*Cover komt vanmiddag*

Ik volg Panter verder naar het kamp. Ze lijkt nog hyperder te zijn geworden en ik raak binnen een paar minuten buiten adem terwijl ik moeizaam achter haar aan hobbel. 'Is het nog ver?' vraag ik om de vijf minuten. Ik krijg telkens het antwoord dat het net achter de bomen ligt. Nadat ik een half uur achter haar aan heb moeten draven word ik het zat. 'Bestaat dat stomme kamp eigenlijk wel?' wil ik zeggen, tot ik zie dat er licht tussen de achterste bomen door schijnt. Ik voer mijn tempo wat op.
Het kamp is groter dan ik in de eerste instantie had verwacht. Het is een soort open plek in het dichtbegroeide bos, er stroomt een beekje doorheen, her en der liggen slaapzakken op de grond, en er is een enorme vuurplaats met een spit waar ik zo aan zou kunnen hangen... Wacht, wat? Ik blijf Panter met een schuin oog aankijken terwijl ze me een rondleiding geeft door het kamp, dat zelfs nog groter is dan ik in de eerste instantie had gedacht. 'Nou, hier is dus de beek, daar kan je drinken als je dorst hebt.' Vertelt ze. 'Elke dag eet iedereen hetzelfde ontbijt, lunch, en diner. We gaan slapen om elf uur en staan op zodra de on opkomt. ' 'Strenge regels voor een kamp met voortvluchtige tieners.' Flap ik er uit. Panter glimlacht. 'Ach, man. Je moest eens weten.' reageert ze.
Naarmate de zon verder zakt ben ik steeds minder bang opgegeten te worden. de rest is een vuur aan het maken en ik zit nog steeds ongedeerd in mijn boom. Een kwartier geleden was ik ze zelfs aan het helpen een vuur te maken, maar toen ik te dicht bij het vuur hing en een van de plukken waaraan ik mijn naam te danken heb in de fik vloog had Jager me weggestuurd. Moordenaar heeft inmiddels een flink hert geschoten en Vlieg is nog niet terug, maar dat is normaal volgens Panter.
De geur van vlees maakt me wakker. Zachtjes glijd ik uit mijn boom, en loop op de geur af. 'EINDELIJK' zucht Panter. We dachten dat je nooit wakker zou worden. Ze gooit een grote poot naar me toe en hongerig vang ik het op, waarna ik bij de rest op de grond ga zitten. Het is inmiddels donker geworden en Vlieg is nog steeds niet terug. 'Komt Vlieg niet hier voor het eten?' vraag ik. 'Dat is het rare van Vlieg,' Zegt Moordenaar. 'Ze eet nooit met ons mee. God weet waar de haar eten vandaan haalt.' Met een bevreemd gezicht kijk is weer naar mijn kluif, en eet de rest van mijn stuk hert.
Als Jager ons naar bed stuurt ben ik te slaperig om te geloven dat het echt pas elf uur is. Tot mijn verbazing zie ik hoe iedereen hun slaapzak de boom in sleept. 'Tegen de roofdieren.' Hoor ik Panter zeggen. Prima, denk ik slaperig. Als ik een mooie vertakking heb gevonden ga ik er in liggen. En bijna onmiddellijk val ik in een droomloze slaap.

Reageer (2)

  • Considerable

    Waaar zou Vlieg toch zijn... :O

    Snel verder schrijven hoor, je maakt het te spannend. (yeah)

    8 jaar geleden
  • Blikje

    O.o
    Ik zou echt bang zijn.

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen