werkt iedereen, Zelfs mijn jongste broertje Arlo die nu net 11 is, zouden we niet rondkomen als ik dit niet ook nog zou doen. Onze familie hoort bij kaste 5, de kunstenaars kaste. We behoren tot de op drie na armste kaste en hebben geen cent te makken. Mama is origineel uit kaste 3, maar is uit liefde voor papa getrouwd en automatisch een 5 geworden. Je ziet dat ze nog steeds veel van papa houd, maar deze levensstijl kan ze niet aan. Ze verwacht van ons, haar kinderen, dat we met hogere kaste zullen trouwen. Om het de familie makkelijker te maken. Giana, mijn oudste zus, is met een 4 weten te trouwen. Ondertussen heeft ze al vier kinderen, en de vijfde zal niet meer al te lang op zich laten wachten dus kan zij ons helaas geen financiële steun bieden. Leif, mijn oudste broer, heb ik in geen jaren meer gezien. Het lijkt alsof hij van de aardbodem is verdwenen. Sommige mensen fluisteren dat hij zich bij de rebellen heeft aangesloten, maar daar geloof ik niets van. Dan heb je nog Neema, mijn zus die drie jaar ouder is. Zij zal nooit aan een man komen. Ze is lelijk, en heeft geen talent. Mama zegt dat we blij mogen zijn als een acht haar zal nemen uit medelijden. Zo hoeven wij niet meer voor haar te zorgen. Ik vind het niet erg, ik mag haar niet. Ze is lui en onaardig. Ze zit de hele dag binnen en doet niets. Dat kan ik niet hebben. Dan kom ik, Mina. Ik ben net achttien geworden en mama zegt dat ik zo knap ben dat ik misschien zelfs met een 2 kan trouwen. Als ik mezelf bekibekijk in een spiegel of als ik mijn reflectie in een raam zie vraag ik me af hoe ze baar bij komt. Ik ben smal, te smal. Mager van jaren lang te weinig te hebben gegeten. Mijn haar is wit van zichzelf. Wat vreemd is omdat de rest van het gezin donker haar heeft. Ook is mijn huid heel erg bleek en kan ik amper tegen de zon. Mijn haar is lang, heel lang. Mama vind het te lang. Toch doet ze er niets aan. Ik verf zelf de punten blauw, omdat het nu zo lang is kan mijn moeder de blauwe punten verstoppen onder de rest van mijn haar als ik een knot maak. Voor als ik officieel werk heb. Na mij komt Isis. Mijn jongere zusje, nu net 15 geworden. Met haar kan ik het ’t beste vinden, we zijn twee handen op een buik en ik ben heel erg beschermend over haar. Over mijn gehele familie eigenlijk, maar over Isis het meest. En dan, als jongste komt Arlo.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen