Lauren Brown

Gelukkig is Kerstmis voorbij. Justin gedraagt zich heel erg afstandelijk na het prettige gesprek in de tuin. We praten nauwelijks tegen elkaar, uiten geen liefde meer, doen het niet meer. Het is gewoon rot. Er is in principe niets ernstigs voorgevallen, maar ik vind niet dat Justin moet doen alsof dit alles om hem draait. Zijn moeder heeft de ziekte, niet hij. Ik snap het dat hij zich zo rot voelt en het heel erg moeilijk heeft. Logisch, het is je moeder en je bent bang dat het nooit meer goed zal komen.
Ik loop de trap af en neem plaats op de bank in de woonkamer waar Justin tv aan het kijken is. Het is ook gewoon ongemakkelijk tussen ons. De stiltes die er iedere keer zijn, heel onaangenaam. We moeten echt praten. Ik voel me niet eens prettig in mijn eigen huis. "Justin, kunnen we praten?" Hij kijkt me scheef aan. "Of vind je het niet erg hoe het nu tussen ons gaat?" Hij haalt zijn schouders op. Ik sta op van de bank en loop naar de tv. Ik druk op het uit knopje en neem weer plaats op de bank. "Waarom de fuck doe je dit?" Justin staat op van de bank en loopt richting de tv en zet die weer aan. Ik schud mijn hoofd. Hij gaat weer terug zitten op de bank, wanneer het mijn beurt weer is om op te staan en de tv uit te zetten. Wat ik dus ook echt doe. Het lijkt wel een spelletje. Super kinderachtig. "Nu moet je echt ophouden, voordat ik helemaal gek word". Hij staat weer op van de bank en zet wederom de tv aan. Ik ben er klaar mee. "Je vindt het dus goed zo, zoals het nu is?" Geen antwoord. "Je bekijkt het maar. Leef maar alleen in deze kankertijd van je". Fuck. Ik wil weg lopen, maar word hard aan mijn arm terug getrokken. Het doet zeer. Hij knijpt echt in mijn arm. "Au, Jus, m'n arm, au". Boeit hem duidelijk niets. "Wie denk je wel niet dat je bent? Met je kankertijd?" Tranen rollen langzaam een voor een uit mijn ogen. Van pijn en angst. Ik weet dat Justin af en toe zijn eigen krachten niet kent. "Je doet me echt pijn.." "Zeg het dan!" Hij spreekt luid. "Ik bedoelde het niet zo en laat me los". "Hoe dan?" "Deze tijd is toch ook een kankertijd. Je moeder heeft kanker, Justin. Ik bedoelde er niets ergs mee". Hij laat me los. Ik draai me om en loop in versnelde passen weg. Ik ben gewoon te bang dat 'ie me nog een keer terug trekt. Ik ren de trap op en pak een grote tas. Ik gooi daar kleding in, make-up, een oplader, pillen, deo en oordoppen in. Mooi niet dat ik hier blijf. Ik weet dat het mijn eigen huis is, maar hij is echt niet van plan te vertrekken dus dan ga ik wel. Waarheen? Geen idee. Desnoods op straat. Bevries nog liever dood dan dat ik met hem in een huis ben. Ik sluit de tas en ren de trap af. Ik doe daar m'n schoenen aan en mijn winterjas. Ik draai me nog even om en kijk de hal in. Ik doe de deur open en voel meteen de koude lucht tegen mijn huid aan. Ik stap naar buiten en doe de deur dicht.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen