Foto bij #008

Een aantal weken verstreken. Het is zaterdag en ik zit met mijn boek van Gedaanteverwisseling op mijn schoot. Hermelien zat in de bibliotheek en stond erop dat ik ook bij haar kwam studeren zodat ze mij iets kon uitleggen als ik het niet begreep, ik had gezegd dat ik het heel lief vond maar nog even van de laatste zonnestralen wou genieten voor dat ze straks weer voor een paar maanden zouden verdwijnen. Het gaat goed op Zweinstein ik voel me hier thuis, ondanks dat Professor Omber nu aan is gesteld voor “Hoog-Inquisiteur”. Ik ben goed bevriend geraakt met Hermelien en Ginny. Om de tweeling moest ik altijd lachen, ze zijn nu druk in de weer met, zoals Professor Omber het zou noemen, illegale zaakjes. Ze hadden ingenieuze dingen verzonnen waarmee je kon spijbelen, zoals bijvoorbeeld braakballen. Harry daarin tegen was nog al afstandelijk, ik kende hem natuurlijk niet maar Hermelien maakte zich er heel erg veel zorgen over dat hij zo deed. Ron was een heel ander verhaal, ik had het nog nooit zo goed met een jongen kunnen vinden als Ron. Hij was grappig, een beetje klunzig ook wel, maar ook heel aardig en vooral knap. Soms kon ik mijn gedachte niet helemaal bij de les houden als we weer eens samen les hadden, en bleef ik hem maar heel de tijd stom aanstaren. En met de creep die ik in de trein had gesproken, Draco, had ik soms oogcontact. Hij lachte dan naar me en knikte met zijn gezicht.
‘Je lijkt precies op Hermelien.’
Ik ontwaakt uit mijn gedachte en kijk omhoog, waar ik Ron zie staan. Er ontstaat een lach op mijn gezicht, en ik voel dat mijn wangen een beetje warm worden.
‘Ja ik loop een aardig eind achter op jullie.’ Ron gaat naast je zitten. ‘Nou daar heb ik weinig van gemerkt. Omber heeft weer een aantal nieuwe regels opgesteld. Wemel producties zijn vanaf ingang van vandaag verboden en jongens en meisjes mogen niet dichter dan 20 centimeter van elkaar af zijn.’ Terwijl hij het zegt zet hij een oud vrouwen stemmetje op. ‘Nou ga dan maar wat verder bij mij vandaan zitten voor dat ze je ziet.’
Hij lacht en verschuift zichzelf zover dat hij ongeveer een halve meter van mij vandaan zit.
‘Zou dit goed zijn?’ Schreeuwt Ron ‘Wat ik kan je niet verstaan, ik kom wel naar je toe.’ Schreeuw ik al lachend terug. Ik schuif mezelf op en kom dichterbij dan ik verwacht heb naast Ron te zitten. Ik kijk hem in zijn ogen aan, ik zit zo dichtbij dat ik zijn adem over mijn gezicht voel strijken. Snel kijk ik weg en verplaats me weer iets verder van hem vandaan.
‘Voor wie ben jij eigenlijk met Zwerkbal? Mijn favoriete team is Cambrigde Cannons.’ Onderbreekt Ron de stilte.
‘Zwerkbal?’ Ik kijk hem vragend aan. ‘Weet jij niet wat Zwerkbal is?’ ‘Opgeroeid als een dreuzel weet je nog wel?’ ‘Ahja dat is waar.’ ‘Maar vertel, leg eens uit?’
Ron zijn gezicht klaart op en begint met zijn lange verhaal over Zwerkbal. Ik sla mijn studieboek dicht en probeer zo goed als het mij lukt te luisteren naar wat hij zegt over beukers, jagers, wachters en nog veel meer.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen