Mijn ogen werden geopend na een heel hard geluid. Ik wist niet precies wat het was, maar het verzorgde zeker voor hoofdpijn.
Ik voelde hoe duizenden soorten melodiën achter elkaar in mijn hoofd werd afgespeelt. Ik was toen al een volwassen pony.
Ik kon niet denken en het enige wat ik deed was weg rennen. Weg rennen van al die pony's. De haat die ik toen zag zal voor altijd in mijn hoofd gegrift staan.
Diezelfde dag kwam ik een meertje tegen.
Ik keek naar mijn spiegelbeeld. Een zwarte pony met groene strepen. rode manen en staart met zwart erdoorheen, En rode vleugels.
Eerlijk gezegd wist ik niet waar ze bang voor waren. Ik zag er helemaal niet zo eng uit. Als je het mij vraagt best vriendelijk.

Kort erna hoorde ik een afgrijselijke lach, een lach die ik niet kende. Sowieso ik kende niet veel van de wereld.
Opeens stond er een een pony voor mij, met een hoorn op zijn hoofd. Hij keek met gemene ogen. Ik wist meteen dat hij iets van mij wilde. Hij nam mij mee met zijn krachten en het was meteen donker.
Ik hoorde letterlijk niks. Geen enkel geluid, het enige wat mij helder liet was de muziek die constant af werd gespeelt in mijn hoofd.
"Zo, zo, een pony zonder familie, zonder vrienden. Een pony zonder thuis of enige besef wat er aan de hand is." Ik zag in de verte enige vonken en inderdaad, ik voelde geen angst.
"Ik heb wel besef." Zei ik ineens.
"Je kan dus wel praten? Dat maakt dingen alleen maar interessanter. En leuker." Opnieuw kwam die afgrijzelijke lach.
"Wat wil je van mij, ik heb niemand wat aangedaan." Het leek alsof die pony lachgas had ingeslikt want hij stopte niet met lachen.
"Ik zorg er wel voor dat je iemand wat zal aan doen." Hij kwam opeens voor mij steen met een rood gloeiend iets.
"Hier komt die dan." Terwijl lachte merkte ik pas dat mijn vleugels vast zaten aan iets. Eerst voelde ik alleen de warmte toen kwam de pijn pas. Ik liet een enorme kreet mijn keel ontsnappen. Iets heets zat aan mijn vleugels. Ik probeerde te vluchten, maar ik zat vast. Ik kon nergens heen.
Door al die pijn merkte ik niet dat hij een medalion om mijn nek deed. En toen ik een kracht voelde die mij overwelmde met duistere krachten stopte de pijn en was ik stil.
"Dat is braaf, mijn vriend."
"Ik ben je vriend niet eens." Schreeuwde ik bijna. Hij negeerde mij en ging verder met praten.
"Ik laat je vrij, en kijken hoe jij het in deze wereld zal doen. Ik hoop dat je het leuk zal vinden. En mij trots zal maken. Je bent bovendien mijn creatie!" Opnieuw lachte hij afgrijselijk en stond ik buiten. Op diezelfde plek als waar ik die pony tegen kwam. Opnieuw keek ik naar mijn spiegelbeeld, een metaal randje aam de bovenkant van mijn vleugels wat zeker niet comfortabel zat. En een donker rood kleurig medalion om mijn nek.
Dit was misschien niet zo'n erge verschijning nog. En de reden was mij nooit verteld. Maar ik wist dat het best voor problemen kon zorgen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen