Foto bij 11

You give me all but the reason why.
I reach but I feel only air at night.
Not you, not love, just nothing.

Hoe graag ik hem had willen binnen laten het lukte me niet. Ik was bang en de laatste week voelde er iets niet goed.
Nu was ik aan het wachten op hem. Hij had me iets dringends te vertellen en het moest nu meteen uitgesproken worden. Ik was zenuwachtig en alles voelde zwaar. Was dit het einde? Nu al? Had ik het toch allemaal goed ingeschat?

Ik hoorde hoe iemand binnen stapte en vervolgens de woonkamer deur opende. Het was Thomas en zijn gezichtsuitdrukking stond niet bepaald op vrolijk. Ik moest moeite doen niet nu al te gaan huilen. Wat zou hij gaan zeggen? Zou hij het uitmaken?
Thomas gaf me een kus op mijn mond en heel even viel het gevoel weg. Als hij het uit zou maken, zou hij me geen kus geven toch? Thomas pakte me hand en trok me voorzichtig naar hem toe. Ik stond tegen over hem en keek hem aan. Zoals gewoonlijk moest ik naar boven kijken om zijn gezicht te zien. Het duurde maar en het duurde maar voordat hij begon.

“Het spijt me,” begon hij.
Mijn handen begonnen te trillen. Ik wilde wat zeggen, maar meer dan een zacht, fluisterend geluidje kwam er niet uit. Het was onverstaanbaar.
"Tweede Kerstdag heb ik het verpest. Voor jou en mij."
"Wat dan?" zei ik nu wat duidelijker, maar nog zenuwachtiger dan daarnet.
"Ik ben toen langs gegaan bij een van mijn exen."
Mijn hart begon als een gek te keer te gaan.
"Ik had nooit gedacht dat ze me zou kunnen verleiden, maar ze heeft het gedaan." De tranen sprongen in zijn ogen.
"J-je ex?" stamelde ik.
Thomas knikte en keek me niet meer aan.
"Ben je met haar naar bed geweest?"
Bij Thomas bleef het pijnlijk stil. Ik had altijd gedacht dat als dit me zou overkomen ik ontzettend boos zou worden, maar ik stond vastgenageld aan de grond. Mijn handen trilden en mij ogen vulde zich met tranen. Ik voelde in een keer al het leven uit me gezogen worden. Thomas beet op zijn lip en keek weg.
“Moet ik weg gaan?” vroeg hij.
Pas toen lukte het me om te bewegen. Ik liep naar de bank en barste daar pas echt uit in tranen. Mijn adem schokte. Het voelde letterlijk alsof mijn hart brak, het deed zoveel pijn. Thomas kwam naast me zitten en legde zijn hand op mijn schouder.
“Zeg iets, Luna.” In zijn stem hoorde ik de onzekerheid en ik keek hem aan.
Als hij weg zou gaan zou ik alleen zijn. Het idee alleen al zorgde ervoor dat ik in paniek raakte. Ik greep naar het eerste wat in mijn buurt en zette mijn nagels er stevig in.
“Nee, nee,” zei ik kortademig. “Niet weg gaan.” Ik greep hem vast aan zijn mouwen. “Niet weg gaan,” snikte ik.
Thomas pakte me stevig vast. Mijn gezicht verborg ik in zijn nek, terwijl ik zijn lichaamsgeur in me opnam.
“Ik hou van jou, Luna. Alleen van jou.”
Ik knikte. Dit was de eerste keer zei dat hij van me hield. In zes maanden tijd en gelijk voelde het ongeloofwaardig. En dat maakte alles dubbel. Ik wilde hem vasthouden en wegduwen. Ik wilde hem hier, maar toch weg. Ik wilde alleen zijn, maar toch met Thomas. In een keer was ik bang geworden voor alles wat komen zou. Alles leek zwart en leeg. En de grootste vraag was of ik hem nu zou kunnen vergeven? Of dat toch deze relatie door deze fout helemaal stuk zou lopen.

Een hele zware week volgde. Ik had Thomas gedwongen bij me te blijven en elke keer als hij wegging wilde ik mee. Het idee om alleen te zijn werd ondraaglijk en dat gevoel werd sterker naarmate de week eindige en daarmee ook mijn werkweek begon. Ik moest afstand nemen van Thomas en de situatie. En beide voelde niet goed. Afstand nemen van Thomas voelde letterlijk als hem vaarwel zeggen. En afstand nemen van de situatie deed zo ondraaglijk veel pijn dat dat ook geen optie meer was.
Het was een week vol met dubbele gedachten en ik kwam er maar niet. Wilde ik bij Thomas blijven of wilde ik bij hem weg? Thomas verlaten zou betekenen dat ik waarschijnlijk nu al helemaal nooit meer iemand binnen liet. Het was Thomas toch ergens gelukt me op mijn gemak te laten voelen bij hem. En ook al had hij dat idee in één klap weten te verpesten, toch bleef ik erbij dat een nieuw iemand toe zou laten me nog veel meer moeite zou kosten.
Bij Thomas blijven zou weer andere problemen veroorzaken. Ik zou hem nooit meer kunnen vertrouwen, er zou continue ruzie zijn en ik zou al de tijd bang zijn dat hij het niet nog een keer doet.

Met een zwaar gevoel in mijn maag zat ik op de bank met Thomas. Het was zondag en morgen zou ik weer moeten werken. Dan zou ik Thomas niet meer zo vaak zien als ik nu deed. Thomas duwde me dichter tegen me aan en legde zijn gezicht op mijn schouder. Hij was iets stiller geworden de afgelopen dagen. Duidelijk wist hij wat dit met me had gedaan en wilde hij voorzichtiger met me omgaan. Ook hij wist niet waar hij aan toe was, maar toch bleek hij er minder van van slag te zijn dan ik.

Alles was raar, alles voelde anders en ik wilde niets loslaten. Wat moest ik in Godsnaam doen?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen