Foto bij 20.3: (On)Stabiel

“Louis je hebt me gehoord! Je blijft hier.” Ik probeer niet met mijn ogen te rollen naar haar, ik weet dat ze niet anders kan, maar ik slaag er toch niet helemaal in. Mijn vingers jeuken en ik heb geen idee wat er daar boven allemaal gebeurt, zij in tegenstelling tot mij wel.
“Wat gebeurt er?”
“Ze praten.” Doodserieus met een blank gezicht zegt ze dat. Ze praten.
“Over wat?” Ik trek een wenkbrauw op. Ze kan heus wel meer kwijt.
“Vergaderingen van de raad mogen niet afgeluisterd worden.”
“De vergadering is gedaan, dat heb ik hem zelf horen zeggen.” Deze keer zucht ze geïrriteerd. Oh, maar van Louis Tomlinson ben je niet zomaar af. Lucius begint te lachen.
“Geen wonder dat het zo goed klikt met Harry. Jullie kunnen allebei zo goed mensen irriteren, ongelofelijk.” Ook Aurus lacht, maar ik voel me te nerveus om een oprechte lach eruit te krijgen. Bovendien is mijn hoofdpijn nog steeds gigantisch.
“Ik ga naar de hal.”
“Ik kan niet drie mensen op twee verschillende plekken beschermen.”
“Dat moet ook niet.” Ik geef haar een zelfverzekerende blik voordat ik het toch doe. Ze probeert me te stoppen, maar mijn magie is haar voor; ze heeft totaal geen grip op me. “Sorry Run.” Ik draai me nog even om voordat ik naar de hal ga. Het lijkt alsof de vampiers naar beneden komen. Harry en Sedrik komen eerst, de anderen volgen. Druk discussiërend. Het eerste wat de keizer lijkt te zien ben ik. Zijn ogen vernauwen bezorgd terwijl zijn lichaamshouding hetzelfde blijft, hij is zo knap. De anderen merken mijn aanwezigheid ook op. Ik doe net alsof ik wat zit te rusten op het bankje naast de trap. Ik heb immers niks gehoord. Vermoeide mens, doodnormaal.
“Wat doet hij hier keizer? Zou je je Comes niet wat intomen voordat hij je nog gaat aanbidden ook met die belachelijke ring!” Ik frons lichtjes, maar probeer niet te laten merken dat ik gekwetst ben door de opmerking. Natuurlijk verstaan ze niet dat ik op mannen val, want dat is, zoals de Bijbel en de Kerk zeggen, onmogelijk. Wel, iedereen is een kind van God. Sommigen zijn gemaakt om anders te zijn en anderen inzicht in te brengen. Als ik in God geloof, geloof ik graag dat ik zo iemand ben. Anders dan de anderen.
“Ik beslis wat ik met mijn Comes doe Stanfurt.” Harry is ook duidelijk geïrriteerd. Je ziet niets aan zijn gezicht, maar de toon in zijn stem verraadt genoeg. Met nog steeds een bepaalde minachting in hun blik komen ze de trap af. Om heisa te voorkomen zou ik mijn ring achter mijn rug willen verstoppen, maar daar ben ik simpelweg te trots voor. Ik merk dat ze naar me kijken, naar de ringen.
"Jullie-" Een van de jongere vampiers begint te sissen naar de anderen. "Twee mannen samen is verboden uwe majesteit!" Harry trekt enkel zijn wenkbrauw op. Het is weer dezelfde beleefde jongeman met de donker bruine ogen en zwarte haren. Ik vertrouw hem niet, ondanks dat hij er zeker niet slecht uitziet.
"En waar staat dat?" Meteen beginnen ze elkaar te duwen, iedereen staat al in de hal. Harry merkt het onmiddellijk, het maakt zijn ergernis nog groter. Dit is gevaarlijk.
"Dus, je ontkent niet dat jij en je Comes meer dan een bloedrelatie hebben?" En het is weer stil. Zijn groene ogen kijken even naar mijn gezicht waarna ik glimlach naar hem. Ik hou van hem, hoe dramatisch dat ook klinkt. Zo'n stelletje malloten haalt ons niet uit elkaar, zelfs niet als ze de spectaculaire stokoude raad zijn.
"Nee, dat ontken ik niet." Meteen praten ze allemaal door elkaar. Roepen is gelukkig niet nodig bij vampiers.
"En de Bijbel dan!"
"Je veroorzaakt protest!"
"Oorlog ja."
"Wat vies, verschrikkelijk..." Er zijn veel te veel geluiden door elkaar. Mijn hoofdpijn wordt alleen maar erger. Het bonkt elke keer met mijn hartslag mee waarna er een pijnlijke steek doortrekt. Ik besluit dat het genoeg is en leg ze het zwijgen op door het afschuwelijk geluid op te roepen. Nog nooit geprobeerd maar het lijkt te werken aangezien iedereen behalve Harry op hun knieën zakt om naar hun hoofd te grijpen. Ik doe het terug stoppen door mijn vuist langzaam te openen. Onmiddellijk krijg ik boze blikken toe gezonden.
"De rumoer is niet nodig aangezien dit jullie beslissing niet meer is. Ik dacht dat er een nieuwe raad kwam die wel advies kan geven naar de nieuwe situatie." Mijn stem klinkt helder en zelfzeker. Ik merk nu pas dat ik ben gaan rechtstaan, maar goed ook want hun stevige gestaltes torenen gevaarlijk boven me uit.
"Ik ben het eens met Louis." Harry. Mijn ogen vinden de zijne. Meteen voel ik me terug kalmer, alsof het blauw kalmerend werkt. Het tintelende gevoel in mijn buik dat me doet zweven telkens weer, is er terug. De raadsleden - of dat waren ze toch ooit, beginnen terug druk te discussiëren. Sedrik legt ze terug het zwijgen op.
"Genoeg. Ik denk dat we moeten proberen de keizer zijn beslissing te aanvaarden want er is niets wat jullie er nog aan kunnen veranderen. Ga naar huis, wacht op de brief en een gesprek, en maak geen drukte. Dat is voor niks of niemand goed." Het blijft even stil. Harry is erg geconcentreerd, volgens mij hoort hij weer stemmen in zijn hoofd. Ik hoop dat ze lieve dingen zeggen want de meeste gezichten staan razend. Om de verwarde vampiers in beweging te krijgen klapt hij een paar keer stevig in zijn handen waarna ze even rondkijken en dan toch vluchtig naar buiten schieten. Het is al donker en de half zichtbare maan verlicht nog net hun dure kleding, voor een goede seconde weliswaar. Ik schrik op als de deur hard in het slot valt en er tegelijkertijd zich twee armen rond mijn middel slaan, voorzichtig en lief. Harry. Zijn zwoele lippen zet hij aan mijn oor.
"Morgen moet ik de dorpen verder informeren. Jouw dorp zit erbij." Ik glimlach en wil me omdraaien maar hij staat het me niet toe. Wel streelt hij onopvallend voor anderen maar te opvallend voor mij met zijn duim over mijn heupbeen. "Ik dacht dat je wel mee zou willen gaan." Opnieuw de hese stem zo diep en traag in mijn oor, God.
"Dat zou ik erg fijn vinden, hoogheid." Het enthousiasme weerspiegelt zich in mijn grijns als ik me deze keer wel mag omdraaien om mijn armen rond zijn hals te willen slaan. Hij duwt ze enkel van zich af en geeft een knikje richting Aurus. Vandaar.
"Saaie avond voor je geweest?" Ik stap op de blonde jongen af. We zijn vrienden geweest, nu nog vermoed ik, maar toch voel ik me wat ongemakkelijk. Wat zeg ik tegen hem?
"Helemaal. Nadat je vertrok werd het pas grappig. Ik heb Rune nog nooit zo zien doordraaien. Ze deed getikt." Hij tikt met zijn wijsvinger tegen zijn voorhoofd aan. Waardoor ik moet lachen.
"Misschien had ik sommige dingen niet moeten doen, maar ik heb er geen spijt van." We grijnzen beiden terwijl we traag, op een menselijk vermoeid tempo, naar boven gaan. Harry staat nog in de hal, ons af te luisteren waarschijnlijk.
"Jij niet nee. Je bent altijd geweldig met zo'n dingen." Ik glimlach en besluit het vorige even te testen.
"Heb je dat gehoord Harry?" Ik hoor beneden een hese lach waarna ik mijn hoofd schud. Verrader. Ons zo afluisteren… Wel, afluisteren mag je het niet noemen, hij hoort het sowieso. Best wel eng als je het op die manier bekijkt.
"Gaat het trouwens? Je ziet er moe uit."
"Mijn hoofd voelt aan alsof het in twee gaat barsten en mijn neus zit nog vol met opgedroogd bloed maar verder gaat het fantastisch." Ik glimlach nep om mijn paradoxale woorden.
"Je had Sedrik zijn gezicht moeten zien toen het schaaltje leeg was en jij nog steeds verder ging, ik dacht dat hij zo kon neervallen." Aurus lacht vrolijk. Ik doe mee maar houd het minder lang vol. Wat er daarnet gebeurd is speelt zich terug af in mijn hoofd. De kamer van Harry ligt al aan mijn linkerzijde. Maar naar welke kamer moet ik nu eigenlijk gaan?
"Uhm Aurus, ik ga euhm, hier al binnen. Nog een goede nachtrust."
"Jij ook, denk ik." Verward bij de gedachte van mij en Harry in een bed, krabt hij aan zijn voorhoofd voordat hij verder loopt. Ik zucht en loop dan traag naar het bed. Mijn schoenen trek ik vermoeid uit. Dat het zo ongemakkelijk ging tussen mij en Aurus ben ik al vergeten, enkel de toenemende hoofdpijn heeft me in zijn macht. Hoe meer ik probeer aan iets anders te denken, hoe erger ik het voel.
"Hé Boo." Har komt met een lieve glimlach binnen en geeft me een kus op mijn voorhoofd. Ik kreun zachtjes, alle bewegingen met mijn hoofd zijn uit de boze. Hij fronst en gaat naast me zitten. "Je voelt je echt niet goed, of wel?" Zijn grote hand heeft de mijne gevonden terwijl hij daar rustgevend mee speelt.
"Niet echt, nee." Ik blaas een hoopje lucht uit en laat me dan voorzichtig op het bed vallen. Ik wil gewoon slapen. Met Harry. Ik verstevig mijn grip rond zijn hand als hij op wilt staan.
"Ga jij me vertellen waarom ik jouw bloed rook of moet ik het uit iemand anders sleuren?" Ik zucht zachtjes en trek hem naar me toe, of dat probeer ik toch, hij beweegt niet.
"Ik doe het wel, maar kom bij me liggen." Voor even glimlacht hij waarna zijn gezicht terug serieus bezorgd komt te staan. Zijn hoofd legt hij op mijn schouder terwijl zijn lange slanke benen proberen op het bed te passen. "Ik raakte zo nerveus dat mijn magie eruit kwam zonder dat ik het wou. Dus heeft iemand me een spreuk gegeven om jullie te volgen samen met een schaaltje met dingen in. Toen het schaaltje op was en de spreuk gedaan zou moeten zijn bleef ik verder gaan totdat er bloed uit mijn neus kwam en een verschrikkelijke hoofdpijn. Ik wist zelf niet eens dat dat gebeurde." Onschuldig ontmoet blauw emerald groen. Hij probeert niet te fronsen maar slaagt er niet echt in. "Het is erg...niet? Iedereen doet van wel." Zijn lange vingers draaien nadenkend rond de mijne. Hij lijkt zo bezorgd nu, zo menselijk.
"Het is gewoon nog nooit eerder gebeurd in mijn tijdperk, denk ik. Ik herinner me zoiets niet." Ik bijt op mijn onderlip, natuurlijk, ik ben weer anders. Harry kruipt meer omhoog totdat we op ooghoogte liggen. Zijn lange gestalte dicht bij het mijne. Onbewust laat ik mijn ogen over hem glijden totdat Har een strook haar wegstrijkt en ik glimlach, schuldig. “Ga maar slapen Boo, je hebt het nodig.” Ik zucht en begin met mijn kleding uit te doen waarna ik onder de lakens kruip en naar Harry kijk. Hij glimlacht en buigt dichterbij om me teder te zoenen. Ik grijp naar zijn hals en zoen hem zo lief als ik kan terug, dat verdient hij wel na alles.

Harry is zo'n schatje, awhh

Reageer (2)

  • Amica

    Ahw, mijn hart smelt gewoon door dit verhaal, maar ik kan niet meer verder lezen ):

    8 jaar geleden
  • magiclove

    cuties!
    snel verder

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen