Foto bij 23.0: Nieuw

Het stevige en grote lichaam van de vampier is perfect voor mij om tegen aan te leunen. Liefkozend gaan zijn lange lenige vingers door mijn kort gewiekte kapsel. Mijn ogen zijn genietend gesloten terwijl ik de grip rond zijn middel versterk en zijn ene hand stevig vasthoud. Harry ademt zelden in, ontspannen en ook duidelijk tevreden. We liggen zo al even. Ik weet dat Harry hoogstwaarschijnlijk ook met andere dingen bezig is in zijn hoofd, maar voor even neem ik hem dat niet kwalijk. Als ik mijn ogen terug open doe kijk ik recht in zijn grijsgroen paar waardoor ik nog breder glimlach en dichterbij leun om zijn zachtroze lippen kort te verwarmen. Harry neemt me onmiddellijk beter vast en laat zijn handen langs mijn zij glijden. Ik leg mijn hoofd terug neer en laat alles doen. Het maakt me even niet uit wat er gebeurt in ons land.
"Louis?"
"Mh?" Met moeite frons ik in een poging mijn oogleden open te krijgen.
"Sorry, je lag net zo goed maar ehm-" Ja, ik krijg ze open. Nieuwsgierig kijk ik de onzekere Harry aan. "Ik moet dringend gaan jagen aangezien ze snel komen met de nieuwe zieken en dat houdt veel bloed in." Voor even reageer ik amper. Behalve zijn mooie gelaat en lekkere geur of de manier waarop onze benen verstrengeld zijn krijg ik niet veel meer info binnen. "Het spijt me nog meer voor je dat ik je nodig ga hebben en je, je-" Zijn blik wordt nog serieuzer. Ik laat geruststellend mijn hand over zijn sterke arm wrijven terwijl ik zijn blik vasthoud. "Je familie zal terug moeten." Ik knik langzaam. Ik weet niet waarom ik me zo verdoofd voel. Ik voel niets. Mijn keel produceert een schor geluid voordat ik er terug woorden uitkrijg.
"Ik snap het Har. Het is ongelofelijk dat je zo'n goede dingen voor iedereen doet." Ik forceer een glimlach naar hem waardoor hij verbaasd een keer knippert. Mijn vingers glijden inmiddels over zijn kaaklijn richting die mooie donkerbruine volle bos krullen. Zijn pupillen volgen elke beweging. "Je doet het heel goed Har. En dat jagen is niet nodig, ik bedoel-" Mijn hoofd gaat schuin hangen als Har meteen wild met zijn hoofd schudt.
"Dat is overbodig Boo." Hij bekijkt me wantrouwig, ik voel me raar.
"Maar ik doe het graag voor je, Beer." Ik benadruk de koosnaam terwijl de heer zijn tong over zijn roze lippen haalt. "Ik beteken graag zoiets voor je. Duw me niet weer van je weg." Harry slikt opnieuw terwijl de kleur van zijn ogen begint te veranderen bij de gedachte aan vers wiccabloed. Het grijze wint nog net van het rode. "Ik wil zoiets intiem met je doen."
"Intiem zijn kan ook op andere manieren." De hese stem en de frons. Automatisch gaan mijn vingers over zijn wenkbrauwen waarna ik terug dichterbij kom en hem een tedere kus geef. Harry twijfelt, ik voel het in alles. Zijn lichaam is gespannen terwijl zijn geest juist ontspant bij mij in de buurt. Onderzoekend houd ik zijn blik vast.
"Je wilt me weer niet." Deze keer verrast hij me door me achterover op het bed te duwen in één sterke beweging. De matras piept protesterend als zijn ellebogen er kracht op uitvoeren en hij liefdevol mijn lippen beroert. Eerst mijn onderlip zo teder en voorzichtig dat hij me naar adem doet snakken naar zijn lippen alsof dat mijn lucht is. Daarna traag mijn bovenlip. Zijn handen nemen uiterst waakzaam mijn gezicht vast om dan zijn volle lippen op de mijne te duwen. De actie in zijn broek en de scherpte van zijn tanden zijn een groot contrast met de liefde en voorzichtigheid die in de kus zit. Ik probeer ons om te draaien - hem te domineren, maar hij staat het niet toe. Gefrustreerd door zijn plotselinge sterke lichaam slaak ik een kreun en trek ik kort aan zijn krullen. De man grijnst, ik voel zijn tanden opnieuw tegen mijn onderlip aan. Als hij zijn prachtige ogen terug open doet zijn ze wijnrood, opzoek naar eten. Beminnend laat hij zijn duim voorzichtig langs mijn lippen gaan en zo naar mijn kaaklijn en mijn hals. Hij lijkt een bepaald pad te volgen, het pad van de ader die hij ruikt.
"Doe het Har." Uit zijn gedachten gehaald fronst hij waarna zijn lippen me kort een kus op mijn voorhoofd geven. Zijn linkerhand heeft inmiddels al een stevige grip op mijn onderrug.
"Wil je niet gaan staan dat is-" Hij valt stil als ik met mijn hoofd schud en voorzichtig hem beter vastneem rond zijn slanke middel, opzoek naar steun. Beer geeft me liefkozend nog een zachte kus waarna zijn hoofd in mijn nek verdwijnt. Zijn roze lippen voelen koud aan. Ik negeer het en duw me dichter tegen hem aan. Harry gromt zachtjes terwijl hij bloed omhoog zuigt bij een plekje. Mijn ogen rollen haast terug in hun kassen van genot. Ze worden pas terug groot als hij voorzichtig door mijn huid bijt en het dan terug heelt, tergend, eerder plagend om genot te verkrijgen. Hij doet het opnieuw. Mijn heupen kruipen naar de zijne terwijl ik zachtjes vloek om het kunnen van deze man.
"Beer-"
"Shh." Voor even flitsen zijn ogen terug naar grijs als hij me aankijkt. "Ik doe je geen pijn Louis." Hij glimlacht even bemoedigend waarna hij mijn gezwollen lippen kort beroert en dan voorzichtig zijn scherpe tanden in mijn huid laat zinken. Opnieuw word ik ermee geconfronteerd dat het meer dan twee tanden zijn die gulzig het warme bloed nuttigen. Ik probeer kalm te blijven door de vampier stevig tegen me aan te duwen. Harry doet uiterst voorzichtig met me, maar de dorst die hij heeft is overduidelijk. Ik snap ook niet dat hij er niet aan toegeeft als hij er tijd en materiaal voor heeft. Ik kreun pijnlijk als hij mijn hoofd draait waardoor het vieze gevoel van huid openrijten en zuigen meer pijn doet. Mijn ogen gaan toe terwijl mijn linkerhand er in slaagt even waarschuwend in zijn ijzerharde bovenarm te knijpen, ik weet niet hoe lang ik dit nog vol houd... Als hij mijn huid met rust laat en me met doorbloedde ogen aankijkt snak ik terug tevreden naar adem. De verscheurende pijn is weg, maar de wonde klopt akelig. Volgens mij hoort Harry het zelfs, alsof het een roep naar hem is.
"Har, stop het, alsjeblieft." Verdwaasd knippert hij enkele keren met zijn ogen waarna hij zich als een bezetene terug naar mijn nek toebuigt. Zijn koele adem kietelt aan mijn oor als hij me een zwoele kus daaronder geeft, de pijnlijke wonde negerend.
"Ik doe je geen pijn mijn Boo." Voordat ik het weet is de pijn weg en kijken zijn kristalgroene ogen me terug zelfvoldaan aan. Elke keer denk ik dat hij het allemaal niet meer weet en me volledig leeg gaat zuigen, en elke keer doet hij achteraf alsof er niets aan de hand was.
"Genoeg gegeten?" Mijn stem klinkt ademloos van de inspanning en angst waardoor er een enkele mondhoek omhoog gaat bij de krullenbol. Hij is toch zo verdomd mooi. Als hij nu niet zou draaien voor mijn ogen. Komaan ogen, scherp beeld graag.
"Heel lekker zelfs." Zijn roze tong dwaalt afleidend tussen zijn lippen door waardoor ik hem een duw geef en hij grinnikt. Onzeker of hij me mag kussen geeft hij me een koude maar lieve zoen op mijn voorhoofd. Ik neem enkel tevreden zijn hand vast waarna mijn ogen terug naar hem lonken; hoe kan ik ook anders? Hij is te prachtig. Dat je denkt, dit is niet echt, word wakker. Misschien zou ik dat nu wel willen, wakker worden. Het gaat goed. Nog iets later en het kan allemaal verkeerd gaan.
"Ik ga nog even afscheid nemen dan." Het lijkt even te duren voordat hij beseft wat ik gezegd heb en traag knikt. Zijn zachte lippen kussen mijn ruwe knokkels liefdevol waarna hij van me afgaat en op het bed blijft zitten. Eenmaal op mijn eigen benen lach ik even sarcastisch. "Meen je dit Beer? Ga je zo aantrekkelijk en verschrikkelijk mannelijk op dit bed blijven zitten? Je weet dat dat afleidend is." Hij glimlacht even mysterieus waarna hij met zijn krullen schudt en zijn lange benen onder zich verplaatst.
"Geef je familie maar even alle aandacht, wij hebben nog tijd genoeg." Mijn wenkbrauwen zakken traag terug tot op hun normale hoogte; hoe kan ik dit aanlokkelijke beeld nu uit mijn hoofd krijgen? Zonder nog iets te zeggen loop ik de kamer uit, onderweg naar de hal. Enkele overvolle jutezakken staan naast hun. Wacht, ik moet ze nog te veel vertellen. Rennend loop ik naar beneden, bijna mijn eigen lichaam verliezend in de snelheid. Alsof ik wel kan vechten, maar het geen zin heeft. "Mam!" Haar wijze blauwe ogen kijken in mijn richting. Lottie is al terug te been, ze leunt vermoeid tegen Daisy en Phoebe aan.
"Het is goed Louis. Ze hebben al zoveel voor ons gedaan."
"Maar ik wou nog zoveel meer doen voor jullie!" Buiten adem sta ik voor ze, de moed zakt me letterlijk in mijn schoenen. Ik voel me zo zwaar en verdrietig geladen dat de brok in mijn keel automatisch onvermijdelijk is.
"Andere mensen hebben het ook nodig." Phoebe, ze glimlacht naar me. Ik maak me kleiner en buk om haar een hartstochtelijke knuffel te geven; het is alles wat ik haar nog kan geven, buiten al mijn goede wensen. Ook Lot en Daisy ontvangen me met open armen. Het is moeilijk om mezelf sterk te houden als ik de mensen waar ik het meest van houd moet afgeven. Net alsof ze een baby zijn favoriete knuffel van hem wegnemen. Hij heeft hem niet meer nodig, is er te oud voor. Dat zijn enkel leugens. Het kind bepaalt zelf wanneer hij genoeg vertrouwen in zichzelf heeft en alleen de monsters van de nacht durft te bestrijden, niet de mensen. Zij weten er niets van. Ik ben niet klaar om ze weer te verlaten.
"Oh Louis toch." Vol empathie veegt mijn moeder met haar ruwe duimen de ontsnapte tranen af. Ik snik enkel en laat me tegen haar aan vallen. Nog een laatste keer. "Het is snel voorbij kind. We zien je graag, en snel. De bruiloft laat niet lang meer op zich wachten." Ik knik en verwijder me van haar, me ervan bewust dat de bewakers samen met Rune en Lucius kijken. Het interesseert me allemaal niet. Laat ze maar kijken naar mijn knuffel, ze zijn er allemaal jaloers op, en nu moet ik het afgeven. "Het komt goed lieverd." Haar droge lippen geven me nog een moedige zoen waarna ze naar me glimlacht, ik kan enkel niet reageren, niet willend om ze te laten vertrekken. Ze zien er al zo veel beter gevoed uit, het is ongelofelijk. Kon iedereen hier maar blijven.
"We moeten gaan Louis." Daisy haar engelachtige stem. Ik forceer een glimlach en knipper hevig mijn emoties weg, tot ik niets meer voel.
"Ik hou van jullie." Mijn stem is hoog en schor, maar voor een keer vind ik het niet erg. Achter me merk ik op de dat iemand mijn hand vast neemt en me er steunend een kneepje ingeeft. Alsof hij me mijn knuffel niet wilt doen vergeten, maar het accepteren.
"Het komt goed Louis, dat beloof ik je." Ik kijk op en zie een sombere Harry, met op de achtergrond een geëmotioneerde Lucius en zwijgzame Rune.

Afscheid nemen bestaat niet *Marco Borsato stem*

Reageer (2)

  • Thuria

    Nicee (:
    Je schrijft leuk!

    8 jaar geleden
  • magiclove

    snel verder!!!

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen